Buitenland

Geschenk van Bonn redde Georgische president Sjewardnadze

Met dank aan een
gepantserde Mercedes

Door drs. B. Belder
LEIDEN – Eduard Sjewardnadze, president van de Transkaukasische republiek Georgië, overleefde in de nacht van maandag op dinsdag voor de tweede keer een aanslag op zijn leven. Dankzij een gepantserde Mercedes, meldde prompt een Duits dagblad. Een geschenk van Bonn na de eerste moordpoging op de ex-minister van buitenlandse zaken van de voormalige Sowjet-Unie in 1995.

Kaukasusspecialist dr. H. J. Smeets (RU Leiden) schiet ietwat in de lach om die melding van de Frankfurter Rundschau. „Ja, dat is waar, ja! Die Mercedes heeft hij destijds van minister Kinkel gekregen”.

De wagenkolonne van het slachtoffer in spe werd door zo'n tien à vijftien man zwaar onder vuur genomen. Sjewardnadze gaf heet van de naald zijn interpretatie van het voorval. Ruslands naam liet hij weliswaar wijselijk niet letterlijk vallen, maar zijn aanduiding van scherpe concurrentie over het transport van Kaukasische olie zei genoeg. De rivaliteit tussen Moskou en Tbilisi in dezen is evident.

„Een van de vele mogelijke interpretaties”, reageert onze zegsman. „Sjewardnadze sluit zelf inheemse krachten uit, gelet op het massieve geweld waarmee de aanslag gepaard ging. Naar mijn mening zijn Sjewardnadzes mededelingen hooguit curieus, zij het niet erg relevant”.

De Leidse wetenschapper brengt in herinnering hoe het Georgische staatshoofd de eerste aanslag, vier maanden vóór de presidentsverkiezingen, effectief politiek uitbuitte. De kopstukken van diverse oppositiegroepen verdwenen achter de tralies. Hét voorbeeld is natuurlijk de dichter/bendeleider Iosseliani.

Smeets: „Sjewardnadze maakte drie tegenkandidaten monddood en wist vervolgens de verkiezingen te winnen. Vandaar het verhaal, de suggestie dat hij misschien zelf die aanslag in scène had gezet. Bij deze tweede aanslag ziet het daar in elk geval zeker niet naar uit. Omwonenden van de presidentiële residentie verklaarden dat het wel een oorlog leek. En die 'organiseer' je niet zomaar in een woonwijk, met veel getuigen en potentiële slachtoffers. We mogen aannemen dat het een echte aanslag is geweest”.

Veel verdachten
Welnu, aan vijanden binnen en buiten de Georgische landsgrenzen heeft Eduard Sjewardnadze geen gebrek. „Het is al te gemakkelijk om direct op die oliebelangen te wijzen”, stelt onze gesprekspartner. „Een waar schimmenspel. Het vervelende is dat Sjewardnadze wel eens gelijk zou kunnen hebben”.

„Er zijn echter ook andere opties. Denk bijvoorbeeld aan zijn langdurige, aanhoudende strijd tegen de Mchedrioni (Ruiterij), min of meer het maffiose privé-leger van gedetineerde Iosseliani. Het proces tegen de laatste wordt telkens weer uitgesteld. De aanslag op Sjewardnadze zou met andere woorden een wraakactie van de Mchedrioni kunnen zijn”.

Daarnaast kampt Georgië vooralsnog met de restanten van een burgeroorlog. Want de eerste wettig gekozen president, Zwiad Gamsachoerdia, is door een junta van zijn macht beroofd. Daarop nodigde die junta voorjaar 1992 Sjewardnadze uit als staatshoofd te fungeren. Door twee opeenvolgende verkiezingen is het persoonlijk gezag van de gewezen rechterhand van Gorbatsjov geleidelijk gewettigd.

„Toch zijn er in het westen van Georgië nog veel mensen die Sjewardnadzes positie als legitiem staatshoofd aanvechten. Hij is immers door middel van een staatsgreep tegen Gamsachoerdia aan de macht gekomen”.

„Met het noemen van deze tweede factor, deze aanslagoptie, zijn we er evenwel nog niet. Sjewardnadze had namelijk net een dag of tien geleden 's lands georganiseerde misdaad openlijk de oorlog verklaard. Ook vanuit die hoek is de beraming van de aanslag een mogelijkheid”.

Zoals gezegd ontbreekt het Sjewardnadze niet aan klemmen en voetangels aan het thuisfront. De problemen met minderheden, zeg gewesten, zijn niet gering. Zij weigeren het centrale gezag van Tbilisi te erkennen.

Smeets haalt de Abchazische afscheidingsbeweging aan en relativeert onmiddellijk: „Het is weinig waarschijnlijk dat de aanslag uit die hoek zou komen. Het standpunt van Sjewardnadze ten aanzien van Abchazië is vrij gematigd in vergelijking met de opinie van de doorsnee Georgische politicus. Anderzijds zijn de leiders van de schare Georgische en Mingrelische (verwant volk) vluchtelingen uit Abchazië buitengewoon ontevreden over het naar hun mening te afwachtende beleid van Sjewardnadze. Er bestaat een kleine kans dat de daders van de aanslag zich in deze kring ophouden”.

„Ten slotte ligt Sjewardnadze eveneens overhoop met Adzjarië, het gebied in het uiterste zuidwesten van Georgië, bij de Turkse grens. Adzjarië gedraagt zich voor het oog heel onderdanig jegens Tbilisi. In de praktijk stelt het zich daarentegen zeer zelfstandig op”.

„Dat zint Tbilisi totaal niet. Een aantal keren zijn er reeds aanslagen gepleegd op de leider van de Adzjaren, Abashidze. Die is in Tbilisi allerminst populair. Abashidze verdenkt de voorzitter van het Georgische parlement, Zhwania, persoonlijk van de aanslagen op zijn leven. Tegen de ontkenning van Zhwania staat de bevestiging van enkele bij Sjewardnadze in ongenade gevallen Georgische politici...”.

Omstreden olieroutes
Keren we toch weer terug naar de eigen verklaring van het ontkomen doelwit van de moordaanslag: de oliepolitiek. Die optie neemt Smeets wel degelijk serieus.

„Zoals bekend bevindt er zich veel olie in de bodem van de Kaspische Zee en zit er nog meer olie in het noordwesten van Kazachstan. Het Westen wil deze energiereserves dolgraag exploiteren, al was het maar om het risico van belemmering van de olie-aanvoer (Perzische Golf) te spreiden. Daartoe sloten westerse oliemaatschappijen contracten met de Azerbeidzjaanse staat”.

„Het enige probleem is het transport. Rusland geeft de duidelijke voorkeur aan de route langs de noordkant van het Kaukasusgebergte. Logisch, zo'n olielijn levert Moskou politiek en financieel voordeel op. Politiek omdat de Russen dan de hand aan een belangrijke oliekraan houden en financieel omdat die pijpleiding het Kremlin een mooie, goedkope bron van inkomsten belooft”.

Haaks op het Russische olieperspectief staat het Georgische. Tbilisi prefereert de route langs de zuidkant van het Kaukasusgebergte in westelijke richting. „Dat komt neer op een pijplijn van Bakoe naar een Georgische havenstad aan de Zwarte Zee. Voor die optie voelt Moskou uiteraard weinig. Of Rusland dat zou willen verhinderen door het plegen van een aanslag op Sjewardnadze, is zeer de vraag”.

Geen Russische destabilisatiepoging om buitenlandse investeerders voor een Georgische oliepijplijn af te schrikken? „Experts nemen inderdaad vaak de hand van Moskou waar in het onopgelost blijven van grote politieke problemen in de zuidelijke Kaukasus. Die situatie komt Moskou sowieso goed uit. De waarheid van deze zo plausibele analyse is anderzijds niet gemakkelijk te achterhalen”.