Buitenland

Crisis legt etnische scheidslijnen pijnlijk bloot

Guyana stevent af op burgeroorlog

Van onze correspondent
GEORGETOWN – De autoriteiten in het Zuid-Amerikaanse Guyana hebben een samenscholingsverbod ingesteld in een poging het toenemende geweld in te dammen. Sinds enkele weken zijn rellen en demonstraties tegen de regering van president Janet Jagan aan de orde van de dag. Bij de onlusten zijn reeds tientallen gewonden gevallen.

De onrust in Guyana, een voormalige Britse kolonie met zo'n 750.000 inwoners, duurt reeds meer dan een halfjaar. De creoolse oppositiepartij People's National Congress (PNC) van oud-president Dennis Hoyte weigert zich neer te leggen bij de verkiezingsoverwinning in december vorig jaar van de hindoestaanse People's Progressive Party (PPP) van Jagan.

Volgens de PNC is er op grote schaal gefraudeerd bij het tellen van de stemmen, maar onafhankelijk onderzoek van internationale organisaties heeft het tegendeel bewezen. Janet Jagan werd na de verkiezingen op voordracht van de PPP geïnstalleerd als nieuw staatshoofd. De huidige crisis heeft de etnische scheidslijnen in het land, dat voor het overgrote deel wordt bevolkt door hindoestanen en creolen, opnieuw pijnlijk blootgelegd.

Plunderingen
Dagelijks trekken honderden creolen, aanhangers van de PNC, leuzen scanderend en plunderend door de hoofdstad Georgetown. De demonstranten gebruiken voodoo-achtige taferelen om hun eisen kracht bij te zetten. De politie probeert het geweld met behulp van traangas en de wapenstok aan banden te leggen, tot op heden zonder veel succes. Een aantal landen, waaronder Canada, heeft reeds een reisadvies uitgegeven voor Guyana.

Eind vorige maand raakten vijf Canadezen gewond nadat ze van de tweede verdieping van het brandende ministerie van financiën waren gesprongen. Het pand was in brand gestoken door demonstrerende PNC-aanhangers. PNC-voorzitter Dennis Hoyte heeft gezegd dat de acties zullen doorgaan tot de regering-Jagan aftreedt en er nieuwe verkiezingen uitgeschreven worden. „Ik kan niet garanderen dat daarbij het geweld niet zal escaleren”, aldus Hoyte, die het land van 1964 tot 1992 leidde, overigens volgens zijn tegenstanders door onophoudelijk met verkiezingsuitslagen te knoeien.

In 1992 wist de PPP eindelijk de macht over te nemen. Cheddy Jagan die bijna een halve eeuw lang een belangrijke politieke rol heeft gespeeld, werd tot president benoemd. Hoyte nam morrend plaats in de oppositiebanken. Toen Jagan vorig jaar overleed, rekende Hoyte erop dat hij de eerstvolgende verkiezingen weer winnend zou kunnen afsluiten, maar de PPP had een sterke troef achter de hand: de weduwe van de overleden president. De nu 77-jarige Janet Jagan heeft herhaaldelijk gezegd niet te zullen aftreden onder druk van de oppositionele acties. „Dit is een democratisch gekozen regering en daar hebben anderen zich bij neer te leggen”.

Jaren zestig
Om aan te tonen dat zij de situatie de baas is, reisde het staatshoofd eerder deze week af, om elders in het Caraïbisch gebied de vergadering bij de wonen van Caricom-staten, het Caraïbische handelsblok dat dit jaar zijn 25-jarig jubileum viert. Politieke waarnemers vrezen dat het geweld uiteindelijk zal leiden tot een burgeroorlog waarbij de twee etnische groepen elkaar naar het leven zullen staan. In de jaren zestig ontstonden ook heftige onlusten, waarbij zeker veertig doden vielen. Uiteindelijk greep de toenmalige Britse kolonisator in om de creoolse en hindoestaanse kemphanen uit elkaar te halen en orde op zaken te stellen.

Kort daarna, in 1966, verkreeg Guyana de onafhankelijke status. Het land maakte in de jaren tachtig en begin jaren negentig een ernstige economische crisis door. Onder Cheddy Jagan werd echter een structureel aanpassingsprogramma uitgevoerd, dat nu zijn vruchten begint af te werpen.