Buitenland

Hulpverlening moeizaam en gevaarlijk

Vluchtelingengolf in
Kosovo zwelt weer aan

LONDEN/PRISTINA – Het zondag begonnen zware offensief van de Servische regeringstroepen in Kosovo leidt tot een nieuwe stroom vluchtelingen, zeggen de Verenigde Naties in Genève. De mensenrechtenorganisatie Amnesty International maakte gisteren melding van aanhoudende schending van de mensenrechten in de opstandige Servische provincie. Vooral vrouwen zijn volgens Amnesty het slachtoffer van de gevechtshandelingen en vervolgingen.

De Joegoslavische strijdkrachten bestrijden sinds begin dit jaar met grof geschut Kosovo-Albanese guerrillastrijders die vechten voor een autonome provincie. Daarbij hebben de regeringstroepen volgens Amnesty in juli in Orahovac mensen standrechtelijk geëxecuteerd, kort nadat zij het plaatsje hadden ingenomen.

In het westen van Kosovo, bij de grens met Albanië en Macedonië, verblijven volgens de VN de inwoners van 44 dorpen in zes dorpen waar ze naar toe zijn gevlucht. Veel kinderen zijn ziek door de slechte hygiënische omstandigheden.

De naburige Joegoslavische republiek Montenegro vreest dat er nog meer vluchtelingen de grens over komen. President Milo Djukanovic vreest „destabilisering” van zijn land als de gevechten voortduren en de vluchtelingenstroom niet ophoudt. Montenegro herbergt al meer dan 30.000 Kosovaren en iedere dag komen er nog honderden bij. Inmiddels bestaat de bevolking van het land voor 10 procent uit vluchtelingen, overigens niet alleen uit Kosovo, maar ook uit Kroatië en Bosnië. Door de aanhoudende strijd in de regio heeft het toerisme in Montenegro ook een knauw gekregen, terwijl het land juist hoopte op een stijging.

Diplomatieke druk
De hulpverlening aan de van huis en haard verdreven vluchtelingen in Kosovo zelf is moeizaam en gevaarlijk. Zowel Serviërs als Kosovo-Albanezen melden dar er steeds meer aanslagen worden gepleegd op voertuigen van hulpverleners en werkers in de gezondheidszorg. Gisteren werden bij Vlaski Drenovac drie mannen begraven die de dag ervoor om het leven waren gekomen bij een aanslag door Servische troepen op een konvooi met hulpgoederen. Bij de dorpen Magura en Suva Reka hielden de Servische troepen hulpverleners tegen. In dit gebied wordt zwaar gevochten.

Aan het diplomatieke front is het ook druk, maar dat levert niet veel op. De Amerikaanse 'shuttlediplomaat' Christopher Hill sprak gisteren weer eens met de Joegoslavische president Milosevic. Vandaag zouden in de Kosovaarse hoofdstad Pristina Britse en Oostenrijkse diplomaten arriveren voor overleg met de Kosovo-Albanese leider Rugova. In Brussel kwamen gisteren de ambassadeurs bij de NAVO voor de tweede maal tijdens het zomerreces bijeen om zich te beraden over de plannen voor een eventuele interventie in Kosovo. Na afloop van de vergadering werd bekend dat de militaire organisatie haar draaiboek zo goed als rond heeft, maar dat nog niets is besloten.

Het Albanese leger houdt morgen een oefening in het noordoosten van het land, vlak bij de grens van Kosovo. Volgens het ministerie van defensie wordt er met scherp geschoten tijdens de manoeuvres. De oefening moet duidelijk maken in hoeverre het leger is hersteld van de onlusten van vorig jaar. De verhouding tussen Joegoslavië en Albanië is zeer gespannen; de afgelopen weken zijn al verscheidene granaten terechtgekomen op Albanees grondgebied. Het Joegoslavische leger op zijn beurt beschuldigde Albanië er gisteren van maandag twee mortiergranaten te hebben afgevuurd op Kosovo.