Buitenland

Zie ook: „Aanval op Irak zal ons levens kosten”

Met vliegdekschepen laten Verenigde Staten hun tanden zien

Groot, veel en daarom machtig

Door R. Pasterkamp
NORFOLK – „Ondanks al onze ongelofelijke technologische vooruitgang, moeten we de sterkte van ons land niet zoeken in onze schepen, onze tanks of in onze vliegtuigen. De sterkte zit 'm in de toegewijde professionals, de mannen en vrouwen van de krijgsmacht van de Verenigde Staten”.

Peptalk van president Clinton, vlak voor het uitbreken van een nieuwe Golfoorlog? Nee, het citaat is gedateerd. De machtigste man ter wereld sprak de woorden op 5 juni 1994 aan boord van het vliegdekschip “USS George Washington”. Maar hij zou de tekst zo weer kunnen gebruiken. Als na afloop van de Olympische Winterspelen in Nagano de nieuwe Golfoorlog losbarst.

De George Washington is een van de twee Amerikaanse vliegdekschepen momenteel in de Golf. De immense vliegdekschepen op kernenergie zijn de grootste oorlogsschepen ter wereld en uiterst gecompliceerde eenheden. Met de drijvende vliegvelden kan de Amerikaanse regering overal ter wereld haar militaire macht laten zien. Een klein leger op een boot. Zoals nu in de Golf. De Amerikaanse Vijfde vloot ter plekke telt 16 schepen, 103 vliegtuigen en 15.000 personeelsleden.

Aanvallen
De eerste vliegdekschepen werden aan het eind van de Eerste Wereldoorlog opgebouwd uit de rompen van grote handelsschepen en slagschepen, met een lang vliegdek voor het opstijgen en landen. Pas in de Tweede Wereldoorlog bleek de waarde van speciaal gebouwde vliegdekschepen, toen hun vliegtuigen vernietigende aanvallen uitvoerden op de vijandelijke vloot. Op de Stille Oceaan vochten Japanse en Amerikaanse vliegdekschepen grote zeeslagen uit, zonder ooit elkaars schepen te zien.

De USS George Washington (marinecode: CVN 73) kwam op 4 juli 1992 in de vaart. Het schip zit barstensvol technologie, waaronder twee kernreactoren die genoeg energie leveren voor minstens tien jaar (of ruim een miljoen kilometer). De airco aan boord is ruim voldoende voor pakweg 2000 huizen. Het schip kan maximaal 30 knopen lopen, ruim 55 kilometer per uur. Elk van de vier schroeven weegt ruim 30.000 kilo. Het vliegdekschip is 333 meter lang en 78 meter breed. De hoogte is gelijk aan een flatgebouw van 24 verdiepingen, bijna 80 meter. De waterverplaatsing van de George Washington is 97.000 ton.

Om de bijna 6000 opvarenden te kunnen herbergen telt het schip 2500 compartimenten. Per dag serveert men 18.000 maaltijden. Per maand worden 250 mensen af- en aangevlogen. De betaallijst van het personeel bedraagt 2.276.000 dollar per twee weken. De thuishaven van de GW is Norfolk in de staat Virginia aan de Amerikaanse oostkust.

Sinds 3 oktober vorig jaar doet de GW dienst in de Middellandse Zee. Toen in november de spanning in de Golfregio opliep, werd het schip naar de Perzische Golf gedirigeerd. Onafgebroken dobbert het daar, zonder ooit een haven te zijn binnengelopen. De operatie “Southern Watch” vraagt veel van de bemanning. Onlangs hadden ze twee dagen vrij en eindelijk weer eens tijd om te basketballen in de enorme hangars. Wie de bemanning en het schip wil volgen kan terecht op Internet: http://www.navy.mil/homepages/uss-gwash.

Twaalf
Als Nederland een fregat aanbiedt, zal het schip waarschijnlijk worden ingezet om de George Washington te beschermen. Ter vergelijking: de complete Nederlandse marine in uitvoerende dienst past op het vliegdekschip. En de Amerikanen hebben twaalf van deze schepen! Zoals gezegd telt de USS George Washington bijna 6000 opvarenden: 3500 om het schip varende te houden, terwijl een dikke 2000 man nodig is om de tachtig vliegtuigen actief in te kunnen zetten. Onder de 6000 opvarenden zijn 40 vrouwen.

De bevolking slaapt, werkt, eet en koopt op volle zee. In drie ploegen wordt de volle 24 uur van een etmaal benut. De George Washington slaapt nooit. Conditie opbouwen gaat vanzelf. Wie van voor naar achteren door het schip loopt is zeker een halfuur onderweg. De twintig dekken zijn onderling met smalle trapjes verbonden.

De George Washington staat volledig droog, er is geen druppel alcohol te krijgen. Roken mag nergens op het schip, behalve op een plekje aan stuurboordzijde. Daar is het dan ook doorlopend druk met heren van alle rangen en standen die moeten inhaleren.

Doelen
Het vliegtuigpersoneel heeft bijna tachtig kisten onder zijn hoede, waarvan vijftig gevechtsvliegtuigen. Er zijn bommenwerpers die dag en nacht vijandelijke doelen kunnen bombarderen (F-14 Tomcat en F-18 Hornet), jachtvliegtuigen en duikbootjagers om het vliegdekschip te verdedigen (A-6 Intruder), tankvliegtuigen om andere vliegtuigen in de lucht bij te tanken (S-3 Viking) en oorlogsvliegtuigen volgestouwd met elektronica om de radar van de vijand te storen en aanvallers op te sporen (EA-6 Prowler en E-2 Hawkeye). Verder nog wat helikopters.

Met behulp van een stoomkatapult worden de vliegtuigen met een snelheid van 250 kilometer per uur van het dek geschoten. Voor terugkomst zijn over het dek vier stalen kabels gespannen. De piloten moeten hun kist zo manoeuvreren dat de haak die onder het vliegtuig zit, een van de kabels 'pakt'. Na de vlucht worden de vleugels van de vliegtuigen ingeklapt, de heli's opgevouwen en met een van de vier liften van het vliegdek -„the roof”, zoals dat aan boord van de Washington heet- naar de immense hangars en werkplaatsen gebracht.

Karel Doorman
De Nederlandse marine heeft geen vliegdekschip. Wel gehad. De Karel Doorman werd in 1968 verkocht aan Argentinië. Als het aan commandeur P. C. van der Graaf ligt, komt er weer een. „Maar dan niet zo groot als de George Washington. Volgens mij kun je ook met eenderde minder mensen toe”.

Van der Graaf, op dit moment commandant van het permanente NAVO-eskader Stanavforlant, voer in september 1997 twee weken mee op de Washington in een oefening voor de Amerikaanse oostkust. Hij was tijdens de oefening gehuisvest in de grootste kajuit aan boord, waar een eigen ober ijsthee serveerde. Zonder zijn Amerikaanse gastheren voor het hoofd te willen stoten, gaf de Nederlandse commandeur aan dat een vliegkampschip toonbeeld is van de Amerikaanse marine: veel kwantiteit, weinig kwaliteit. Van der Graaf: „Het is groot, het is veel en dus is het machtig. Over inzet valt niet te klagen. Wij kijken hoe we efficiënt met onze middelen kunnen omgaan. Als de Amerikanen een zeegebied af moeten zoeken en tien vliegtuigen is niet genoeg, dan gooien ze er net zo makkelijk twintig in de strijd”.