Gevechten ten zuiden van havenstad Assab
Ethiopië en Eritrea openen derde frontVan onze buitenlandredactie ADDIS ABEBA De strijd tussen Ethiopië en Eritrea is gisteren verscherpt door gevechten ten zuiden van de Eritrese havenstad Assab aan de Rode Zee. Het betekent het derde front in de oorlog. Ook in de veel westelijker gelegen Yirga-driehoek bij Badme en bij de stad Zalambessa leverden de strijdende partijen weer slag. Getuigen meldden dat twee Eritrese helikopters en een Mig-gevechtsvliegtuig de stad Adigrat, in de buurt van Zalambessa, hebben aangevallen. Daarbij zijn volgens ooggetuigen zeker vier mensen gedood en meer dan veertig burgers gewond geraakt. Bij de luchtaanval zou een voedseldepot voor vluchtelingen uit Zalambessa zijn getroffen. Eritrea heeft gisteren de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties gevraagd alles te doen wat in zijn macht ligt om een einde te maken aan de gevechten in het grensgebied. In een brief aan de voorzitter van de raad beschuldigde de Eritrese VN-ambassadeur Haile Menkerios Ethiopië ervan de scheep- en luchtvaart in Eritrea te bedreigen. Dit zou ook een gevaar vormen voor het internationale handelsverkeer. Wij doen een beroep op de raad dit te veroordelen en alles te doen wat in zijn macht ligt om dit bijtijds te laten stoppen, schreef de ambassadeur. Dat er gevechten bij Assab zouden uitbreken, was verwacht, daar zowel Ethiopië als Eritrea de afgelopen tijd in het buitengewoon hete en onherbergzame gebied militairen en artillerie heeft samengetrokken. De twee landen beschuldigden elkaar ervan de gevechten te zijn begonnen. Ethiopië meldde dat het de Eritrese strijdkrachten zware verliezen had toegebracht. De Eritreërs zouden om 05.00 uur gistermorgen de strijd zijn begonnen. Het Ethiopische leger had uit voorzorg al enkele dagen eerder de burgerbevolking geëvacueerd uit het grensstadje Burie, 75 kilometer ten zuidwesten van Assab. Assab, niet ver van de grens met Djibouti, is van strategisch belang. Bij de stad is de Rode Zee op haar smalst. De raffinaderij bij de stad is al verscheidene maanden dicht, nadat Ethiopië de aankoop van olie had gestaakt. Ethiopië raakte zijn verbinding kwijt bij de onafhankelijkheid van Eritrea en in nationalistische kringen is herhaaldelijk de haven opgeëist. Rwanda en de Verenigde Staten hebben hun pogingen om via onderhandelingen een oplossing voor het geschil te bereiken hervat. Regeringsfunctionarissen van beide landen kwamen woensdagavond in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba aan. Rwanda en de VS kwamen vorige week met een vredesplan dat onder meer demilitarisering van het grensgebied tussen beide staten omvat. Ethiopië ging met het plan akkoord, maar Eritrea reageerde terughoudend. Het is nog niet duidelijk of de functionarissen ook naar Asmara zullen gaan. De Eritrese president Issaias Afewerki weet voor de BBC de problemen met de pogingen om een oplossing voor het conflict te vinden aan de overhaaste wijze waarop de Amerikanen te werk gaan. De Amerikanen denken dat je regelingen snel met een stoomwals erdoorheen kunt jagen, maar dat werkt niet, meende Afewerki. Djibouti De kleine republiek Djibouti aan de Rode Zee dreigt ondanks zijn verklaarde neutraliteit in de tang te raken tussen de strijdende partijen. Dit wegens de strategische positie van zijn haven, waar bijna alle voorraden voor Ethiopië worden aangevoerd. Behalve de beide Eritrese havens Assab en Massawa is de haven van Djibouti feitelijk de enige toegang tot de Rode Zee die Ethiopië kan gebruiken. Een nieuw front in de Eritrees-Ethiopische oorlog ligt op minder dan 100 kilometer van de grens van Djibouti en de havenstad Djibouti, tevens de hoofdstad, ligt er nauwelijks 200 kilometer vandaan. Troepen van Djibouti zijn naar het noorden verplaatst om de grens met Eritrea te bewaken. De Djiboutiërs zijn zeer waakzaam, zei een westerse diplomaat, vooral sinds gevechten dichterbij komen. Hij verwoordde de verbazing van diplomaten dat Ethiopië naar Assab lijkt te willen oprukken, terwijl het conflict over een heel ander deel van de Eritrees-Ethiopische grens gaat. Ethiopië verloor met de onafhankelijkheid van Eritrea in 1993 al zijn toegangen tot de Rode Zee. Westerse waarnemers sluiten niet uit dat de Ethiopiërs de Eritrese haven Assab willen veroveren. Een kenner van het gebied zei dat deze haven gemakkelijk is in te nemen, want hij ligt midden in een kustvlakte en is zonder natuurlijke verdedigingslinies. Djibouti, waar Frankrijk een belangrijke militaire basis heeft, speelt mede een rol omdat de Ethiopische aanvoer van benzine en strategische goederen in tijden van oorlog erlangs gaat, zei hij. Marineschepen met de Ethiopische vlag worden sinds 5 juni waargenomen in de haven van Djibouti. Twee verouderde schepen, die wel beschikken over raketlanceerders, en drie patrouilleschepen liggen op de rede. Er is geen troepentransportschip gesignaleerd. De Ethiopische marine werd feitelijk in 1995 opgedoekt. Een aantal schepen werd op een veiling in Djibouti verkocht. Eritrea nam enkele Ethiopische marineschepen in beslag. Eén patrouilleboot werd geschonken aan Djibouti, waar nu de rest van de Ethiopische vloot ligt. President Hassan Gouled Aptidon, die momenteel voorzitter is van de Afrikaanse Intergouvernementele organisatie voor ontwikkeling (Igad), bezocht in mei Asmara (Eritrea) en Addis Abeba (Ethiopië) voor een bemiddelingspoging bij de regeringen in het grensgeschil. |