Veel doden bij
raketaanvallen op Kabul

KABUL – Raketaanvallen op woonwijken van de Afghaanse hoofdstad Kabul hebben gisteren aan tientallen personen het leven gekost. Dit wordt althans gemeld door het persbureau van de Taliban, de machthebbers in Kabul. Andere bronnen melden minder slachtoffers.

De laatste van twee raketaanvallen had laat op de dag plaats en een uitgaansverbod in Kabul maakte het moeilijk inzicht te krijgen in het werkelijke aantal slachtoffers. Het door de Taliban geleide persbureau Bakhtiar omschreef de tweede aanval als ernstiger dan de eerste. Er zouden „tientallen mensen zijn gedood” en ook veel gewonden zijn gevallen.

Radio Shariat, het radiostation van de Taliban, meldde dat de raketaanvallen in totaal aan zestien personen het leven hadden gekost. Na de eerste aanval was het aantal dodelijke slachtoffers op negen gesteld.

Het ministerie van defensie van de Taliban dreigde onmiddellijk met vergelding in de vorm van bombardementen op bases van de oppositie in Jebul Siraj, de Panjshir-vallei en de provincies Parwan en Kapisa.

De eerste raket sloeg in in een drukke wijk in het noordwesten van Kabul. Honderden mensen zochten in het puin van getroffen huizen en winkels naar slachtoffers. Zeker drie panden werden volledig vernietigd en vier panden raakten zwaar beschadigd.

Volgens de Taliban was de vier meter lange raket van Russische makelij vanaf een plek ongeveer 50 kilometer ten noorden van Kabul door het anti-Talibanverbond afgevuurd.

Het was maanden geleden dat een raket een woonwijk van Kabul trof. Sinds de Taliban Kabul bijna twee jaar geleden veroverden en er een streng islamitisch regime vestigden, is de rust langzaam weergekeerd in de stad. Ongeveer de helft van Kabul ligt in puin door raketaanvallen en artilleriebeschietingen, die jarenlang bijna dagelijkse praktijk waren. Omdat de gisteren getroffen wijk grotendeels gespaard was gebleven, wonen er veel voormalige bewoners van vernietigde delen van Kabul.

In Khost in het oosten van het land demonstreerden gisteren zo'n 10.000 Afghanen tegen Iran, dat ongeveer 200.000 soldaten langs de grens met Afghanistan heeft gestationeerd. Iran stuurde de troepen naar de grens nadat bekend was geworden dat de Taliban vorige maand bij de inname van Mazar-i-Sharif acht Iraanse diplomaten en een journalist vermoord hebben.

De demonstranten eisten dat Iran zijn troepen terugtrekt. Volgens Radio Kabul hebben lokale leiders gezegd dat er 12.000 vrijwilligers klaarstaan om hun land te verdedigen als Iran tot de aanval overgaat. De Taliban zeggen 10.000 soldaten langs de grens met Iran te hebben gestationeerd.

Vrijgelaten
Intussen hebben de Taliban zaterdag opnieuw vijf Iraanse gevangenen vrijgelaten in een poging de spanningen tussen de beide regeringen te verminderen.

Een vliegtuig van de Pakistaanse luchtmacht bracht de Iraniërs van Kandahar, in het zuidwesten van Afghanistan, naar een luchtmachtbasis bij de Pakistaanse hoofdstad Islamabad. Een woordvoerder van de Afghaanse ambassade in Islamabad, Rehmatullah Hashami, zei dat de Iraniërs als „gebaar van goede wil” waren vrijgelaten. Hij zei dat het van Iran zal afhangen of nog meer gevangenen hun vrijheid krijgen. „Er bestaat grote bezorgdheid over de Iraanse agressie onder ons volk”, verklaarde Hashami, en besloot: „Nu is het de beurt aan Iran om de spanningen te verminderen”.

Drie van de vrijgelaten Iraniërs zeiden tijdens hun gevangenschap te zijn gemarteld, zo meldde gisteren het Iraanse persbureau IRNA. Een van hen zei in 55 dagen tijd 20 kilo te zijn afgevallen als gevolg van ondervoeding, foltering en slechte leefomstandigheden. Een van de anderen zei dat Iraanse vrachtwagenchauffeurs geregeld plaats moesten nemen in een rij te executeren gevangenen. Ook zei hij meer dan eens te zijn geslagen met een stuk kabel. De derde zei dat de Taliban hem en vijftien andere Iraniërs dwongen op de grond te gaan liggen, waarna ze dreigden een tank over hen heen te laten rijden.

De Taliban houden nog ten minste vijftig Iraniërs vast, die van wapensmokkel worden beschuldigd. Volgens Iran gaat het echter voornamelijk om vrachtwagenchauffeurs, die voedsel, medicijnen en andere hulpgoederen voor de Afghaanse bevolking kwamen afleveren. Begin september werden vijf andere Iraniërs overgedragen.