Chronologie van 32 jaar bewindRIJSWIJK Na ruim 32 jaar is gisteren een eind gekomen aan het bewind van president Soeharto. Een overzicht. 1 oktober 1965: Generaal-majoor Soeharto, commandant van de strategische reserve, verijdelt een couppoging van linkse officieren, naar verluidt met steun van communisten, tegen president Soekarno. Soeharto wordt minister van defensie en staatsveiligheid en is de feitelijke machthebber. oktober 1965-maart 1966: communistenmoord op Java en Bali. Schattingen over het aantal doden lopen uiteen van 200.000 tot een half miljoen, veelal Chinezen. De communistische partij wordt verboden.
11 maart 1966: Soeharto neemt de uitvoerende macht van Soekarno over. Hij roept de Nieuwe Orde uit en vormt een regering van technocraten en militairen, die zich vooral op herstel van de economie richt.
1967: Indonesië is een van de initiatiefnemers voor de vorming van de Asean.
maart 1968: Het Volkscongres ontneemt Soekarno de titel president voor het leven en kiest Soeharto als staatshoofd. Die wordt daarna om de vijf jaar herkozen. Soekarno blijft vrijwel onder huisarrest en overlijdt in 1970. augustus 1971: De corporatieve beweging Golkar wint de parlementsverkiezingen. Golkar, een vereniging van functionele groepen die het leger in 1964 opzette, wordt daarmee feitelijk de regeringspartij. december 1975: Indonesië valt Oost-Timor binnen na het vertrek van de Portugezen. Mensenrechtenorganisaties schatten dat bijna eenderde van de 650.000 inwoners omkomt. De verzetsbeweging Fretilin zet de strijd voort. 17 juli 1976: Annexatie Oost-Timor. De VN weigeren die te erkennen. mei 1977-december 1979: Opstand van Vrij Papoea Beweging (OPM) in Irian Jaya. april 1979: Ontwikkelingsplan van vijf jaar om 2,5 miljoen mensen van het overbevolkte Java over te brengen naar de nog te exploiteren buitengewesten. 1980: Oppositiegroep Petisi 50 protesteert tegen onderdrukking en corruptie.
1984: Soeharto poogt alle publieke organisaties de staatsideologie van de pancasila op te leggen. Dit leidt tot rellen en bomaanslagen in en rond Jakarta. Leden van moslimoppositie krijgen hiervoor lange straffen.
april 1990: Separatisten in Atjeh (Noord-Sumatra) vallen politieposten aan. De opstand is in juli 1991 goeddeels bedwongen na een harde militaire campagne. 12 november 1991: Troepen openen het vuur tijdens een begrafenis in de Oost-Timorese hoofdstad Dili. Volgens waarnemers vallen er 100 tot 270 doden. 25 maart 1992: Jakarta kapt ontwikkelingsrelatie met Nederland af wegens kritiek van Den Haag op het bloedbad in Dili. 21 mei 1993: Verzetsleider Xanana Gusmao van Oost-Timor krijgt levenslang.
april 1994: Arbeidsonrust in Medan leidt tot anti-Chinese rellen. Voorman Pakpahan van de onafhankelijke vakbond SBSI krijgt hiervoor in november drie jaar cel. Hij komt in mei 1995 vrij, maar gaat in november 1996 voor vier jaar de gevangenis in wegens subversieve activiteiten. juni 1994: Persvrijheid onder druk. 28 juli 1995: Drie oud-functionarissen die vastzaten wegens betrokkenheid bij couppoging van 1965 komen na dertig jaar vrij. september-oktober 1995: rellen tegen Javanen in Dili. Oost-Timorezen vluchten de Nederlandse en andere ambassades in Jakarta binnen. 20 juni 1996: Coup binnen de PDI, een van de toegestane politieke partijen. De kritische Megawati Soekarnoputri, de dochter van Soekarno, wordt als partijleider afgezet door een regeringsgezinde fractie. 11 oktober 1996: Bisschop Belo van Oost-Timor en Fretilin-leider Ramos Horta krijgen Nobelprijs voor de vrede, tot groot ongenoegen van Jakarta. januari-februari 1997: Honderden doden in Kalimantan bij rellen tussen inheemse bevolking en Javaanse immigranten. juli 1997: Aziatische munten verliezen snel waarde nadat Thailand de door speculatie ondermijnde baht heeft gedevalueerd. De Indonesische roepia stort in. oktober 1997: Indonesië zoekt steun bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en krijgt 43 miljard dollar toegezegd. maart 1998: De 1000 leden tellende Adviesgevende Volksassemblee herverkiest president Soeharto voor een zevende achtereenvolgde ambtstermijn van vijf jaar. Soeharto neemt zijn oudste dochter, Siti Hardiyanti Tutut Indra Rukmana, op in zijn kabinet. april: Studenten beginnen protestacties. 4 mei: De regering schaft, onder druk van het IMF, subsidies op brandstof af, waardoor de prijs van benzine in één klap 71 procent omhooggaat. Bij rellen in de noordelijke stad Medan, die zich vooral richten tegen etnisch-Chinese middenstanders, vallen twee doden. Bij ongeregeldheden rond de studentenprotesten vallen nog zeker twee doden. 12 mei: Veiligheidstroepen schieten op vreedzame betogers bij de Trisakti-universiteit in Jakarta. Er vallen zes doden en een onbekend aantal gewonden. 13 mei: Begrafenis van de slachtoffers, gevolgd door rellen. 14 mei: De rellen worden heviger en breiden zich uit over een groot deel van Jakarta. Honderden gebouwen worden in brand gestoken en geplunderd. Angstige buitenlanders staan in de rij op het vliegveld. 15 mei: Honderden plunderaars komen om als relschoppers vier winkelcentra in brand steken. Soeharto breekt een officieel bezoek aan Egypte af. 16 mei: Het leger maakt bekend dat bij de rellen meer dan 500 doden zijn gevallen. Soeharto kondigt een kabinetswijziging en beperkte hervormingen aan. 18 mei: Terwijl buiten duizenden studenten demonstreren kondigen parlementaire leiders aan dat zij Soeharto zullen vragen op te stappen. De strijdkrachten weigeren de oproep te steunen. 19 mei: Soeharto kondigt in een televisietoespraak aan dat hij vervroegde verkiezingen zal uitschrijven en zich niet meer voor het presidentschap beschikbaar zal stellen. 20 mei: De druk op Soeharto, zowel in eigen land als daarbuiten, om af te treden wordt steeds groter. Het aantal studenten dat het gebouwencomplex van het parlement bezet, is inmiddels tot ruim 10.000 gestegen. Het leger laat de studenten ongemoeid. Een voor deze dag geplande massale betoging wordt op het laatste moment afgeblazen door moslimleider Amien Rais. Rais zegt bang te zijn dat de betoging zal worden neergeslagen en Jakarta het toneel van een tweede Tiananmen wordt. 21 mei: Soeharto kondigt zijn aftreden aan. Zijn vice-president Habibie wordt beëdigd als president. Vanmorgen presenteerde hij zijn kabinet. |