Buitenland

Burgers volgen Milosevic' harde lijn slechts met de lippen

Serviër wil niet sterven voor Kosovo

Door drs. B. Belder
BELGRADO – Honderden politieagenten die ontslag nemen, Albanese dreigementen van contraterreur tot in de Servische hoofdstad Belgrado: hoe reageert de Servische bevolking op het zware wapengeweld op het Merelveld (Kosovo polje)? De vrijmoedige opinie van een Servische wetenschapper annex politicus die liever anoniem wenst te blijven.

Gaan er geen protesterende stemmen op in Servië tegen de bloedige escalatie van het territoriale conflict met de Albanese meerderheid in Kosovo? Dissidente geluiden voor het schijnbaar oppermachtige Milosevic-regime.

„Onder de gewone burgers heerst werkelijk algemene en totale apathie”, verzekert de Serviër. „Ze maken zich heel weinig druk over Kosovo. En ja, die politiefunctionarissen die zijn opgestapt... Begrijpelijk, want ze weten niet waarvoor ze eigenlijk vechten. Het gonst hier van de geruchten. De maatschappelijke atmosfeer is al met al zeer slecht. Apathie is beslist de beste verklaring voor onze situatie.

Over dissidente geluiden en oppositiepartijen valt weinig zinnigs te zeggen. Je hoort overal dezelfde verhalen. Papegaaienstories! Verhalen die in wezen niemand gelooft. Bijvoorbeeld over Kosovo als heilig Servisch grondgebied. De politieke partijen praten elkaar evenzeer na. Blabla”.

De politieke, respectievelijk publieke opinie houdt dus onverkort vast aan Kosovo als Servisch territoir. De Serviërs pretenderen officieel geen duimbreed te wijken voor de Albanezen.

„Iedereen deelt die opvatting”, vult onze zegsman aan. „Ondanks de enorme apathie heerst er onder ons volk een sterke anti-Albanese stemming. Absoluut! De overgrote meerderheid van de Serviërs vindt dat Kosovo bij Servië hoort te blijven. In die optiek is er geen plaats voor de Albanezen in Kosovo. Die moeten er dan ook worden uitgezet. Nee, over de Kosovo-crisis klinken er geen dissidente Servische stemmen”.

Die onverzettelijke opstelling inzake Kosovo vergt wel een sterk nationaal moreel. Hoe valt dat te rijmen met wijdverbreide apathie, met massale dienstweigering?

„Oké, aan dit moreel ontbreekt het ons zonder meer. Het punt is dat we hier al jaren elementaire zaken missen. Desalniettemin gebeurt er niets schokkends, als je tenminste begrijpt wat ik bedoel”, lacht onze bron. „Zelfs indien Milosevic het verliest in de Kosovo-zaak, dan blijft de nabije toekomst extreem moeilijk te voorspellen”.

Montenegro-factor
Beïnvloeden de politieke ontwikkelingen in buurstaat Montenegro de Serviërs meer dan die in Kosovo? In Podgorica waait een nationalistische, naar onafhankelijkheid zwemende geest. En in de persoon van de Montenegrijnse president Djukanovic heeft diens Joegoslavische ambtgenoot Milosevic een geduchte uitdager gekregen. In de westerse pers is deze openbare tweespalt tussen Belgrado en Podgorica, tussen de 'Slavische Siamese tweeling” (Serviërs en Montenegrijnen) breed uitgemeten. Ook het uiteenvallen van mini-Joegoslavië (Servië plus Montenegro) lijkt een kwestie van tijd.

Die laatste voorstelling van zaken acht onze informant zwaar overdreven. „Nee, van beïnvloeding door Montenegro is totaal geen sprake. Het Westen blaast de rol van Djukanovic geweldig op. Het rept over een Montenegrijnse zege op Servië. Maar Servië is een aparte, zelfstandige staat. In geen geval kunnen politici van buitenaf zich mengen in ons beleid. Nogmaals: het Westen verkijkt zich op de factor Montenegro in de balkanpolitiek”.

Al die westerse sympathieke aandacht voor president Djukanovic is derhalve misplaatst? „Ach, Djukanovic veroverde het presidentschap vanuit een machtspositie. Hij was eerder minister-president. Djukanovic had al een vaste greep op de media en het politieapparaat. Hij zat met andere woorden veel steviger in het zadel dan zijn voorganger als president, Bulatovic. Nee echt, het Westen dient goed onderscheid te maken tussen de politieke toestand in Servië en Montenegro”.

Voor eigen hachje
Albanese zegslieden binnen en buiten Kosovo dreigen met contraterreur op Servisch territorium als vergelding voor Milosevic' campagne van “etnische zuiveringen” in het westelijk grensgebied van Kosovo. Zelfs de inwoners van de hoofdstad Belgrado zullen dan niet meer veilig zijn, heet het.

Onze gesprekspartner reageert bedaard: „Tot op heden is er niets van dien aard voorgevallen. Anderzijds zal een Noord-Iers scenario op Servisch grondgebied mij niet verbazen. Alles is hier mogelijk! Een alternatieve verklaring heb ik niet bij de hand”.

Zit er geen millimeter beweging in het Servische politieke landschap? Is de hoop op grondige verandering sinds de massale demonstraties van eind 1996 volledig vervlogen? Waar zijn de oppositieleiders van die dagen, Zoran Djindjic en Vuk Draskovic, eigenlijk gebleven?

„Die politieke energie is simpel weggevloeid. Djindjic en Draskovic hebben gezamenlijk deze krachtenbundeling van 's lands oppositie niet benut, maar verspild. Het scheppen van een nieuw politiek alternatief voor het Milosevic-bewind zal daarom allesbehalve gemakkelijk zijn. Vandaag de dag hebben alleen Milosevic en de ultranationalist Seselj het voor het zeggen in Belgrado.

Ik zou overigens niet graag willen beweren dat onze politieke situatie volkomen uitzichtloos is. De bitterheid onder de bevolking is daarvoor te groot. Zij is het bepaald oneens met het optreden van Milosevic en de zijnen. Wij hebben, kortom, gewoon tijd nodig om een nieuw politiek alternatief voor de huidige Servische machthebbers te creëren. Dat betekent onvermijdelijk het aantreden van nieuwe gezichten. Ik spreek nu speciaal voor de oppositie. Want in politiek opzicht hebben Djindjic en Draskovic voorgoed afgedaan als dé tegenstrevers van Milosevic”.

Is die vrijwillige ontslagname van zoveel Servische politiemensen niet als een moedige daad te beschouwen als we op het repressieve binnenlandse politieke klimaat letten?

„Die politielui komen alleen op voor hun eigen veiligheid, voor hun leven! Zij zijn niet gekant tegen het beleid van Milosevic. Hun gedrag is het product van de sociale apathie”.

Geen nare gevolgen voor de betrokkenen? „Dat geloof ik niet. Die massale ontslagname is de rekening van de heersende bitterheid en hopeloosheid. De mensen zijn niet bereid te sterven voor een zaak die ze in feite niet na aan het hart ligt. Aan die opzienbarende daad schonken trouwens louter de onafhankelijke media in Servië ruimschoots aandacht”.

Ondanks de trieste politieke en economische toestand in zijn vaderland blijft de Servische intellectueel optimistisch: „Dezelfde energie van de immense protestdemonstraties tegen Milosevic is immers in potentie aanwezig. Het komt er nu op aan dat nieuwe oppositieleiders en -partijen die op een geloofwaardige wijze weten aan te wenden. Die tijd komt spoedig. Binnen een paar jaar. Daar zet ik mij voor in. Gevaarlijk? Welnee!”