Buitenland |
Veetransport naar N-Korea dankzij sunshine-policy van zuidenOver vredeskoeien in de zonneschijnDoor A. Jansen Dinsdag was de dag van Chung Ju Yung, de 83-jarige oprichter van de Zuid-Koreaanse multinational Hyundai. Zijn oude wens om ooit nog eens op deze manier het straatarme Noord-Korea te helpen ging eindelijk in vervulling. In een zwarte limousine reed hij dinsdag op kop van de karavaan, uitgezwaaid door ruim duizend Zuid-Koreaanse burgers. Aan de andere kant van de zwaarbewaakte gedemilitariseerde zone tussen de twee Korea's, werd hij begroet door Noord-Koreaanse dames met bloemen in de hand. Even later verdween Chung in een andere zwarte limousine, richting Pyongyang, voor een achtdaags verblijf in Noord-Korea. Chung kon het niet laten om in het bestandsdorp Panmunjom te verhalen over de motieven achter dit veetransport. Als kind van een arm boerengezin in het dorp Tonchon dat nu in Noord-Korea ligt wilde hij niets liever dan ooit een eigen onderneming beginnen. In 1933, hij was toen 18 jaar, zag Chung zijn kans schoon. Hij pikte een koe uit de stal van zijn vader en verliet het ouderlijk huis. Onderweg verkocht hij het beest en met het geld startte hij een bedrijfje in het zuiden van het land (de Koreaanse oorlog liet nog een kleine twintig jaar op zich wachten dus Noord- en Zuid-Korea bestonden toen niet). Met rente Zorgen waren er wel geweest over het bijzondere transport. Zo vreesde men dat de vrijwel niet meer gebruikte vredesbrug bij Panmunjom onder het gewicht van de vrachtwagens zou bezwijken. Zorgen maakte men zich in Zuid-Korea ook over berichten dat in Noord-Korea mond- en klauwzeer heerst. De kans dat de ziekte met de terugkerende vrachtwagens mee zou reizen was niet denkbeeldig, dus daarvoor moest een oplossing worden bedacht. Ze als geschenk achterlaten? Dat kon niet, want vrachtwagens behoren volgens de strenge Koreaanse regels niet tot humanitaire hulpgoederen. Ten langen leste werden de wagens maar op krediet verkocht aan het noorden. Het opmerkelijkst van Chungs veetransport is natuurlijk dat hij sowieso toestemming kreeg om als privé-persoon naar het noorden te reizen. Tot voor kort stond Zuid-Korea nauwelijks toe dat burgers met Noord-Koreanen spraken, laat staan dat er over en weer ontmoetingen plaats mochten vinden. Dat burgers met koeien naar het noorden sjouwen was helemaal ondenkbaar. Hetzelfde geldt voor Noord-Korea: de vijandschap jegens de zuiderburen ging soms zover dat de autoriteiten in Pjongyang hun onderdanen liever van honger lieten omkomen, dan dat ze hulpgoederen uit het zuiden accepteerden. En dan de locatie die de vroegere Hyundai-president koos voor zijn veetransport, Panmunjom, het bestandsdorp in de gedemilitariseerde zone. Als blijk van onwil om direct met het zuiden overleg te voeren over een vredesverdrag, is Panmunjom altijd door Noord-Korea genegeerd als plaats van ontmoeting en overleg. Contacten tussen de twee Korea's vinden plaats in Peking of Genève, niet in Panmunjom. Daar duurde de Koude Oorlog voort, met agressieve propaganda over en weer, en af en toe schermutselingen. Deze week was Panmunjom voor het eerst sinds vele jaren weer wel plaats van toenadering: zowel Noord- als Zuid-Korea hadden ermee ingestemd dat Chung zijn koeien daar de grens zou overzetten. Daarmee kreeg Chungs koehandel een politieke betekenis van jewelste geheel in overeenstemming met de diepere bedoelingen van Chung. Ik hoop oprecht dat mijn bezoek aan Noord-Korea niet een geïsoleerd gebeuren zal blijven, maar de basis zal leggen voor verzoening en vrede tussen noord en zuid, sprak Chung plechtig alvorens hij de Vredesbrug overstak. Toenadering Sinds zijn aantreden in februari voert D. J., zoals de president wordt genoemd, een beleid van toenadering, concessies en vertrouwenwekkende maatregelen tegenover de noorderbuur. Sunshine-policy (beleid van zonneschijn) wordt het veelbetekenend in de volksmond aangeduid. Een belangrijk onderdeel van dat beleid is de scheiding tussen politiek en economie: er mag dan officieel nog oorlog zijn tussen de twee Korea's, zakenlieden mogen hun gang gaan om in het noorden investeringen te doen en joint ventures op te richten. Dat komt de toenadering en opening van het land alleen maar ten goede, zo luidt D. J.'s redenering. Kwamen tot voor kort burgers in Zuid-Korea nog in de cel als ze naar de Noord-Koreaanse radio luisterden of Noord-Koreaanse lectuur lazen, deze week liet Seoul schoorvoetend de eerste Noord-Koreaanse lectuur, muziek en videobanden toe. Ook diepvriesprodukten en groenten worden sinds kort vanuit het noorden naar het zuiden verhandeld. Kims 'zonnige aanpak' lijkt aan te slaan. Niet alleen Chungs ontvangst aan de andere zijde van de gedemilitariseerde zone wijst daarop, dat doet ook het feit dat Noord-Korea binnenkort topmilitairen naar Panmunjom stuurt om deel te nemen aan overleg met VN-functionarissen. Dat beide landen nog een lange weg hebben te gaan, zal niemand ontkennen. Deze week kwamen er immers ook heel grimmige geluiden uit Noord-Korea. Dat men zal doorgaan met het exporteren van rakettechnologie naar Pakistan en Iran bijvoorbeeld. Ook de toegeeflijkheid tegenover Zuid-Korea valt minder zonnig te verklaren dan Kim Dae Jung zal doen. Immers, vanwege de wanhopige voedselsituatie in het land kan men bijna niet anders dan buigen. In het verleden heeft Pyongyang al heel wat concessies los gekregen door zich afwisselend als duif en havik te manifesteren. Kim Dae Jung is dus gewaarschuwd. Intussen doen Zuid-Koreaanse bedrijven voorzover ze nog bestaan, de financiële crisis zaait momenteel dood en verderf in de bv Zuid-Korea goede zaken in Noord-Korea, nu het is toegestaan er joint ventures op te richten. Achter Chungs ideële missie speelt ten slotte ook puur eigenbelang mee. Hereniging van de twee Korea's is nog lang niet aan de orde, maar wie als bedrijf de weg kent in het noorden kan er straks volop profiteren van de goedkope grond en dito arbeidskrachten. |
![]() |