Buitenland

Bewoners Nuba-gebergte in Sudan ingeklemd tussen twee vuren

Tussen islam en christendom

MERAWI – Op de dorre hoogvlakte van het Nuba-gebergte in Sudan trainen rebellensoldaten voor de strijd met het regeringsleger, terwijl broodmagere jongetjes vrijheidsliedjes zingen in de richting van het dal, dat bezet wordt door regeringstroepen.

Nergens kun je het als inwoner van Sudan slechter treffen dan in het Nuba-gebergte. Want hier zitten de inwoners ingeklemd tussen noord en zuid, tussen Arabisch en Afrikaans, tussen islam en christendom.

Bijna vijftien jaar lang hebben de Nuba, zoals de inwoners van het gebied ook wel worden genoemd, partij gekozen voor het opstandige Sudanese Volksbevrijdingsleger en zich tegen de leiders van de islamitische regering in Khartoem gekeerd.

Referendum
Maar in tegenstelling tot de Sudanezen die net iets meer zuidwaarts wonen, mogen de Nuba straks geen stem uitbrengen bij het aangekondigde referendum over eventuele autonomie voor het zuiden. Dat referendum zal onder internationaal toezicht staan, maar de regering in Khartoem bepaalt waar het gehouden wordt.

De autoriteiten hebben bepaald dat alleen inwoners van de provincies Bahr el Ghazal, Eastern en Western Equatoria, Lakes, Jonglei en Upper Nile hun stem mogen uitbrengen. Maar de rebellen eisen dat dat gebied wordt uitgebreid met Southern Kordofan, de provincie waarin ook het Nuba-gebergte ligt, en het zuidelijke Blue Nile.

Yusuf Kuwa, een plaatselijke rebellencommandant, zegt dat de oorlog zal voortduren zolang Khartoem blijft volhouden dat Sudan een islamitisch land is. „Wat wij willen is een verenigd Sudan, een Sudan waarin de macht wordt gedeeld, waar de welvaart wordt gedeeld”, zegt Kuwa. „Laten we onze verschillen aanvaarden. Laten we onze verschillende culturen aanvaarden. En laten we dan een nieuw Sudan opbouwen, gebaseerd op deze realiteiten”.

Vruchtbaar
Tijdens de viering van de vijftiende verjaardag van de zuidelijke opstand, afgelopen zaterdag, beschuldigde Kuwa de regering ervan de Nuba uit te hongeren om hun zo haar wil op te leggen.

De regering heeft in zijn ogen vele wapens gebruikt in haar lange campagne tegen het opstandige zuiden, en de door mensenhand veroorzaakte hongersnood is het dodelijkst gebleken. Meer dan 1,5 miljoen Sudanezen, onder hen ook Nuba, zijn de afgelopen jaren gedood door de gevechten of door de hongersnood die ze teweegbrachten.

Het Nuba-gebergte beslaat ongeveer 50 vierkante kilometer van de provincie Southern Kordofan. De valleien zijn weelderig groen en vruchtbaar, maar de bergen zijn ruig en bezaaid met holen en grotten.

Gedurende tien jaar heeft de regering verregaande beperkingen opgelegd aan VN-hulpoperaties voor nederzettingen in de buurt van regeringsgarnizoenen. Inwoners die voedsel wilden hebben, werden zo naar de kant van de regeringstroepen gelokt, waarbij ze het gebied dat in handen was van de rebellen in de steek moesten laten.

Voorspelling
Vorig jaar werd het nog erger, toen veel Nuba's die de vruchtbare grond in de valleien bewerkten op de vlucht moesten slaan toen de regeringstroepen het gebied bezetten. Daardoor zijn meer dan 300.000 mensen samengestroomd in Kadugli, in de noordwestelijke uitlopers van de bergen. Anderen, die nog hoger moesten vluchten, moeten zich in leven zien te houden met zaden, fruit en bladeren, want drie jaar van droogte hebben het terrein voor landbouw waardeloos gemaakt.

Kevin Ashley, een adviseur van het Amerikaanse Agentschap voor Internationale Ontwikkeling, schat dat tussen de 25.000 en 30.000 mensen zich in de bergen hebben opgehoopt. „Deze mensen proberen nu op die stenen heuvel te overleven, maar dat gaat hen niet lukken”, luidt zijn sombere voorspelling.

Voor deze hulpbehoevenden is slechts een kleine hoeveelheid voedsel illegaal Sudan binnengebracht door hulporganisaties die onafhankelijk opereren van de Verenigde Naties. Volgende maand zullen de VN, voor het eerst in tien jaar, een onderzoeksteam naar het Nuba-gebergte sturen. De Nuba's hopen dat dat de eerste stap is naar een grootscheepse hulpoperatie.