Buitenland

Rusland houdt NAVO tegen

Belgrado negeert
internationale
waarschuwingen

ROME – Belgrado mag van Kosovo onder geen voorwaarde een nieuw Bosnië maken, zo heeft de Britse premier Blair gisteren gewaarschuwd. Toch is dat precies wat er lijkt te gebeuren. De Serviërs gaan onverdroten voort met hun zuiveringen, terwijl de internationale gemeenschap vastloopt in omtrekkende bewegingen en Rusland zich opmaakt om dwars te gaan liggen.

De Britse premier, wiens land momenteel EU-voorzitter is, uitte zijn waarschuwingen aan het adres van Milosevic tijdens een bezoek aan Rome. Hij zei dat partijen in het conflict de vastbeslotenheid van de internationale gemeenschap vooral niet moeten onderschatten.

Zijn gespierde taal lijkt vooralsnog weinig concrete invulling te krijgen. Een spoedig optreden van de NAVO in het gebied behoort voorlopig niet tot de mogelijkheden. Rusland torpedeerde gisteren de hoop op goedkeuring voor een snelle NAVO-interventie. Het bondgenootschap kan geen militairen naar de Servische provincie sturen zonder dat de Joegoslavische autoriteiten en de VN-Veiligheidsraad daarmee vooraf hebben ingestemd, meldde Sergej Jastrjembski, woordvoerder van president Jeltsin.

„Kosovo ligt in het grondgebied van een soevereine staat en bij de beslissing over het sturen van troepen daarheen moet voor alles rekening worden gehouden met de mening van de desbetreffende staat”, aldus Jeltsins woordvoerder.

De parlementaire vergadering van de West-Europese Unie (WEU) wil dat de defensieorganisatie iets onderneemt in het conflict in Kosovo. „Het barbaarse streven van de Servische strijdkrachten breidt zich uit in een deel van Europa dat in de afgelopen zeven jaar als geen ander onrust en conflicten heeft gekend en dat is onacceptabel”, aldus voorzitter Lluis Maria de Puig gisteravond in Parijs. De ministerraad van de WEU moet dinsdag bij zijn vergadering in Brussel alle middelen van de organisatie aanbieden aan de Contactgroep voor het Voormalige Joegoslavië en aan de NAVO, aldus De Puig.

Belgrado heeft steeds woedend gereageerd op iedere suggestie van buitenlandse inmenging in wat het ziet als een puur binnenlandse aangelegenheid en een volkomen legitieme strijd tegen terrorisme. De kans dat de Servische autoriteiten binnenkort van mening zullen veranderen is verwaarloosbaar.

Het bondgenootschap zelf zegt te wachten op een vastomlijnd, weldoordacht militair advies. Op 12 juni praten de leden van de Contactgroep –VS, Rusland, Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en Italië– in Londen over Kosovo. Volgende week komen in Brussel de ministers van Defensie van de NAVO-landen bijeen om zich op de kwestie te beraden.

Vooralsnog is de enige concrete stap het sturen van een veertig man sterk verkenningsteam. Dat is inmiddels aangekomen in Macedonië en moet volgende week arriveren in de grensstreek met Kosovo. Zij maken een begin met verkenning van het terrein en het op een rij zetten van de mogelijkheden.

Ook de andere belangrijke speler in het krachtenveld, de VN, lijkt vooral geen overhaaste stappen te willen zetten. De vluchtelingenorganisatie UNHRC beperkte zich gisteren tot het openen van een kantoor in Albanië, vlak bij de grens met Kosovo. Het kantoor ligt in de regio Tropoje, waar al veel Kosovo-Albanese vluchtelingen verblijven.

Afgesloten
Intussen rukken de troepen van Milosevic verder op in de Zuid-Servische provincie, en lijken zowel de burgers als het gewapend verzet steeds meer in het nauw te komen.

De Servische politie in Kosovo zei gisteren de belangrijke weg Pec-Djakovica in het zuidwesten van de provincie te hebben veroverd op de strijders van het Kosovo Bevrijdingsleger (UCK). De weg scheidt het grensgebied met Albanië van de rest van de opstandige Servische provincie. De Servische troepen proberen ook de weg van de hoofdstad Pristina naar Pec op het UCK te heroveren. Deze strijd op twee fronten heeft een stroom van vluchtelingen op gang gebracht.

De vluchtroute naar Albanië, waarvan in de afgelopen weken tien- tot twintigduizend mensen gebruikmaakten, lijkt nu afgesloten. Het UCK trekt zich volgens ooggetuigen nu terug naar het noorden, weg van de grenzen met Macedonië en Albanië, en in de armen van de speciale politie-eenheden uit Belgrado. De Servische troepen gokken erop dat de UCK-strijders nu te maken krijgen met gebrek aan voedsel en dat ze zich dan gedwongen zullen zien zich over te geven.