Buitenland

President bruuskeert Montenegro

Milosevic wijst
Bulatovic als
premier aan

BELGRADO – De Joegoslavische president Slobodan Milosevic heeft gisteren Momir Bulatovic, een verklaard tegenstander van de hervormingsgezinde Montenegrijnse president Milo Djukanovic, aangewezen als de nieuwe premier van Joegoslavië.

Maandag werd premier Radoje Kontic ten val gebracht door toedoen van Milosevic-getrouwen in het parlement. Kontic moest weg omdat hij te weinig tegenspel bood aan de hervormingsgezinde leiders in Montenegro. Een conflict met Montenegro, de enige republiek die nog aan het veel grotere Servië is verbonden in de federatie Joegoslavië, lijkt nu onafwendbaar.

Formeel moet het parlement de benoeming van Bulatovic nog goedkeuren, maar omdat de aanhangers van Milosevic daar in de meerderheid zijn, staat goedkeuring bij voorbaat vast.

Door zijn protégé Bulatovic als premier van Joegoslavië aan te stellen, hoopt Milosevic kennelijk zijn greep op de federatie te verstevigen. Bulatovic werd vorig jaar oktober bij de presidentsverkiezingen in Montenegro verslagen door Djukanovic. Deze heeft gezworen zijn best te zullen doen om Milosevic buiten spel te zetten.

In een verklaring die door de Servische staatsradio wereldkundig werd gemaakt zei Milosevic dat Bulatovic „ongetwijfeld de respectabelste” politicus in Montenegro is.

Voordat de motie van wantrouwen maandag tegen Kontic in stemming werd gebracht, waarschuwde Djukanovic dat de federatie van Servië en Montenegro gevaar zou lopen als de premier naar huis zou worden gestuurd. Milosevic „zou Joegoslaviës grafdelver kunnen worden”, waarschuwde Djukanovic.

Kontic was premier sinds 1993 en heeft in het openbaar nooit afstand genomen van Milosevic of steun betuigd aan Djukanovic. Maar het einde van zijn politieke carrière kwam in zicht nadat hij in januari de beëdiging van Djukanovic als president had bijgewoond. Die ceremonie werd geboycot door alle Milosevic-aanhangers. De benoeming van Djukanovic was immers een klap in het gezicht van Milosevic, sinds 1987 de grote baas in Joegoslavië en wat daar nu nog van over is.

Formeel werd Kontic door het parlement weggestuurd wegens economisch wanbeleid, maar Djukanovic zei dat Kontic weg moest omdat hij had geweigerd de noodtoestand in Montenegro af te kondigen toen Bulatovic de verkiezingen had verloren. Milosevic-aanhangers beschuldigden Kontic ervan zich te „neutraal” op te stellen bij de politieke situatie in Montenegro.

Rugova
Ibrahim Rugova, de leider van de Albanezen in Kosovo, loopt gevaar te worden geliquideerd wegens zijn ontmoeting met de Joegoslavische president Milosevic vorige week vrijdag. „De Albanezen in Kosovo zijn woedend over Rugova's bereidheid met Milosevic te praten zonder de aanwezigheid van buitenlandse waarnemers, iets waarop hij zeven jaar lang zelf heeft aangedrongen”, aldus Ton Marku, leider van de Democratische Unie van Albanezen in Kroatië, gisteren in een Kroatische krant.

De leiding van het zogenoemde Bevrijdingsleger van Kosovo UCK is volgens hem tegen elk akkoord met Milosevic dat zonder hun instemming wordt gesloten. Los daarvan: „Voor hen is Kosovo een zelfstandige staat, waarvoor ze zo nodig bereid zijn te sterven”.

Onze correspondent voegt hieraan toe:

Intussen studeert de West Europese Unie (WEU) op een mogelijke interventie in Kosovo. De vergadering van het defensieverbond, die alleen een adviserende rol heeft, heeft gisteren de planafdeling verzocht „een aantal opties voor te bereiden voor mogelijke Europese tussenkomst”. De vergadering beval ook aan plannen te maken voor een effectieve WEU aanwezigheid in Albanië en Joegoslavië om de gevolgen van eventueel gewelddadig conflict in Kosovo te beperken.

Geweld in Kosovo heeft aan twee mensen het leven gekost, onder wie een 95-jarige vrouw. De etnisch-Albanese vrouw raakte maandagavond verzeild in een vuurgevecht tussen de Servische politie en Albanese separatisten. Zij werd dodelijk getroffen. Het incident had plaats bij Srbica in de onrustige regio Drenica. In een dorp in de buurt van Klina werd gisteren een etnisch-Albanese ambtenaar doodgeschoten. Het Servische Media Centrum, een van de spreekbuizen van de Servische autoriteiten in Kosovo, zei dat de ambtenaar bekendstond om zijn loyaliteit jegens Servië.

Sinds de Servische politie in maart in Drenica begon met het harde optreden tegen de Albanese meerderheid zijn in Kosovo zeker 150 mensen omgekomen. In de provinciehoofdstad Pristina demonstreerden gisteren zo'n tweeduizend etnische Albanezen voor de onafhankelijkheid. Het protest is een dagelijks ritueel geworden.