Buitenland

FIS eist internationaal onderzoek bloedbaden

„Tientallen families in
Algerijns dorp gedood”

ALGERIJE – Een groep gewapende mannen heeft gisteravond een dorp in de buurt van Algiers overvallen en „tientallen gezinnen” om het leven gebracht. Dat schrijft de Algerijnse krant Liberté. Het fundamentalistische FIS heeft op een internationaal onderzoek naar de bloedbaden aangedrongen.

Redacteur Nasim Kuba van de Liberté zei tegen de Britse omroep BBC dat er meer dan honderd mensen zijn omgekomen. Hij baseerde zich op telefoongesprekken met mensen uit het gebied rond Sidi Hammed, waar het bloedbad plaatshad. Hij zei dat gewonden naar de ziekenhuizen in de hoofdstad waren vervoerd, maar dat militairen hadden verhinderd dat ze werden opgenomen.

Sidi Hammed, tussen Larbaa en Meftah, ligt ten zuiden van Algiers. De dorpelingen hadden na zonsondergang het vasten beëindigd en zich in een zaal verzameld om naar een film te kijken. Nadat een man een projectiel in de zaal wierp, vluchtten zij de ruimte uit, waar de gewapende mannen hen opwachtten. Dergelijke aanslagen worden gewoonlijk toegeschreven aan extremistische moslims.

Nadat de islamitische vastenmaand ramadan op 30 december was begonnen, zijn in het land meer dan duizend burgers vaak op brute wijze om het leven gebracht.

De vertegenwoordiging van het verboden fundamentalistische FIS (Islamitisch Heilsfront) vindt dat er gezocht moet worden naar een politieke oplossing voor de crisis in Algerije en dat er een nationale verzoening moet komen. Tevens wil het FIS een internationaal onderzoek naar de gruwelijke bloedbaden.

Dit staat in een oproep ter gelegenheid van de „zesde verjaardag van de staatsgreep tegen de wettigheid”. Daarmee doelt het FIS op het ongeldig verklaren van de verkiezingen begin 1992, toen het front de meerderheid leek te gaan behalen. Kort daarop verbood de regering het FIS.

In de verklaring eist het FIS verder onder meer de onmiddellijke vrijlating van sjeik Al-Behnadj, de tweede man van de organisatie, en opheffing van de beperkende maatregelen tegen FIS-voorzitter Abbassi Madani, die huisarrest heeft.

Overheid grote schuldige
Intussen worden de beschuldigingen als zou de Algerijnse overheid de grote schuldige zijn van de slachtpartijen in het land steeds sterker. Twee gevluchte topleden van de Algerijnse geheime politie vertelden aan de Britse krant The Observer dat de Sécurité Militaire (militaire veiligheidsdienst) achter een groot aantal moorden zit. De Algerijnse overheid beschuldigt moslimextremisten van het geweld.

De twee ninja's (leden van de paramilitaire politie), die vorige maand asiel vroegen in Groot-Brittannië, verhalen over zeker twee slachtpartijen waar de Algerijnse veiligheidsdienst achter zou zitten.

Als voorbeeld geven ze de moord op zestien burgers op 10 oktober vorig jaar in een voorstad van Algiers. De ninja's moesten de elektriciteit afsluiten en daarna wachten totdat de Sécurité Militaire zijn lugubere taken had uitgevoerd. „Daarna gingen wij naar binnen om de boel op te ruimen. Er lagen zestien lichamen, twee families”, aldus de Algerijnen gisteren in The Observer.

Ze vertellen hetzelfde verhaal over twee andere slachtingen, in 1994 in Ain Defla in de bergen ten westen van Algiers, en in 1995 in de Algierse voorstad Larbaa. De twee gevluchte ninja's konden het aantal onthoofde lichamen nauwelijks tellen. „Er is bij mij geen enkele twijfel dat dit het werk was van de militaire veiligheidsdienst”. Leden van de veiligheidspolitie voerden volgens hen vermomd als bebaarde moslimstrijders de moorden uit.

Ook Iran beschuldigt de Algerijnse overheid van betrokkenheid bij het bloedvergieten. Behalve de Algerijnse regering noemde de Iraanse parlementsvoorzitter Ali Akbar Natek Nouri gisteren „het Westen” de schuldige.

Diplomatiek offensief
Iran is een diplomatiek offensief gestart om een oplossing te vinden voor het geweld in Algerije. Of de regering van president Zéroual daarvan is gediend, moet nog blijken. Algiers haalde zaterdag nog zwaar uit naar Italië, omdat het een beroep had gedaan op Teheran om te bemiddelen in de Algerijnse crisis.

De Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) heeft de bloedbaden in Algerije veroordeeld en de Algerijnse regering opgeroepen mee te werken met een missie van de Europese Unie die binnenkort naar het land komt.

De OIC, waarvan 55 landen lid zijn, stelde zaterdag in een verklaring dat voor de aanslagen absoluut geen rechtvaardiging gevonden kan worden in de islam.

Algerije, dat tot nu toe elke buitenlandse bemoeienis met zijn problemen afwees, stemde afgelopen week in met de komst van een EU-missie, die echter niet zelf op onderzoek uit zou mogen gaan.