Buitenland

Conflict met Montenegro dreigt

Joegoslavische
federatie wankelt
na ontslag Kontic

BELGRADO/PARIJS – De aanhangers van president Slobodan Milosevic in het Joegoslavische parlement hebben gisteren een motie van wantrouwen aangenomen tegen premier Radoje Kontic. De Montenegrijn Kontic moet opstappen omdat hij geweigerd heeft harde maatregelen te treffen tegen hervormingsgezinde leiders in Montenegro.

Met het wegsturen van Kontic riskeren Milosevic' aanhangers een conflict met Montenegro, de enige republiek die nog aan het veel grotere Servië is verbonden in de federatie Joegoslavië, die enkele jaren geleden aanzienlijk is uitgedund.

Het Montenegrijnse parlement kondigde meteen aan vandaag in spoedzitting bijeen te komen.

Voordat de motie van wantrouwen in stemming werd gebracht, waarschuwde de hervormingsgezinde president van Montenegro, Milo Djukanovic, dat de federatie van Servië en Montenegro gevaar zou lopen als Kontic naar huis zou worden gestuurd. Milosevic „zou Joegoslaviës grafdelver kunnen worden”, waarschuwde Djukanovic, die al vaak met Milosevic in aanvaring is gekomen.

Kontic was premier sinds 1993 en heeft in het openbaar nooit afstand genomen van Milosevic of steun betuigd aan Djukanovic. Maar het einde van zijn politieke carrière kwam in zicht nadat hij in januari aanwezig was bij de beëdiging van Djukanovic als president. Die ceremonie werd geboycot door alle Milosevic-aanhangers. De benoeming van Djukanovic was immers een klap in het gezicht van Milosevic, sinds 1987 de grote baas in Joegoslavië en wat daar nu nog van over is.

De motie van wantrouwen tegen Kontic was ingediend door afgevaardigden die loyaal zijn aan Milosevic en door Montenegro's vorige president, Momir Bulatovic, die zijn post verloor nadat hij nipt door Djukanovic was verslagen bij de verkiezingen van afgelopen najaar.

Formeel werd Kontic door het parlement weggestuurd wegens economisch wanbeleid, maar Djukanovic zei dat Kontic weg moest omdat hij weigerde de noodtoestand in Montenegro af te kondigen toen Bulatovic de verkiezingen had verloren. Milosevic-aanhangers beschuldigden Kontic ervan zich te „neutraal” op te stellen bij de politieke situatie in Montenegro.

Zaterdag had het parlement van Montenegro nog zes van de twintig Montenegrijnse afgevaardigden van het federale parlement in Belgrado teruggefloten omdat het de bui boven Kontic al zag hangen. Maar de zes, allen aanhangers van Milosevic, weigerden af te treden en waren gisteren gewoon aanwezig bij de stemming.

Het Joegoslavische hogerhuis stemde met een meerderheid van 21 tegen twee afgevaardigden voor het ontslag van Kontic. Zeventien leden onthielden zich van stemming. In het 138 zetels tellende lagerhuis was de stemverhouding negentig tegen tien. De rest onthield zich.

Het Joegoslavische parlement moet nu binnen een maand een nieuwe regering en een nieuwe premier benoemen.

Contatcgroep
Intussen heeft de internationale contactgroep voor het voormalige Joegoslavië het verbod op investeringen in Servië opgeschort. Het verbod was op 9 mei van kracht geworden. De groep heeft het besluit genomen in de marge van de G-8-conferentie in Birmingham.

Het besluit van de groep is volgens een woordvoerster van het Franse ministerie van buitenlandse zaken bedoeld als signaal aan de Joegoslavische president Milosevic dat de landen van de groep (VS, Rusland, Italië, Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittanië) zijn ontmoeting van de Kosovo-Albanese leider Rugova waarderen. „Het maakt het mogelijk president Milosevic te laten zien dat zijn opstelling vruchten afwerpt”.

In de provincie Kosovo zijn inmiddels de gevolgen zichtbaar van de blokkade van levensmiddelentransporten waarmee de Servische politie zaterdag is begonnen. Er is volgens de Albanezen gebrek aan meel, olie en suiker. Volgens de Albanese leiders wil Belgrado honger als drukmiddel gebruiken om de Albanezen tot andere gedachten te brengen.