Buitenland

„Er is gewoon niet genoeg land voor ons allemaal”

Amish betreden zakenwereld

CHURCHTOWN – Moses Smucker neemt een trekje van zijn sigaar en vraagt zijn receptioniste vervolgens of de klant nog een minuutje kan wachten – hij heeft het druk. Smucker is Amish, en zakenman. Hij heeft het eenvoudige boerenleven van de Amish deels gelaten voor wat het is en zich meer in het moderne leven gestort.

Dat Smucker met zijn tijd meegaat blijkt onder andere uit de elektronische databank en de zakjapanner op zijn bureau. Nog steeds is hij een uitzondering in een wereld waar paard en wagen overheersen, omdat de auto wordt gezien als een uiting van streven naar materiële welvaart. Maar Smuckers voorbeeld doet volgen.

Kerkleiders
De Amish zijn sober levende afstammelingen van Zwitserse wederdopers die in de achttiende eeuw naar de Verenigde Staten trokken om in de nieuwe wereld ongestoord hun geloof te kunnen belijden. Ze zien doorgaans af van aardse verworvenheden zoals elektriciteit, auto's, telefoons en andere moderne apparaten. Hun samenleving is overwegend agrarisch.

Maar in Lancaster County in de staat Pennsylvania, waar zo'n 20.000 Amish wonen, verruilen meer en meer mensen de boerderij voor een ander soort onderneming. „Er is gewoon niet genoeg land voor ons allemaal”, zo verklaart Jacob King het verschijnsel, terwijl hij met een cirkelzaag hout zaagt in een meubelmakerij.

Conrad Kanagy, professor in de sociologie aan het nabijgelegen Elizabethtown College, kan de analyse van King bevestigen. Landbouwgrond is schaars geworden, mede doordat de Amish-gemeenschap de afgelopen dertig jaar elk decennium in omvang is verdubbeld. Wat nog aan land beschikbaar is, is duur, waardoor een woningbouwproject of het neerzetten van een winkelcentrum aantrekkelijker wordt dan het vestigen van een boerenbedrijf.

Kerkhoofd Donald Kraybill schat dat er vandaag de dag zo'n duizend 'micro-ondernemingen' in Lancaster County bestaan, variërend van metaal- en houtbewerkingsbedrijfjes tot aannemingsbedrijven. De ondernemingen maken vaak gebruik van “Engelsen” –niet-Amish– voor het vervoeren van hun producten.

Amish zetten nu in opdracht van anderen tuinhuisjes en schuurtjes in elkaar, of ze leveren sproei-installaties. Anderen voorzien hun broeders van karren, koetsen of landbouwgereedschap.

Het loslaten van de oude gebruiken hoeft geen gevaar te zijn voor de Amish-cultuur. Het draagt zelfs bij aan de instandhouding van deze cultuur doordat de zakenmensen in staat zijn met hun verdiensten landbouwgrond op te kopen en te behouden voor de Amish. Sinds 1984 hebben de zakenlieden al 168 boerderijen in Lancaster County opgekocht.

„In de moderne kapitalistische economie worden winsten vaak teruggestopt in ondernemingen”, zegt Kanagy. „Maar omdat de kerkleiders niet willen dat de Amish-ondernemingen toenemen in grootte, gebruiken de ondernemers hun winsten om landbouwgrond op te kopen”.

De meeste van de 120 kerkdistricten in Lancaster County stellen een maximum aan de grootte van een zaak; deze mag dan niet meer dan tien werknemers tellen.

Voicemail
Smucker ziet geen toekomst in het boerenbedrijf. Veel te hard werken en te veel stress, zo vindt de 47-jarige eigenaar van een zadelmakerij. Smucker vertelt trots hoe zijn tuigwerk te zien was in een rustieke televisiereclame van het biermerk Budweiser. Hijzelf heeft de reclame overigens nooit gezien. Hij heeft thuis immers geen televisie, zelfs geen elektriciteit. Thuis wil hij als Amish blijven leven, maar zijn onderneming wil hij verder ontwikkelen. „Ik heb twee zoons en hoop dat zei het van me overnemen”.

John Stultzfus maakt met behulp van pneumatische boren en hydraulische zagen meubelen met zwaluwstaartverbindingen. Hij had liever boer willen blijven, maar kreeg twee dochters, waardoor de toekomst van het boerenbedrijf onzeker werd. Stultzfus heeft klanten tot in New Jersey. Via de telefoon onderhoudt hij contact met ze. Af en toe luistert hij zijn voicemail af om te horen of er geen nieuwe bestellingen zijn binnengekomen. „We kunnen nu zonder telefoon geen zaken meer doen en onze kerkleiders realiseren zich dat. Daarom laten ze het toe”.