Buitenland

UCK-rebellen wijken terug

Groot Servisch offensief
barst los in Kosovo

PRISTINA – Sinds enkele dagen woedt in Kosovo de felste strijd sinds maanden. Servische troepen zijn een offensief begonnen tegen het Bevrijdingsleger van Kosovo (UCK). De Kosovaarse rebellen bieden felle tegenstand. Gisteren kon nog geen balans van het aantal slachtoffers worden opgemaakt. Beide zijden geven toe dat er slachtoffers zijn gevallen, maar betrouwbare cijfers ontbreken en verslaggevers kregen van de Servische politie geen toegang tot de regio.

Het lijkt te gaan om een Servisch offensief om drie strategische doorgaande wegen te veroveren: de weg van Pristina naar Pec, de weg naar Prizren in het zuiden en een weg langs de grens met Albanië in het westelijk deel van Kosovo. In Albanië meldde de radio dat het grensplaatsje Morina gisteren vroeg door Servisch mortier- en machinegeweervuur was getroffen.

Servische politiestrijdkrachten meldden gisteren vorderingen bij hun offensief tegen het UCK. Zij zeiden UCK-strijders te hebben verdreven uit twee dorpen en barricades te hebben opgeruimd die de UCK langs de belangrijkste wegen had opgeworpen.

Het Joegoslavische persbureau Tanjug zei dat de UCK-strijders waren verdreven uit Banja en Zociste, alsook uit een Servisch-orthodox klooster in Midden-Kosovo dat de opstandelingen begin deze maand hadden ingenomen. Het Servisch Mediacentrum in Kosovo zei dat bij de gevechten twee Servische agenten waren gesneuveld en twee andere gewond geraakt.

Volgens het door etnische Albanezen gerunde Informatiecentrum van Kosovo waren er zeker tien Serviërs gesneuveld, terwijl het UCK een dode en een gewonde te betreuren had. Volgens het informatieccentrum waren zeven Albanese burgers, onder wie vier tieners, gewond geraakt. Servische bronnen zeiden dat elf Albanezen waren omgekomen bij gevechten ten zuiden van Pristina en dat twintig Albanezen zich aan een front in het westen van Kosovo aan de Serviërs hadden overgegeven. De Serviërs vallen daar posities van de rebellen aan bij de grens met Albanië.

Barricades
Op de weg tussen Pristina en Pec, de tweede stad van Kosovo, zouden de politietroepen barricades hebben opgeruimd. De gevechten duurden daar voort en het Servische Mediacentrum gaf toe dat de Albanezen „geduchte tegenstand” boden. Ook Albanese bronnen meldden hevige gevechten langs de weg, waarbij de Servische troepen volgens hen tientallen tanks hadden ingezet. Ten noorden van de weg zijn zaterdag acht Albanese burgers omgekomen en 34 gewond, zeiden zij.

Als de Servische troepen succes boeken tegen de opstandelingen, kan dat de weg vrijmaken voor onderhandelingen over de toekomst van Kosovo tussen de Joegoslavische president Slobodan Milosevic en de gematigde Albanese leider Ibrahim Rugova. Het UCK weigert het leiderschap van Ruguva te erkennen, omdat deze tegen een gewelddadige oplossing van het conflict is. Shabana Shala, een voormalig medewerker van Rugova die naar het UCK is overgelopen, zei in een gisteren gepubliceerd vraaggesprek in de Albaneestalige krant Koha Ditore dat Rugova zijn „geldigheid heeft verloren omdat hij niet in staat is geweest beloften en de volkswil te vervullen”.

Rugova's Democratische Liga van Kosovo heeft er bij de internationale gemeenschap op aangedrongen de Servische regering onder druk te zetten het offensief te staken. De liga waarschuwde voor „het gevaar van een algehele en bloedige oorlog” als het Servische offensief niet zou ophouden. „Wij doen een beroep op de Verenigde Staten, de NAVO, de Verenigde Naties en de Europese Unie om druk op te voeren en beslissende stappen tegen Belgrado te nemen om het offensief te stoppen”, zei de partij. Volgens de West-Europese Unie, een bondgenootschap voor defensie, verslechtert de situatie zo snel, dat de kansen op een vredesregeling verder weg liggen dan ooit.