Buitenland

NAVO stuurt instructeurs naar Tirana

Conflict Kosovo dreigt zich
over regio uit te breiden

PRISTINA – Terwijl de internationale gemeenschap het opnieuw niet eens kan worden over wat er in de Balkan moet gebeuren, lijkt het conflict in de Servische provincie Kosovo zich gestaag verder over de regio uit te breiden.

De Albanese minister van buitenlandse zaken, Paskal Milo, verklaarde gisteren dat het Albanese leger „voorbereidingen” heeft getroffen om zich te verdedigen tegen een eventuele Joegoslavische aanval. Tirana houdt rekening met de mogelijkheid dat de crisis in Kosovo uiteindelijk leidt tot een Servische aanval op Albanië.

Tijdens een bezoek aan Zweden gaf Milo te kennen dat zijn regering de bewegingen van Belgrado met argusogen volgt. „De Joegoslavische president Slobodan Milosevic heeft in Bosnië veel oorlogservaring opgedaan, en hij is ermee bezig een situatie te provoceren die een grootscheepse aanval op Kosovo zou rechtvaardigen”, aldus Milo.

Woensdag al sloot Albanië een militaire overeenkomst voor vijf jaar met Macedonië, dat een omvangrijk etnisch Albanees bevolkingsdeel heeft. Beide landen lieten er geen twijfel over bestaan dat hun verbond vooral bedoeld is om het hoofd te kunnen bieden aan eventuele Servische agressie.

De internationale gemeenschap kijkt met grote bezorgdheid naar deze verdere uitbreiding van de spanningen op de Balkan. Mede om deze ontwikkeling te kunnen beteugelen stuurt de NAVO de komende dagen instructeurs naar Tirana. Milo zei gisteren dat die in het geval van Albanië vooral tot taak zouden hebben het leger te adviseren bij de grensbewaking.

De speciale VS-gezant voor de Balkan, Robert Gelbard, riep gisteren de Joegoslavische autoriteiten en de Kosovo-Albanezen op met spoed te beginnen aan een dialoog zonder voorwaarden vooraf. Dit was de belangrijkste eis die de Contactgroep woensdag stelde aan Belgrado. Als hieraan niet binnen vier weken voldaan is, volgen nieuwe sancties.

De Amerikaanse gezant was gisteren in Belgrado om de Servische president, Milan Milutinovic, en de Joegoslavische minister van buitenlandse zaken, Zivadin Jovanovic, te informeren over de vergadering van de Contactgroep woensdag in Bonn en hen te overtuigen van de ernst van de situatie.

De vrouw van Milosevic haalde gisteren fel uit naar de „buitenlandse inmenging” in de binnenlandse aangelegenheden van Joegoslavië. Mirjana Markovic riep „patriottische krachten” op een front te vormen om zich tegen „boze vijanden” te weer te stellen. Onafhankelijk media, jongeren, oppositiepartijen en „corrupte of gemanipuleerde intellectuelen” duidde zij aan als de voornaamste binnenlandse tegenstanders. De toespraak stond in extenso in het staatsdagblad Politika afgedrukt. Mirkovic leidt de neocommunistische partij die Joegoslavië en Servië regeert in een coalitie met de Socialistische Partij van Milosevic.

Enkele uren na de oproep van Gelbard maakte OVSE-voorzitter Geremek bekend dat Milosevic bereid zou zijn tot een rondetafelconferentie. Behalve Serviërs en etnische Albanezen zou hieraan een derde, neutrale partij mogen deelnemen. Dat laatste was een voorwaarde van de Albanezen. De Serviërs, die het conflict als interne aangelegenheid van de soevereine staat FRJ (Federatieve Republiek Joegoslavië) beschouwen, wilden dat tot dusver niet.

Rugova
Naar alle waarschijnlijkheid zal namens de Albanezen in Kosovo Ibrahim Rugova aanschuiven aan zo'n conferentie, mocht het er uiteindelijk van komen. Bij de „presidentsverkiezingen”, die zondag in Kosovo werden gehouden, kreeg Rugova volgens de centrale kiescommissie in de hoofdstad Pristina maar liefst 99 procent van de stemmen.

Daarmee lijkt bevestigd dat hij een legitieme vertegenwoordiger van het Albanese volksdeel is, zelfs al werden de verkiezingen door bijna niemand erkend en was hij de enige kandidaat voor het presidentschap. Rugova's Democratische Liga van Kosovo (LDK) werd bij de tegelijkertijd gehouden parlementsverkiezingen met 84 van de 130 zetels opnieuw de grootste partij.

De Albanezen in Kosovo maken in de Servische provincie 90 procent van de bevolking uit, maar vinden geen enkele internationale steun voor hun streven naar onafhankelijkheid.

Zo'n 5000 woedende Servische Kosovaren woonden gisteren in het dorp Brestovac bij Pec in Noordwest-Kosovo de begrafenis bij van de 36-jarige politieman Miodrag Otovic, die dinsdag omkwam in een vuurgevecht met etnische Albanezen.