Buitenland

Junik lag al weken onder vuur

Serviërs veroveren laatste
belangrijke bolwerk UCK

PRISTINA – Joegoslavische troepen hebben gisteren na een lange belegering een verzetshaard van het Kosovo Bevrijdingsleger (UCK) ingenomen. De plaats Junik, dicht bij de Albanese grens, gold als het laatste bolwerk van betekenis van de UCK-strijders en lag wekenlang onder vuur.

De strijdkrachten begonnen zaterdag hun offensief in de streek tussen Pec en Decane. Honderden UCK-strijders en burgers zijn de grens met Albanië overgevlucht. Het gehucht Lodja is onder meer op de UCK heroverd.

De nieuwe politiek leider van UCK, Adem Demaci, heeft gisteren aangekondigd dat de UCK een nieuwe tactiek gaat toepassen, „die voor de Serviërs nog erger, moeilijker en onaanvaardbaarder zal zijn”.

Ondanks de ernstige verliezen van de afgelopen weken blijft Demaci van mening dat de UCK de enige kracht is die een rechtvaardige oplossing kan brengen voor de overgrote meerderheid van etnische Albanezen in de omstreden en aan de deelstaat Servië ondergeschikt gemaakte provincie. Hij wil niets te maken met de „president op papier”, de politicus Ibrahim Rugova, leider van de Democratische Liga voor Kosovo.

De verovering van Junik is van Joegoslavische zijde als overwinning gemeld. Bij de bestorming van het organisatorische en logistieke centrum van de UCK kwamen vier Servische politiesoldaten om het leven, aldus het persbureau Tanjug in Belgrado. UCK-strijders probeerden over de grens naar Albanië te ontkomen, maar werden door gewapende grenswachten tegengehouden en „afgebroken”, waarna ze de bossen in de bergen waren ingevlucht, zei Tanjug.

Kosovaarse bronnen hebben nog niets over de val van Junik gemeld. De afgelopen weken hebben de Serviërs meermalen UCK-bolwerken ingenomen, maar bleken zij niet in staat de veroveringen te behouden.

Waarnemers menen dat, net als bij eerdere recente militaire overwinningen van de Serviërs, de UCK-strijders verkozen hun 'bolwerk' op te geven en zich elders te hergroeperen. Ze zouden zich schuilhouden in de bergen en wachten op een nieuwe gelegeheid om de beter bewapende Serviërs te bestoken, zonder dat zij in de strijd om een dorp of een andere frontlijnpositie te veel verliezen lijden.

Vluchtelingen
Volgens de Kosovaren hebben de Serviërs zaterdag zeker negen dorpen aangevallen. Ook elders in de provincie woedden gevechten. Het onafhankelijke radiostation B92 in Belgrado berichtte dat de Serviërs en het Joegoslavische leger gebruikmaakten van tanks en helikopters. Journalisten werden in het strijdgebied niet toegelaten.

Vertegenwoordigers van de VN-vluchtelingenorganisatie probeerden gisteren het gehucht Lodja te bereiken, waar zich een groep vluchtelingen zou ophouden. Unhcr-woordvoerder Kris Janowski sprak van een „verontrustend beeld”, maar zei dat het moeilijk is zicht te krijgen op de situatie, omdat „niemand echt toegang heeft tot het gebied”. Bezorgd was Janowski over berichten over Servische aanvallen op de bossen rond Decane, waar zich 20.000 vluchtelingen zouden ophouden.

Ongeveer 1700 militairen uit NAVO-landen en partnerlanden van de verdragsorganisatie zijn vanochtend begonnen met een oefening in Albanië. Land- en zeestrijdkrachten uit veertien landen worden bij de manoeuvres ondersteund door ongeveer zeventig gevechtsvliegtuigen en helikopters. De oefeningen duren tot en met de 22e. Het is de bedoeling dat in september een soortgelijke oefening wordt gehouden in Macedonië.

Met het oog op de situatie in Kosovo heeft de NAVO plannen uitgewerkt voor een militaire interventie. Mocht het toch nog tot een politieke oplossing komen, dan zouden de NAVO-militairen in Kosovo kunnen optreden als vredesmacht.