Buitenland

Bemiddelingspoging Amerikaanse diplomaten mislukt

Kosovaren praten niet met Serviërs

PRISTINA – Onderhandelaars van de opstandige etnische Albanezen in Kosovo hebben gisteren geweigerd hun Servische tegenhangers te ontmoeten, ondanks Amerikaanse diplomatieke inspanningen om de twee partijen bij elkaar te brengen.

In een brief aan zijn Servische tegenhanger maakte de aanvoerder van de Albanese onderhandelaars, Fehmi Agani, gisteren duidelijk dat hij niet op een aanbod tot onderhandelen van de Serviërs wenst in te gaan. „Ik heb erop gewezen dat eerst het geweld tegen de Albanese bevolking en de onderdrukking door de politietroepen moet stoppen”, aldus Agani.

Hiermee mislukte een bemiddelingspoging van Amerikaanse diplomaten onder leiding van afgezant Christopher Hill. Hij had gisteren eerst een ontmoeting met de vorige week aangewezen Albanese onderhandelaars. Vervolgens sprak hij apart met Ibrahim Rugova, de pacifistische Kosovaarse leider die het Albanese onderhandelingsteam heeft samengesteld. Hij wordt veracht door de opstandelingen van het Bevrijdingsleger voor Kosovo (UCK).

Na de ontmoetingen verklaarde Hill tegenover verslaggevers dat er geen onmiddellijke vorderingen waren gemaakt, maar hij zei door te gaan tot er een oplossing is gevonden.

Boycot
Ook als beide partijen elkaar wel ontmoeten is de kans op een einde aan de strijd zeer gering. In het Albanese onderhandelingsteam zitten slechts medestanders van Rugova. Het vredesoverleg wordt geboycot door etnisch-Albanese oppositiepartijen en het UCK, dat strijdt voor onafhankelijkheid van Kosovo. Het gebied is onderdeel van Servië. Albanezen maken meer dan 90 procent uit van de twee miljoen mensen tellende bevolking van Kosovo.

Er werden gisteren geen nieuwe gevechten gemeld. De rust lijkt te zijn weergekeerd na het Servische offensief in het afgelopen weekeinde, waarbij een reeks bolwerken van het UCK onder de voet werd gelopen. De Verenigde Naties schatten dat tot nu toe meer dan 231.000 mensen op de vlucht zijn geslagen voor het geweld.