Buitenland

Opslag van radioactief materiaal zorgt voor veel beroering

”Dag X” haalt Ahaus uit de droom

Van onze correspondent
AHAUS – Het is net een gewone, grote, maar troosteloze loods midden in een landelijke omgeving. Alleen het hoge hekwerk met prikkeldraadversperringen en een groot aantal videocamera's verraden dat bij het plaatsje Ahaus, vlak over de Nederlandse grens, iets speciaals ligt opgeslagen.

Sinds zes jaar is het kamp voor radioactieve brandstofelementen in gebruik en destijds was de gemeente in het idyllische Münsterland blij met de komst van de opslagplaats, ondanks dat velen in Ahaus nooit hebben willen weten wat er zich echt achter de ruim een halve meter dikke muren van de loods afspeelt. Ruim 600.000 brandstofelementen liggen er in zo'n 300 speciale containers, de zogeheten Castors, opgeslagen en computers controleren nauwlettend of uit die Castors radioactieve straling vrijkomt. Want in de hal waar nu al 305 containers van elk 28 ton staan opgesteld, tocht het om de vrijgekomen warmte naar buiten af te voeren. Als er werkelijk radioactieve straling zou vrijkomen, zouden de bewoners van Ahaus snel vergeten dat de opslagplaats destijds als een gunst werd begroet.

De streek raakte na het verdwijnen van de textielindustrie in de jaren zeventig verarmd en Ahaus wilde daarom in aanmerking komen als vestigingsplaats voor een opwerkingsfabriek. Die ging echter naar het nabijgelegen Gronau en voor Ahaus bleef niets anders over dan het tussenkamp. De gemeente ontving daarvoor sindsdien wel 65 miljoen mark aan extra economische hulp, waarmee scholen, sportaccommodaties en huizen konden worden gebouwd en er zelfs weer een relatieve welvaart ontstond.

Protestbereidheid
Dat is ook de reden dat de tot nog toe 57 Castor-transporten naar Ahaus zo goed als ongestoord verliepen, in tegenstelling tot identieke transporten naar Gorleben in Nedersaksen, waar politie en kernenergietegenstanders veldslagen hebben geleverd. Vorig jaar nog konden daar dertigduizend agenten met grote moeite een groep van zo'n duizend gewelddadige demonstranten in toom houden. Maar voor Ahaus nadert “Dag X”, zoals alle betrokkenen het noemen. Dat is de dag waarop het volgende Castor-transport zal plaatsvinden.

Die dag wordt nooit van tevoren bekendgemaakt, om de tegenstanders niet de gelegenheid te geven om hun verzet te mobiliseren en het transport onmogelijk te maken. Maar er wordt door de autoriteiten wel aangeduid in welke periode het omstreden transport zal plaatsvinden. Voor Ahaus staat deze keer het transport ergens tussen 23 en 27 maart aanstaande op de agenda en dit keer worden tienduizenden demonstranten verwacht die een „geweldige, maar geen gewelddadige demonstratie” hebben aangekondigd, zoals Burkhardt Helling van het actiecomité “Geen atoomafval in Ahaus” het uitdrukt.

De grotere protestbereidheid is te danken aan het feit dat er op “Dag X” zes Castors uit Zuid-Duitse kerncentrales in Ahaus zullen worden opgeslagen. Dat is tegen de zes jaar geleden gemaakte afspraken dat er alleen kernafval uit de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen naar het Münsterland zou komen. Maar de tegenstanders vrezen ook dat er steeds meer zwaar radioactief materiaal naar Ahaus komt en die angst voedt de protestbereidheid.

Rugdekking
Bovendien zullen zich tussen de grote hoeveelheid demonstranten –schattingen lopen uiteen van twintig- tot veertigduizend– ook makkelijker autonomen mengen die er nooit een geheim van maken dat ze geweld allesbehalve schuwen. Dat kan dan variëren van aanslagen op het spoorwegnet waarover de Castors worden getransporteerd, tot het uitlokken van charges door de politie.

Dat laatste wordt met name gevreesd omdat juist de politievakbond (GdP) zich deze keer formeel, maar heel duidelijk heeft uitgesproken tegen het transport van het radioactieve materiaal naar Ahaus. De woordvoerder van de vakbond in Noord-Rijnland-Westfalen Werner Swienty liet vorige maand weten dat het huidige beleid voor opslag van atoomafval niet over de rug van de politie mag worden bedreven. „Het wordt tijd dat er in nauw overleg met de burgers een oplossing wordt gezocht en niet langer de mensen het atoomafval, zoals nu, door hun strot wordt geduwd”.

De harde uitspraak was ook bedoeld om de hoogste politiefunctionaris in het Münsterland rugdekking te geven. “Polizeipräsident” Hubert Wimber is namelijk lid van de Groenen en heeft dus een groot interesseconflict. Enerzijds is hij verantwoordelijk voor het handhaven van orde en gezag tijdens het aanstaande transport, maar anderzijds is hij verklaard tegenstander van kernenergie. Om beide posities met elkaar te rijmen heeft hij de demonstranten beloofd dat ze hun protesten mogen uiten als het maar vreedzaam gebeurt en het demonstratierecht niet aan banden zal worden gelegd. Dat laatste is bijvoorbeeld vorig jaar wel gebeurd in Gorleben en dat was munitie voor de autonomen om over te gaan tot geweld.

Nerveus
Zowel Swienty als Wimber hechten er veel waarde aan om het publiek erop te wijzen dat de politie niet provocerend zal optreden en fatsoenlijk haar plicht zal doen, ook al doet ze dat tegen haar zin. Dat kan dan tot vreemde taferelen leiden. De vice-voorzitster van de Landdag in Noord-Rijnland-Westfalen en lid van de Groenen Katrin Grüber heeft aangekondigd dat ze in ieder geval aan spoorwegblokkades zal deelnemen op “Dag X”, „maar de gedachte is toch enigszins ondraaglijk dat de vice-voorzitster van het deelstaatparlement zich door jonge agenten onder verantwoordelijkheid van haar partijvriend zou moeten laten wegslepen”, zei Swienty onlangs.

In Ahaus begint men zo langzamerhand echt nerveus te worden want niemand is echt gerust over de afloop van de demonstraties, maar ook niet over de toekomst van het tussenstation als opslagplaats. Er is namelijk voldoende plaats om tot ver in de volgende eeuw radioactief materiaal op te slaan. „We hebben toestemming om nog ruim vierduizend ton aan brandstofelementen op te slaan”, aldus Michael Ziegler, woordvoerder van de Gesellschaft für Nuklear-Service (GNS), eigenaresse van de tussenopslagplaats in Ahaus, „en nog plaats voor veel meer”.

Om de aanvoer te garanderen heeft de GNS, dochter van de drie grootste elektriciteitsmaatschappijen van Duitsland, zes jaar geleden een vierenhalve kilometer lang privé-spoor aangelegd. Het spoor lag er altijd net zo onopvallend bij als de “loods”, maar sinds kort zoemen detectors en infraroodkijkers langs het traject, dat 's nachts in een onheilspellende overvloed van licht baadt om mogelijke saboteurs te ontdekken. Maar de uiterst strenge veiligheidsmaatregelen maken de bewoners nog ongeruster omdat, zoals Burkhardt Helling het zei, „nu na al die jaren er eindelijk een duidelijk licht op geworpen wordt hoe ernstig en omstreden de prijs is voor de relatieve welvaart van Ahaus en de bewoners zijn nu gedwongen om in te zien wat er achter de dikke muren gebeurt”.