Buitenland

„Zelfs diplomatieke bemoeienis is moeilijk”

VS: NAVO grijpt in
Kosovo niet in

WASHINGTON – De NAVO is vooralsnog niet van plan in te grijpen in Kosovo. Dat heeft het Amerikaanse ministerie van defensie gisteren laten weten.

Een hoge functionaris van het ministerie zei dat een besluit over enige vorm van gewapend ingrijpen in Kosovo volstrekt niet in zicht is. Functionarissen van het ministerie, die journalisten bijpraatten op voorwaarde dat hun namen niet genoemd zouden worden, zeiden verder dat zelfs diplomatieke bemoeienis moeilijk is geworden, omdat niet duidelijk is wie de leiders van de Kosovo-Albanezen zijn en of onderhandelingen haalbaar zijn.

De situatie in Kosovo is sinds een maand geleden, toen NAVO-gevechtsvliegtuigen oefeningen uitvoerden in de buurt van Kosovo om indruk te maken op de Joegoslavische president, Slobodan Milosevic, drastisch veranderd, zeiden de functionarissen. Het Kosovo Bevrijdingsleger (UCK) is sterk gegroeid en heeft inmiddels zo'n tweeduizend kernleden en tienduizenden aanhangers.

OVSE-missie
Als onderdeel van internationale pogingen om de crisis in Kosovo op te lossen, is gisteren een delegatie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Belgrado aangekomen voor gesprekken met Joegoslavische functionarissen.

De Duitse diplomaat Hansjoerg Eiff zei na zijn ontmoeting met de Joegoslavische minister van buitenlandse zaken, Zivadin Jovanovic, dat was gesproken „over alle aspecten van de relatie tussen de OVSE en Joegoslavië”.

Aanvankelijk had Belgrado geen toestemming gegeven voor een OVSE-missie. Bovendien hebben de Joegoslaven zich altijd verzet tegen pogingen van de OVSE om permanente posten te vestigen in het land. Joegoslavië wil eerst zijn lidmaatschap van de 54 landen tellende organisatie hersteld zien. Dat lidmaatschap werd het land in 1992 ontnomen omdat het als de aanstichter van de etnische conflicten in Kroatië en Bosnië werd gezien. Onder grote internationale druk stemde Joegoslavië vorige week donderdag toch in met een verkennende missie.

Volgens Eiff heeft de OVSE de voormalige Spaanse premier Felipe González op het oog als bemiddelaar in het conflict, maar het is niet bekend of de Joegoslaven zich in die keus kunnen vinden.

De Kosovo-Albanese politicus Bajram Kosumi zei dat de OVSE-missie te laat komt. Hij vond de missie symbolisch van belang, als teken van de westerse belangstelling voor Kosovo, maar in het gebied zelf zal de missie volgens hem „slechts een heel geringe invloed” hebben.

Een andere etnisch Albanese politicus, Luleta Pula-Beqiri, wees op de verdeeldheid binnen het Kosovaarse kamp. Volgens haar weerspiegelt het door Ibrahim Rugova's partij gedomineerde 'parlement' niet de Kosovaarse samenleving, waar op dit moment het KosovoBevrijdingsleger (UCK) het meeste aanzien geniet. Ook de internationale gemeenschap heeft dat inmiddels ingezien, en praat, behalve met de pacifistische Rugova, ook met afgezanten van het UCK.

De Turkse president, Suleyman Demirel, heeft gisteren de internationale gemeenschap opgeroepen haast te maken met het oplossen van de crisis in Kosovo. Hij zei dat zijn land welk vredesinitiatief dan ook zal steunen. Hij noemde het verdrijven van etnische Albanezen uit Kosovo „etnische schoonmaak”. Gebruik van geweld steunt hij echter niet, omdat er volgens hem geen echte oorlogssituatie is in het gebied.

Demirel was op bezoek in de Albanese hoofdstad Tirana. Zijn gastheer, president Rexhep Meidani, oordeelde dat er wel een oorlog aan de gang is. Hij zei dan ook behalve politieke en economische maatregelen zo nodig ook militaire maatregelen te steunen.

De Europese Unie is verontrust over de groeiende radicalisering van de Albanese meerderheid in de opstandige Joegoslavische provincie Kosovo. Europa moet de „gematigde” Kosovo-Albanese politici blijven steunen. Deze waarschuwing uitte de Oostenrijkse minister van buitenlandse zaken, Schüssel, gisteren in het Europese Parlement in Straatsburg. Oostenrijk is op dit moment voorzitter van de Europese Unie.