Buitenland

Voormalig rebel Ronnie Brunswijk ontkent elke betrokkenheid bij drugshandel

„Flauwekul, ik had daar niets mee te maken”

Van onze correspondent
PARAMARIBO – Ronnie Brunswijk, voormalig leider van het Surinaamse Jungle Commando, dat in de jaren tachtig ten strijde trok tegen het leger van Desi Bouterse, ontkent iedere betrokkenheid bij de handel in drugs. De Nederlandse Justitie liet hem enkele weken geleden op de opsporingslijst van Interpol zetten, omdat hij het brein zou zijn geweest achter de mislukte smokkel van 50 kilo cocaïne. Deze partij werd op Schiphol onderschept.

„Het is flauwekul, ik had daar helemaal niets mee te maken”, zegt Brunswijk in een gesprek met deze krant. Brunswijk heeft opvallend veel gemeen met zijn aartsrivaal uit de binnenlandse oorlog, Bouterse, voor wie hij in het begin van de jaren tachtig nog als lijfwacht werkte. Beiden maakten hun fortuin dankzij de militaire dictatuur, ze worden allebei door Interpol gezocht op verdenking van handel in drugs, zijn voorzitter van een politieke partij en worden op handen gedragen door een deel van de Surinaamse bevolking.

En ze konden in eerste instantie min of meer rekenen op de steun van Nederland, maar werden later uitgespuugd. Waar Brunswijk is, is activiteit. Als hij zelf niet voor actie zorgt, dan zijn er wel anderen om hem heen die dat doen. Vooral in het oostelijk deel van Suriname, rond zijn woonplaats Moengo, is hij nog behoorlijk populair. Maar ook in Paramaribo buigen velen, onder wiepolitiefunctionarissen en hoogwaardigheidsbekleders, als gedienstige lakeien voor hem. En dat is opmerkelijk, gezien zijn zeer omstreden staat van dienst.

Mantel der liefde
Halverwege de jaren tachtig zagen velen hem als een dappere Robin Hood, die het durfde op te nemen tegen die boze, meedogenloze dictator Bouterse. Dat die strijd vooraf werd gegaan door een bankoverval werd met de mantel der liefde bedekt. Ook de Nederlandse regering steunde hem, niet alleen moreel, maar ook via indirecte weg met wapens en geld. De binnenlandse oorlog, die aan honderden mensen het leven kostte en waarbij dorpen compleet werden vernietigd, eindigde in 1991 onbeslist. Hoewel volgens sommigen het democratiseringsproces in Suriname hierdoor wel zou zijn bespoedigd.

Brunswijk kon zich, na jarenlang te hebben geleefd als een rebel, maar moeilijk aanpassen aan het normale leven. Hij had wel wat omhanden dankzij de goud- en houtconcessies die hij had bedongen tijdens de vredesbesprekingen, maar hij miste de spanning van de oorlog. Dus zorgde hij daar af en toe nog zelf voor. Bijvoorbeeld als eigenaar en basisspeler van de voetbalploeg Intermoengo Tapoe, die in de hoogste klasse uitkomt.

Iedereen in Suriname kan zich de televisiebeelden herinneren waarop te zien was hoe Brunswijk, die als een driftkikker bekendstaat, de tribune oprent, gewapend met handgranaat en pistool, na door zijn eigen publiek te zijn uitgejouwd. Uit angst durfde niemand echter aangifte te doen. Daardoor kon ook bij Brunswijk zelf het beeld ontstaan dat recht en wet niet op hem van toepassing waren.

Maar ruim twee jaar geleden ging het na tal van andere incidenten goed fout. Hij schoot na een wilde achtervolging door Paramaribo een kennis in de rug die hij ervan verdacht zijn kettingzaag te hebben gestolen. De justitiële autoriteiten beseften dat ze het niet konden maken om Brunswijk nu te laten lopen en pakten hem op. Maar hij kwam ervan af met een celstraf van nauwelijks drie maanden, waar ieder ander zonder pardon ten minste zes jaar zou zijn opgesloten.

Peperdure auto's
Vorig jaar al opende hij het vuur op een andere man, maar ditmaal miste hij doel. Na aanvankelijk aangifte te hebben gedaan, trok het slachtoffer zijn aanklacht in na op vorstelijke wijze te zijn omgekocht door Brunswijk. Want aan geld heeft Brunswijk klaarblijkelijk geen gebrek. Getuige ook de peperdure auto's waarin hij rondrijdt en het goud waarmee hij zichzelf heeft behangen en de beeldschone vrouwen die hij daarmee aantrekt.

Maar dat geld heeft hij niet alleen met de goud- en houthandel verdiend. Ook de drugssmokkel bracht geld op, zo wordt verondersteld. Hoewel de aandacht wat cocaïnehandel betreft vooral is gericht op Bouterse, doen talloze verhalen de ronde over de drugsstrijd die tijdens de binnenlandse oorlog al woedde tussen de twee partijen en waarbij ze elkaar complete vliegtuigjes vol met cocaïne afhandig maakten.

Nederland had echter onvoldoende bewijs om wat tegen Brunswijk te ondernemen en verleende hem ook diverse malen een visum voor zijn zakenreizen. Tot voor enkele maanden. Toen werd zijn visumaanvraag plotseling afgewezen, omdat kort daarvoor de ex-Jungle-Commandoleider door Nederland op de opsporingslijst van Interpol was geplaatst.

„Dit slaat nergens op”, zegt Brunswijk. „Ik bedoel, als ze mij zo graag willen oppakken, dan hadden ze mij toch gewoon een visum gegeven en op Schiphol gearresteerd”. Hij hielp vorig jaar een medepassagier op Schiphol die naast hem in het vliegtuig had gezeten door haar koffers te dragen. Deze bleken volgepropt te zitten met 50 kilo cocaïne. Na eerst Brunswijks betrokkenheid te hebben ontkend, legde ze later wel belastende verklaringen tegen hem af.

Koning onschuld
Brunswijk vergelijkt zijn zaak niet met die van lotgenoot Bouterse, die ook gevangene in eigen land is geworden. „Ik weet niet of Bouterse in drugshandel zit”, zo speelt hij Koning Onschuld. „Daar komt ook een hoop politiek bij kijken hoor. Als het moet, reis ik morgen naar Nederland af om mijn onschuld aan te tonen. Ik heb het strafdossier niet gezien, maar volgens mij rammelt het aan alle kanten. Men is van mij in ieder geval nog niet af”.

In eigen land blijft Brunswijk op zijn manier aan de weg timmeren. Zo werd hij afgelopen weekeinde gekozen tot voorzitter van de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartijen, kortweg ABOP, waarvan hij in mei 1996 tijdens de verkiezingen al lijsttrekker was, maar op het laatste nippertje destijds buiten de boot viel.