Buitenland

Serviërs hanteren moslimdreiging voor najagen materiële belangen

„Kosovaren, geen religieuze fanatici”

Door drs. B. Belder
NIJMEGEN – „Precieze religieuze percentages over Kosovo ontbreken. Naar mijn weten is 90 tot 95 procent van de Albanezen moslim. Daarbij wil ik wel aantekenen dat zij over het algemeen nominaal moslim zijn. De overgrote meerderheid van de Albanezen gaat niet naar de moskee”. Met de Nijmeegse cultureel antropoloog drs. Ger Duijzings buigen we ons over de religieuze kaart van Kosovo, eeuwenlange twistappel tussen Serviërs en Albanezen en vandaag een acute brandhaard op de Balkan.

Duijzings legt deze zomer de laatste hand aan een proefschrift over religie en politieke identiteit in Kosovo. Inmiddels is hij verbonden aan de prestigieuze School of Slavonic and East European Studies van de Universiteit van Londen als docent Servische en Kroatische studies.

De secularisatie heeft al met al behoorlijk toegeslagen onder de Albanezen van Kosovo, concludeert de onderzoeker. „Zeker in de grote steden. De katholieke minderheid onder de Kosovaren omvat enkele tienduizenden mensen. Een heel kleine gemeenschap. De reden tegelijk van haar duidelijke identiteit. Bij de Albanese katholieken in Kosovo is er veel minder sprake geweest van ontkerkelijking. Hun kerken zitten nog vol. Veel katholieken houden zich aan de godsdienstige regels, tradities”.

Hoe is de relatie tussen moslims en katholieken in Kosovo eigenlijk? Een massa islamieten versus een welhaast nietig groepje christenen. „Die onderlinge verhouding is altijd tamelijk ambivalent geweest. Ga je terug in de geschiedenis, naar de 19e eeuw bijvoorbeeld, dan zie je dat de katholieken, evenals andere christenen trouwens, af en toe behoorlijk te lijden hadden onder het Ottomaanse (Turkse, red.) rijk. Met andere christenen doel ik op de Servisch-orthodoxen. Tussen haakjes: Kosovo herbergt ook Kroatische katholieken, een splintergroep van zo'n paar duizend zielen. Welnu, genoemde christelijke groepen verkeerden en verkeren in een niet al te gemakkelijke positie. Zij zitten overal tussenin, horen nergens bij”.

Ondanks de religieuze lauwheid van de Albanese moslims? „Ik zou niet willen beweren dat de laatsten neerkijken op de katholieken. Het is veeleer andersom: de moslims kijken op tegen de katholieken. De gemeenschapszin onder de katholieken is opvallend groot. Een katholieke Albanees zal vrijwel nooit met een moslim trouwen”.

„Je moet het echt van twee kanten bekijken. De Albanese katholieken in Kosovo kijken grosso modo eerder neer op hun islamitische volksgenoten. Het is een groepering die apart staat, hoewel katholieken en moslims thans de handen ineen hebben geslagen tegen de Servische overheersing. Anderzijds achten de katholieken zich van een hoger maatschappelijk niveau dan de moslims”.

Het simpele gegeven dat nogal wat katholieke Albanezen in Kosovo bijzonder ontwikkelde mensen zijn, zal daaraan niet vreemd zijn. „Eveneens welvarend”, vult Duijzings aan. „Doorgaans mensen met een goede opleiding”. Een soort maatschappelijke bovenlaag? „Ja, dat klopt wel. Die voorstelling strookt met mijn persoonlijke contacten in Pristina, de hoofdstad van Kosovo”.

Servisch stigma
Die katholieke invloed in Kosovo staat sowieso op gespannen voet met de Servische propaganda sinds het midden van de jaren tachtig: „Wij beschermen Europa tegen het moslimfundamentalisme”. Een doorzichtige slogan, die het communistische annex ultranationalistische regime van de Servische heerser Slobodan Milosevic vooreerst hanteerde om zijn al scherpere repressie jegens de Albanese Kosovaren internationaal te rechtvaardigen. Luttele jaren later schermden Belgrado en de Bosnische Serviërs met dezelfde leus tegen de Bosnische moslims ofwel Bosniaken.

„Die Servische propaganda was in mijn ogen nooit serieus te nemen”, reageert Duijzings. „Vanaf 1985 ben ik geregeld naar Kosovo gereisd. Ik leerde de Albanezen zeker niet kennen als religieuze fanatici. Allesbehalve dat! Hun belangstelling voor religieuze zaken is heel gering. Desalniettemin blijft er van volledig uit de lucht gegrepen propagandapraatjes altijd wat hangen. Vandaar ook de serieuze pogingen van het Albanese verzet om zich van dit onjuiste godsdienstige stigma te ontdoen: de moslims in Kosovo waren onder geen beding fundamentalisten of on-Europese islamieten”.

De politieke spil van het Albanese verzet tegen de Servische politionele onderdrukking, de Democratische Liga van Kosova (LDK), kreeg juist vanwege die steevaste Servische beschuldiging op het eind van de jaren tachtig een sterk seculier karakter. „Politiek gezien is de islam absoluut geen factor in het Albanese verzet”, onderstreept de toekomstige promovendus.

„Wat weer niet wil zeggen dat deze religie in het dagelijks leven geen rol zou spelen”, vervolgt hij. „Dat is zeker het geval, met name onder de oudere generaties. Zie de gebruiken. De islam is nu eenmaal bij uitstek een religie die zich manifesteert in dagelijkse handelingen. Je trekt bijvoorbeeld je schoenen uit als je bij een Kosovaarse moslim op bezoek komt. Hoewel dus tal van Albanezen niet meer naar de moskee gaan, ontlenen zij toch een identiteit aan de culturele gebruiken van de islam. Een situatie die vergelijkbaar is met Bosnië. Daar zijn de moslims evenmin supergelovig”.

Soms herkenbaar in de eetgewoonten? Duijzings beaamt dat, zij het dat hij Albanese moslims zonder enige gewetensbezwaren ook varkensvlees zag verorberen. „Ik denk dat dat nu ietwat gevoeliger ligt”, tekent hij overigens aan. „Na jaren van repressie sluit ik een striktere naleving van de moslimidentiteit bepaald niet uit. Maar dit vermoeden vraagt langere observatie”.

Aardse belangen
In hoeverre speelt religie een rol in de huidige, zeer gewelddadige fase van het Kosovo-conflict? „Als je het Albanese nationalisme naast het Servische legt, valt er qua religie stellig een duidelijk verschil op. Het Servische nationalisme bezit onmiskenbaar een religieuze dimensie. Daarin vind je belangrijke elementen van de Servische orthodoxie terug. En ja, Kosovo is natuurlijk belangrijk voor de Servisch-Orthodoxe Kerk vanwege de vele kloosters die het gebied telt. Bovendien geldt Kosovo in de Servische optiek als de bakermat van het Servische middeleeuwse rijk. Het patriarchaat van de Servisch-Orthodoxe Kerk is daar evenzeer gevestigd, in de plaats Pec, Peja voor de Albanezen, hoewel de patriarch er momenteel niet resideert. De betekenis van Kosovo voor de Servisch-Orthodoxe Kerk is, kortom, evident”.

Het bewind van Slobodan Milosevic speelde in 1989 bij de 600-jarige herdenking van de legendarische slag op het Merelveld (Kosovo polje) gewiekst in op dit zo religieus beladen nationale wapenfeit. Ten overstaan van wellicht één miljoen begeesterde Serviërs presenteerde de toenmalige Servische president –Milosevic fungeert tegenwoordig als staatshoofd van Joegoslavië– zich als de nieuwe redder van de natie.

„De Kosovo-mythe berust in feite op een militaire nederlaag van de Serviërs tegen de Turken, de islam”, commentarieert Duijzings. „In de Servische overlevering kiest vorst Lazar voor het hemelse rijk. En nú zie je het omgekeerde, om het erg simpel te zeggen: „Morele superioriteit levert ons Serviërs weinig op. Wij moeten derhalve opkomen voor onze aardse belangen”. Een waar spanningsveld voor de Serviërs”.

Het Albanese nationalisme is zijns inziens „een heel ander verhaal”. Hét bindmiddel werd de gemeenschappelijke taal. „Begrijpelijk, gezien de interne religieuze verdeeldheid in soennitische moslims, sjiitische bektasji's, christelijk-orthodoxen en katholieken”.

Interessante kanttekening van de Nederlandse Kosovo-kenner: „Achter de Servische religieuze notie van “Kosovo, ons heilig land” gaan eenvoudig bikkelharde materiële belangen schuil, de exploitatie van financieel zeer aantrekkelijke grondstoffen. Dat hoor of lees je nauwelijks hier. Een contrast met het gangbare westerse beeld van Kosovo als louter een armenhuis”.