Buitenland

Opperrechter geeft
Witte Huis ongelijk

Van onze correspondent
NEW YORK – Opperrechter William Rehnquist besliste gisteren dat advocaten van het Witte Huis door onafhankelijk onderzoeker Starr mogen worden ondervraagd over de mogelijke relatie tussen president Clinton en Monica Lewinsky.

Het Witte Huis had zich beroepen op de onschendbaarheid van de relatie tussen een advocaat en zijn cliënt, maar Rehnquist verwierp dit argument. Eerder hadden de districtsrechtbank en het hof van beroep in Washington dat argument ook al verworpen, omdat het gaat om juridische adviseurs van het Witte Huis en niet om de persoonlijke advocaten van de president.

Opperrechter Rehnquist nam dit besluit alleen, omdat zijn collega's nog met vakantie zijn. Witte-Huiswoordvoerder Barry Toiv zei „teleurgesteld” te zijn, maar verwachtte dat het opperste gerechtshof de kwestie in de herfst opnieuw zal bekijken, als alle rechters weer op hun post zijn. Intussen moesten de adviseurs Lanny Breuer en Clinton-vertrouweling Bruce Lindsey dus wel voldoen aan Starrs uitnodiging. Breuer verscheen gistermiddag inderdaad bij Starr en diens grand jury. Daar beantwoordde hij sommige vragen wel en sommige niet. Hij beriep zich daarbij opnieuw op de onschendbaarheid van de relatie tussen cliënt en raadsman. De kwestie werd voorgelegd aan rechter Holloway Johnson, die Starrs onderzoek juridisch begeleidt. Het is duidelijk dat het Witte Huis elke juridische mogelijkheid aangrijpt om Starrs onderzoek te dwarsbomen.