Buitenland

Officieus moratorium op doodstraf kwelt 700 veroordeelden

In Rusland is doodstraf onmogelijk

Door drs. B. Belder
MOSKOU – Rusland kent de doodstraf. De rechterlijke macht velt dit zwaarste vonnis ook, maar op de uitvoering rust sinds augustus 1996 een officieus moratorium. De directeur van Human Rights Watch in Moskou, de Nederlandse jurist en Rusland-deskundige D. Lohman, licht deze curieuze situatie toe. Russische ter dood veroordeelden rest in elk geval een martelende onzekerheid.

„Er is momenteel sprake van een onofficieel moratorium op de doodstraf omdat wetgeving in dezen ontbreekt”, verklaart Lohman. Daarvoor tekenen in eerste instantie president Jeltsin en diens commissie voor gratieverlening.

„In Rusland worden nog steeds mensen ter dood veroordeeld. Dat gebeurt op grond van een viertal artikelen in het wetboek van strafrecht. Vervolgens verdwijnen de gevonnisten in speciale dodencellen. Tegelijk begint de hele gratieprocedure te lopen. En daar houdt het op dit ogenblik eigenlijk ook mee op...”.

De reden? „De gratiecommissie legt verzoeken aan haar adres simpel naast zich neer, óf de president verleent uit eigener beweging gratie. Deze gang van zaken impliceert dat niemand door de hele procedure heen komt. De doodstraf kan derhalve aan geen veroordeelde persoon worden voltrokken”.

Vloeit deze juridische ongewisheid soms voort uit de eis van de Raad van Europa aan zijn lid Rusland om de doodstraf af te schaffen? „De samenhang is duidelijk. Het bestaan van een onofficieel moratorium op de doodstraf heeft direct te maken met druk van de Raad van Europa op Moskou. Ik verwacht geen hervatting van executies in de nabije toekomst. Zie Oekraïne. Kiev voerde tegen de afspraken in geen moratorium op de doodstraf in. Integendeel. De officiële executies gaan gewoon door. Daarom oefent de Raad van Europa sterke druk op Kiev uit”.

Methode van de kogel
Als voorzitter van de presidentiële gratiecommissie fungeert de schrijver Anatoli Pristawkin. Tijdens een studieverblijf in Duitsland in 1996 onthulde hij: „De voltrekking van het doodvonnis gebeurt in het diepste geheim. Niemand zal je zeggen in welke gevangenissen executies plaatshebben. Ik weet het via geruchten. Het is evenzeer onbekend waarheen het lijk wordt gebracht. Kinderen kunnen hun doodgeschoten vader dus niet zien. Onze commissie heeft nog de meest exacte cijfers over terechtgestelde veroordeelden. Wanneer een doodvonnis is voltrokken, ontvangen wij een telegram. Dat voegen we bij het dossier”.

„Pristawkin is een zeer gerespecteerd man”, haakt onze Moskouse zegsman in. „Hij is zonder enige twijfel een van de mensen die het meeste afweten van de doodstraf in Rusland. Evenals de gratiecommissie ontvangen familieleden van executies slechts summier bericht. Over het algemeen krijgen zij inderdaad de lijken van hun verwanten niet meer te zien”.

De auteur gaf bij die gelegenheid ook toe dat de gratiecommissie zich met opzet passief opstelde. Destijds werkte het maatschappelijke klimaat –denk aan de gruwelijke oorlog in Tsjetsjenië en de machtsstrijd in het Kremlin– „de methode van de kogel” als strafmaat extra in de hand. Die trend noopte de gratiecommissie tot inactiviteit, aldus Pristawkin. „Want het gaat om het volgende principe: leggen wij de president een gratiegeval voor en hij weigert, dan wordt die persoon sowieso doodgeschoten. Dragen wij evenwel niemand ter begenadiging voor, dan kan ook niemand het leven laten”.

„Ja, dat klopt”, stemt Lohman in. „Er heerste een tijdje een hele rare trend. In het begin van de jaren negentig werden er bijzonder weinig ter dood veroordeelden geëxecuteerd. Een hoog percentage ontving juist gratie. De periode 1994 tot medio 1996 markeert een ommekeer. Bijna geen gratieverleningen meer én tal van executies. Varieerde de tenuitvoerlegging van doodvonnissen in het begin van de jaren negentig van één tot vier per jaar, dat liep in de eerste helft van 1996 tot 53 op! Een enorm aantal. Vanaf augustus 1996 stopten die executies”.

De presidentiële gratiecommissie is naar Pristawkins zeggen allerminst populair in de Russische Federatie. „Haar ergste vijand is de bevolking. Zij heeft zich aan bloedvergieten gewend. De mensen denken dat alles slechts door de methode van de kogel oplosbaar is. In een televisie-uitzending over de doodstraf verklaarde 90 procent van de ondervraagden zich bereid de executie zelf uit te voeren. Die houding beïnvloedt onze journalisten, parlementariërs en politieke leiders”.

Geldt die krasse uitspraak van 1996 nog onverkort voor 1998? „Of 90 procent van de Russische burgers zelf bereid zou zijn doodvonnissen te voltrekken, weet ik niet”, commentarieert Lohman. „Het is anderzijds beslist waar dat de overgrote meerderheid van de bevolking in Rusland voor de doodstraf is. De mensen koesteren de illusie dat de doodstraf afschrikt, een effectieve rem is op het begaan van halsmisdaden”.

Juridisch vacuüm
Van tijd tot tijd duikt de officieus opgeschorte doodstraf in de Russische media op. Doorgaans vormen oproepen van de Raad van Europa de doodstraf eindelijk eens formeel af te schaffen de directe aanleiding. Het parlement, de Staatsdoema, blokkeert die verzoeken in feite. En ook de president staat positief tegenover de hoogste straf voor zware delicten, beweert diens adviseur Pristawkin.

„Ik ben niet precies op de hoogte van de persoonlijke houding van de president”, zegt onze informant. „Het lijdt echter geen twijfel dat president Jeltsin langere tijd nog executies heeft gedoogd terwijl hij ze kon stoppen. Ik doel hiermee op de periode meteen na Ruslands toelating tot de Raad van Europa in februari 1996. Onlosmakelijk aan die toetreding verbonden, was de eis van onmiddellijke invoering van een moratorium op executies. Pas in augustus 1996 hielden die executies werkelijk op. Zoals gezegd vielen in datzelfde jaar nog 53 ter dood veroordeelden onder de handen van de beulen. De president weigerde eerder in te grijpen”.

„Voorts staat het buiten kijf dat de overgrote meerderheid van de Staatsdoema tegen afschaffing van de doodstraf is. Rusland is daar niet klaar voor, heet het. De Staatsdoema verwierp consequent een wetsvoorstel van de president om een moratorium op de voltrekking van de doodstraf in te stellen. De resultante is een onofficieel moratorium. Naar mijn inschatting houdt dat wel stand. Een formalisering zou natuurlijk absoluut gewenst zijn. Maar die wordt inderdaad volkomen geblokkeerd door de Doema”.

Ondertussen vellen Russische rechters doodvonnissen en wacht een groeiend aantal gestraften in dodencellen op abrupte afbreking van het eigen leven. „Als ik het goed heb, gaat het tegenwoordig om circa 700 mensen. Zij zitten in een soort juridisch vacuüm. Alleen dankzij de gratiecommissie worden doodvonnissen vooralsnog uitgesteld. De keerzijde is dat veroordeelden eigenlijk continu op executie zitten te wachten. Deze mensen verblijven in de slechtste (isoleer)cellen en hebben nog veel minder rechten dan de andere gevangenen. Zij mogen onder andere niet werken”.

„Het ergste is dat zij in volstrekte onzekerheid verkeren over hun lot. Morgen kunnen ze plotseling worden opgehaald... Een nijpend vraagstuk dat ten volle de aandacht verdient van de Raad van Europa. Ook Russische misdadigers hebben recht op duidelijkheid over hun toekomst, op een menswaardige behandeling. Hun huidige bejegening van staatswege grenst aan marteling”.