Buitenland

„Ik zal mijn vermoorde partijvriend Hajdari niet teleurstellen”

Berisha blijft jagen op Fatos Nano

Door drs. B. Belder
HAMBURG/ZURICH – „U en uw bende hebben mijn bureau bezet. U rijdt in mijn auto, zit op mijn plaats en leeft van mijn salaris”. De woedeuitbarsting vorig jaar van de Albanese ex-president Sali Berisha in de richting van zijn grote socialistische tegenstrever, premier Fatos Nano. Het incident had plaats tijdens een diplomatieke ontvangst in de hoofdstad Tirana. „Daarvoor zult u boeten!”, had Berisha Nano nog toegevoegd. Vandaag voeren beide politieke voormannen een koude oorlog die licht in een nieuwe burgerstrijd ontaardt.

Rechtstreekse aanleiding voor de directe confrontatie vormde de moord op Azem Hajdari op zaterdag 12 september. Hajdari, door een westerse waarnemer geduid als een „notoire oproerkraaier en rasprovocateur”, was een prominent lid van Berisha's Democratische Partij. Die partij sprak onmiddellijk van een huurmoord. In haar optiek had vijand Nano, die communist, de opdracht verstrekt.

Opmerkelijk genoeg had Berisha pal voor het gewelddadige levenseinde van zijn partijvriend tegenover de correspondent van het Zwitserse weekblad Die Weltwoche verklaard: „Wij hebben dit jaar al een reeks leden door gewelddaden verloren. Aanslagen op de leiding van de Democratische Partij zijn aan de orde van de dag. Wij moeten ons weren. De situatie is zeer, zeer kritiek”.

Na het plotselinge verscheiden van Hajdari zette en zet Berisha de zaak op scherp door aanhoudende betogingen voor een dadelijk aftreden van Nano. Het (postcommunistische) kamp van die laatste reageerde vorige week door Berisha's parlementaire onschendbaarheid op te heffen. En passant maakt het gewezen staatshoofd van Hajdari een gevaarlijk voorbeeld: „Voor jou wil ik graag mijn leven geven”.

Corruptste land van Europa
Grijpt Berisha de crisis over de grens, de ongelijke tweekamp tussen het Bevrijdingsleger van Kosovo (UCK) en de Servische politie- en legereenheden, soms aan om de regering-Nano uit te rangeren?

„Ik heb ons leger al maanden geleden opgeroepen het gewapende verzet in Kosovo te erkennen”, gaf Berisha ruiterlijk toe aan Johannes von Dohnanyi van Die Weltwoche (jongste editie). Maar „wie ons ervan beschuldigt Kosovo te bewapenen, kent de verhoudingen in Albanië niet. Wie controleert dan het leger en de politie bij de wegversperringen? Dezelfde regering die op onze partijleden laat schieten. De regering speelt met de extremisten onder één hoedje”.

Hoe zou hij, immers „slechts een voormalige en machteloze president”, verantwoordelijk kunnen zijn voor de huidige gespannen situatie in het vaderland? „De communisten beramen de aanslagen en politieke moorden. Oppositiepolitici worden willekeurig gearresteerd en gefolterd”.

Een forse aanklacht aan de adres van premier Nano en diens kabinetsleden. „Niemand hier respecteert de grondwet, de staatsinstellingen en de wetten”, oordeelt uitdager nummer één.

Geldt dat dan niet voor Berisha zelf? De oppositie boycot toch al maanden de parlementaire werkzaamheden in Albanië, kritiseerde die Weltwoche in het tweegesprek. „De Democraten participeren al maandenlang, ja feitelijk zelfs vanaf de verkiezingen van juni 1997 niet in het parlement”, ondersteunt een buitenlandse hulpverlener deze scherpe vraagstelling.

Repliek van Berisha: „Wat moeten wij dan doen? Wij kampen met een permanente toestand van economische criminaliteit. Deze regering heeft van Albanië het corruptste land van heel Europa gemaakt”.

Geen smokkelfamilie
En hoe zat dan met die catastrofale ineenstorting van de frauduleuze piramidefondsen tijdens zijn presidentschap? Tal van Albanese burgers werden er de dupe van, raakten hun spaargeld kwijt.

„Zolang er geen problemen waren, heeft niemand ons voor de gevaren gewaarschuwd. En waarom praat iedereen in dit verband alleen over Albanië? Soortgelijke systemen tref je bijvoorbeeld ook in Israël, Holland en Italië aan. Dat particuliere ondernemers liberale wetten misbruiken, vormt het risico van een staat die geen dictatuur wil zijn”.

Waarom gold corruptie dan als „het merkteken van uw regering”?, houdt Die Weltwoche onverdroten aan. „Dat weet ik niet. Wij hadden in elk geval de politieke wil daartegen de strijden. De huidige regering daarentegen spant zich in om de corruptie nog beter te regelen”.

De verhalen dat Berisha's familie zich tijdens de oorlog in Bosnië-Herzegovina enorm verrijkt zou hebben aan de smokkel van olie naar uitgerekend Servië, verwijst de ex-president kortweg naar het rijk van de fabelen: „Fout. Wij hebben alles in het werk gesteld om deze smokkel te stoppen. En dat ik of mijn familie van smokkelpraktijken geprofiteerd zou hebben, hoor ik nu voor de eerste keer. Allemaal leugens uit de koker van de communisten”.

Voor Berisha zijn de socialistische machthebbers van het hedendaagse Albanië gewoon “communisten”: „Ik spreek over dezelfde lieden die wij in 1990 uit het ambt hebben verdreven. De communistische partij in Albanië heeft zich slechts een nieuwe naam aangemeten. De ideologie lapte zij sowieso al lang aan haar laars. Via de onlusten van vorig jaar heeft de nomenklatoera (de communistische partijelite, red.) van het oude regime zich weer aan de macht geputscht. En thans werken de maffiosi van de Albanese communisten samen met de internationale maffia”.

Verborgen dissident
In Berisha's ogen zijn de onder internationaal toezicht gehouden verkiezingen van 1997 dus louter een “putsch”, een staatsgreep van de socialistische winnaars. Zijn uitleg: „De leiders van benden die vorig jaar overal in het land plunderend rondtrokken, hebben toegegeven dat zij daartoe door de communisten zijn opgestookt”.

Is dat soms een voldoende rechtvaardiging om het dezer dagen tot een nieuwe vervaarlijke krachtmeting tussen de Democratische Partij en de socialistische regeerders te laten komen? „Wij zijn tegen geweld”, verdedigt Berisha zich meteen. „Wij zijn tegen een opstand. Aan wapens hebben wij echt geen gebrek, maar die wensen wij niet te gebruiken”.

Wat streven Berisha en zijn aanhang dan precies na? „Wij verlangen alleen nieuwe verkiezingen, en wel zo snel mogelijk”. Premier Nano piekert er echter niet over deze eis in te willigen. Sterker nog, de socialist dreigt Berisha met een arrestatiebevel. „Van zulke praatjes komt iemand die zijn politieke carrière al lang voor de val van de communistische regime als dissident begon, niet werkelijk onder de indruk”.

Tussen haakjes: tegenover het Duitse weekblad Der Spiegel lijkt Berisha overigens ietwat in te binden: „Alles is mogelijk”.

Maar fungeerde Sali Berisha dan niet als de “hofarts” van het Hoxha-regime? Stelde de hartspecialist zich niet ooit in dienst van de communistische volksonderdrukkers? Dat beeld circuleert ook op straat onder de mensen. Opereerde hij wellicht als een verborgen dissident? De spijker op z'n kop, aldus Berisha. „Slechts heel weinig mensen hier kennen de waarheid”.

Geen compromis met Nano, voor het landsbelang, ter vermijding van een terugval in de anarchie? „De maat is nú vol”.

Ziet Berisha zich nog eens terug als Albanees president? „Ik wijs geen ambt af”, liet de ambitieuze ex-president de lezers van Der Spiegel niet in het ongewisse. Pathetisch vervolgde hij: „Mijn vermoorde partijvriend Hajdari zei kort voor zijn dood tegen mij: „Eindelijk heb je je presidentsmanieren afgelegd en ben je geworden wat je behoort te zijn: een strijder”. Ik zal hem niet teleurstellen”.