Buitenland

„Wanhopige doorbrekingspogingen”

Serviërs omsingelen
Albanezen in dorp

Van onze buitenlandredactie
PRISTINA/BRUSSEL – Servische politietroepen belegerden gisteren voor de tweede achtereenvolgende dag ongeveer honderd Kosovo-Albanezen in het dorp Ponosevac, in het grensgebied met Albanië. Bij het beleg zijn ruim tien Albanezen gedood en vier politiemannen gewond geraakt, van wie één ernstig.

Servische politiewoordvoerders en andere bronnen hebben dit gemeld.

Sporadisch vielen er bij Ponosevac, ongeveer 70 kilometer ten zuidwesten van Pristina, schoten te horen. Een politieman ter plaatse zei dat de Albanezen schoten op alle voertuigen die zich op de weg bevonden. Servische bronnen meldden dat de Albanezen zich in de woningen van het dorp hadden gebarricadeerd en dat zij wanhopige pogingen ondernamen de omsingeling te doorbreken. Een Albanese woordvoerder, Enver Maljoku, zei dat veel Albanese woningen in het gebied waren vernietigd.

De Servische troepen zouden behoedzaam opereren om een herhaling te voorkomen van de tragedie bij Drenica in begin maart, toen bij een soortgelijke operatie tachtig mensen, onder wie kinderen en vrouwen, de dood vonden. Het was onbekend of zich onder de Albanese strijders in Ponosevac vrouwen en kinderen bevonden.

Ongeveer tweehonderd Kosovo-Serviërs hebben een petitie ondertekend waarin zij de Verenigde Staten en internationale organisaties voor de mensenrechten verzoeken druk op de etnische Albanezen uit te oefenen voor de vrijlating van zeven Serviërs die door Albanezen zouden zijn ontvoerd. De Albanezen zouden de Serviërs gevangen houden in een kamp.

Het Bosnisch-Servische persbureau SRNA haalde Kroatische media aan die hadden gemeld dat moslimstrijders uit het Midden-Oosten naar Kosovo waren gestuurd om de Albanezen te helpen. In de 3,5 jaar durende Bosnische burgeroorlog vochten strijders uit het Midden-Oosten en Iran mee aan de zijde van de Bosnische moslims. Negentig procent van de bevolking van Kosovo is etnisch Albanees en moslim.

Joegoslavische militaire bronnen zeiden dat wapensmokkelaars tijdens de weekwisseling hadden geprobeerd vanuit Albanië de grens over te trekken. Joegoslavische manschappen hadden „teruggevuurd (...) waarna de terroristen zich terugtrokken”. De informatiedienst van de Kosovo-Albanezen bevestigde dat in het grensgebied verscheidene schermutselingen hadden plaatsgevonden.

De Albanese minister van buitenlandse zaken, Milo, waarschuwde gisteren dat een oorlog kan uitbreken in Kosovo. „Het is voor het eerst in vijftig jaar dat er een dergelijke spanning heerst aan onze grens met Servië. Het is de eerste maal dat de Albanezen zo vastbesloten zijn hun rechten op te eisen en een eind aan deze zaak te maken”, zei Milo in een in Athene verschijnende krant.

Explosief
Sadako Ogata, de hoge commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties, heeft gisteren gewaarschuwd dat de situatie in de Servische provincie Kosovo „explosief” is en dringt er bij de Europese regeringen op aan geen asielzoekers te repatriëren. Zij deed dat in een brief aan de vijftien Europese lidstaten en Zwitserland, die tot dusver al zo'n 150.000 Kosovanen voor asiel hebben afgewezen. Veel van hen kunnen volgens akkoorden met de federale Joegoslavische regering in Belgrado worden gerepatrieerd.