Buitenland

Bevolking naar de stembus voor vervroegde verkiezingen

Tsjechen worden moe van de politiek

Door dr. H. Renner
GRONINGEN – „Ik ben het echt beu”, klaagde onlangs de Tsjechische president Vaclav Havel tegenover een vertrouweling. Het was bedoeld als een privé-opmerking voordat een officieel vraaggesprek met de president begon. Arme Havel. De microfoons stonden reeds open, de tv-camera's draaiden en zo werd niet Havels interview maar de verzuchting in een onbewaakt ogenblik wereldnieuws.

Niet alleen Havel, herstellende van een zware operatie, toont vermoeidheidsverschijnselen en ziet de Tsjechische politiek op dit moment niet zitten. Hetzelfde geldt voor de gehele Tsjechische samenleving. De Tsjechen worden moe van de politiek. Zij zijn zwaar teleurgesteld in hun politieke elites die uitblinken in vruchteloze debatten en onderlinge ruzies, maar daadkracht en politieke visie missen. En dit terwijl morgen en zaterdag in het land vervroegde parlementsverkiezingen worden gehouden.

Tot ongeveer een jaar geleden gold de Tsjechische republiek als een toonbeeld van politieke stabiliteit en relatieve economische prosperiteit onder de voormalige communistische landen. Vanaf 1992 werd het land geleid door een centrumrechtse coalitie met Vaclav Klaus als premier. De populariteit van Klaus en zijn regeringsploeg, overwegend bestaande uit economen, was aanzienlijk. De partij van Klaus, de liberaal-conservatieve Democratische Burgerpartij (ODS), won opnieuw de verkiezingen van 1996. De coalitie werd voortgezet tot de economische groei in 1997 stagneerde en de zelfverzekerde Klaus moest erkennen dat de economische transformatie ook in Tsjechië was vastgelopen.

Frustraties
De bevolking bleek volstrekt onvoorbereid op zo'n tegenvaller. “The Czech dream”, het economische wonder zoals in Duitsland na de Tweede Wereldoorlog dat Klaus jarenlang de Tsjechen had voorgespiegeld, was voorbij. De levensstandaard daalde. De frustraties namen evenredig toe met het stijgend aantal corruptieschandalen en financiële malversaties waartegen de regering niet was opgewassen. Tsjechië, in het Westen lang beschouwd als de beste leerling in de transformatieklas, bleek plotseling net zo'n ploeteraar als de andere lotgenoten, Polen en Hongarije.

De regering Klaus struikelde afgelopen november over een futiliteit en trad af. De politieke crisis in het land was een feit, te beginnen in de eigen partij van Klaus, de ODS. Een aantal prominente leden, onder aanvoering van de voormalige minister van binnenlandse zaken en oud-dissident Jan Ruml, kwam tegen Klaus in opstand. Deze politici, die goede relaties met president Havel onderhouden, verweten Klaus een betweterig en arrogant gedrag en gaven hem de schuld voor ongeveer alles wat aan de rechterzijde van het Tsjechische politieke spectrum was misgegaan.

Ruml en de zijnen stichtten inmiddels een nieuwe rechtse partij, de Vrijheidsunie (US). Tsjechië kreeg een overgangsregering met als premier de weinig opvallende maar ter zake kundige oud-gouverneur van de Tsjechische Bank, Josef Toovsk. Dit 'zaken'-kabinet leidde Tsjechië zonder grote strubbelingen naar de verkiezingen die het land een nieuw parlement en een nieuwe regering moeten opleveren. En hierin schuilt juist het grootste probleem. Het parlement zal er komen, maar de formatie van de regering zal een buitengewoon lastig –en volgens sommige sceptici zelfs onmogelijk– karwei worden.

In evenwicht
”Wee de overwinnaars!”, luidde de kop in het gezaghebbende dagblad “Lidové Noviny” afgelopen vrijdag, toen één week voor de verkiezingen de laatste opiniepeilingen werden geopenbaard. In Tsjechië dreigt straks een patstelling te ontstaan, waarin rechts, links en de extremistische partijen elkaar in evenwicht zullen houden. De drie rechtse democratische partijen halen volgens de prognoses nooit de meerderheid in de 200 zetels tellende Tsjechische Tweede kamer. De ODS zal de meeste stemmen trekken, wellicht 20 procent of zelfs iets meer, maar de US en de christen-democraten zullen beide ver beneden 10 procent belanden. Bovendien is de animo van klein rechts om wederom een coalitie onder Klaus te vormen niet bijster groot.

Wellicht een linkse regering dan? Na acht jaar rechtse politiek zullen de Tsjechen best aan een verandering toe zijn. Zo denken in elk geval de Tsjechische sociaal-democraten van Milo Zeman. De CSSD is weliswaar de enige fatsoenlijke linkse partij op het politieke toneel, maar veel verder dan 25 procent van de stemmen komt zij waarschijnlijk niet. Alléén regeren kan de CSSD niet. De christen-democraten kunnen in aanmerking voor een coalitie komen, maar op zo'n wankele minderheidsregering zit eigenlijk niemand te wachten.

Geen Wim Kok
Daarbij komt nog dat Zeman bepaald niet als een integrerende factor in de Tsjechische politiek geldt. Hij is geen Tsjechische Wim Kok. De leider van de CSSD staat bekend om zijn grof gedrag en boude uitspraken die door vriend en vijand als beledigend worden ervaren. Anders gesteld, Zeman is nog meer conflictueus –ook binnen zijn eigen partij– dan premier Klaus was. Volgens de laatste prognoses komen de vier democratische partijen gezamenlijk op ongeveer 150 zetels. De rest gaat verloren aan de extremisten.

Het ziet er naar uit dat de ultrarechtse nationalistische Republikeinse partij de kiesdrempel van 5 procent ruimschoots haalt en wederom in het parlement zal belanden. Alle democratische partijen boycotten deze Tsjechische 'Janmaten'. Deze partijen, de CSSD inbegrepen, zullen ook nooit een coalitie aangaan met de extreem linkse Communistische Partij, die zij als erfgenaam van de oude dictatuur beschouwen.

Er blijft nog een extremistische partij over, met de fraaie naam “Gepensioneerden voor levenszekerheden” (DZJ). Zij werd onlangs opgericht door de kolonel b.d. en oud-communist Eduard Kremlicka. Wat het programma betreft staat de DZJ zeer dicht bij de communisten. Kremlicka ontdekte een 'gat in de markt' en trekt niet alleen bejaarden, maar ook werklozen en andere ontevredenen naar zich toe. De rechtse partijen beschouwen de 'communistische bejaarden' als nog gevaarlijker dan de communisten zelf. Een catastrofaal scenario: de leider van de CSSD, Zeman, die zich al op de stoel van de premier ziet zitten, zal ten einde raad een coalitie met de “gepensioneerden” vormen. In zo'n geval zou een minderheidsregering ontstaan die in het parlement door de communistische partij wordt geduld. Op deze wijze, zo vreest men, zullen de communisten achter de schermen toch invloed op de Tsjechische politiek kunnen uitoefenen.

Normale reactie
Gelukkig is president Havel er nog. Hij ziet de bui al hangen. Aan het adres van de Tsjechische politiek liet de president weten dat hij de lijsttrekker van de grootste partij niet per se als formateur van de nieuwe regering hoeft aan te wijzen. Tegelijkertijd stelde Havel de bevolking gerust. Hij zal niet om politieke redenen aftreden. Hij zal zijn ambt slechts verlaten wanneer zijn gezondheid het laat afweten, maar dat is voorlopig niet aan de orde. Dat “beu zijn” voor de tv-camera's was een normale reactie, aldus Havel. Ook hij heeft net als iedereen recht op een baaldag.

Vlak voor de verkiezingen weten de Tsjechen tenminste waar zij aan toe zijn. Het politiek getouwtrek in hun land geeft weinig aanleiding tot vreugde. Maar gelukkig is Havel weer op de been.