Buitenland10 augustus 2001

Regering reageert onder druk van met name Peres terughoudend

Israëlische leger heeft voldoende opties

Van onze correspondent
JERUZALEM – De telefoon van Shimon Peres, de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, rinkelde gisteren voortdurend. Tal van ambtgenoten uit het buitenland vertelden hem dat Israël terughoudend dient te zijn na de verwoestende bomexplosie gistermiddag in Jeruzalem. Peres was het in grote lijnen blijkbaar met hen eens. Vannacht stemde hij samen met de ministers Efraïm Sneh (Transport) en Matan Vilnai (Cultuur) tegen gewelddadige stappen. Peres wil praten. Premier Ariel Sharon daarentegen blijft zeggen: „Geen gesprek onder dreiging van terreur.”

Opties heeft het veiligheidsestablishment genoeg. De spectaculairste tot nu toe is de overname van het Orient House en andere Palestijnse kantoren in en rond Oost-Jeruzalem. Het Orient House was gisteren nog het Palestijnse hoofdkwartier in Jeruzalem. Wellicht zullen politie en leger verdergaande maatregelen nemen. Het leger heeft na de laatste grote terreuraanslag in Israël, op 1 juni bij een discotheek in Tel Aviv, een lijst opgesteld met operaties die het uit kan voeren.

Daartoe behoren, zo nemen waarnemers in Israël aan, het bombarderen van gebouwen van de Palestijnse milities en het houden van raids in de gebieden die geheel onder Palestijns bestuur staan, in vaktaal de ”A-gebieden”. Door de maatregelen wil Israël de druk op de Palestijnse leider Yasser Arafat verder opvoeren. Israël wil hem ertoe bewegen stappen te nemen tegen de terreurorganisaties die in zijn gebieden vrij opereren.

Vrees
Voor de Palestijnse leider Yasser Arafat zijn acties tegen de Palestijnse Autoriteit slecht nieuws. Het laatste waar hij op zit te wachten is een verzwakking van zijn zeer slecht functionerend bewind. Na de vorige de aanslag in Tel Aviv, waarbij 21 jonge mensen de dood vonden, kondigde Arafat een staak-het-vuren af. Dat deed hij om een grootscheepse aanval van het Israëlische leger op Palestijnse instellingen te voorkomen. Arafat vreesde dat zo'n offensief zou leiden tot de ineenstorting of in elk geval tot een ernstige verzwakking van het Palestijnse bestuur.

Ook nu vreest Arafat zo'n aanval. Hij veroordeelde de aanslag onder druk van de Verenigde Staten en uit eigenbelang. Hij voegde daar een oproep aan toe tot een gezamenlijk Israëlisch-Palestijnse staakt-het-vuren. Ook de Palestijnse minister van Informatie, Yasser Abed Rabbo, veroordeelde de aanslag. „Wij zijn altijd tegen gewelddadige acties tegen burgers, ongeacht hun nationaliteit.” Hij zei ook – geheel in de lijn van wat Palestijnen altijd doen, namelijk de schuld doorschuiven naar Israël: „Het Palestijnse volk draagt geen verantwoordelijkheid voor de laatste escalatie. We hebben onze hand in vrede naar Israël uitgestrekt. Helaas is het enige wat we hebben ontvangen moord en vernietiging geweest.”

Populariteit
Als het Palestijnse leiderschap zware aanslagen die gericht zijn tegen Israëlische burgers veroordeelt, waarom neemt het dan geen stappen om ze te voorkomen? Israëlische functionarissen hebben de afgelopen weken tijdens veiligheidsbesprekingen de Palestijnen lijsten met namen gegeven van Palestijnen die betrokken zijn bij terreur. Ook gaf Arafat gewapende groepen de volle vrijheid Israëlische automobilisten op de Westelijke Jordaanoever van de weg te schieten. Een Amerikaanse waarnemer van de CIA zei enkele weken geleden, toen de Palestijnen net het staakt-het-vuren hadden geaccepteerd, dat het Palestijnse gezag nauwelijks iets deed om aanslagen te voorkomen.

Arafat durft de confrontatie met de Palestijnse extremisten niet aan. Integendeel. In het Palestijnse parlement en binnen Arafats Fatah-partij zijn plannen voor de oprichting van een kabinet van nationale eenheid, waarin ook islamitisch-fundamentalistische groepen en linkse oppositiegroepen zitting moeten hebben. Palestijnse politici zouden dit kabinet willen oprichten in verband met de afnemende steun voor Arafat. Deze afname is een gevolg van de liquidatiebeleid van de regering-Sharon.

Het doden van islamitische activisten door het Israëlische leger heeft de populariteit van de islamitische partijen enorm doen toenemen. Het is echter nog niet zover dat de Palestijnse Autoriteit op instorten staat en dreigt te worden overgenomen door de Hamas. Arafat kiest voor een kortetermijnoplossing, die hem moeten helpen de komende dagen te overleven. Hij verspeelt met zijn kortzichtige stappen echter de vrede op lange termijn.

Vergissing
De bomexplosie in Jeruzalem kwam niet onverwachts. De Israëlische inlichtingendiensten hadden aanwijzingen dat er een zware terreuraanslag plaats zou vinden. De afgelopen dagen zijn al diverse aanslagen voorkomen of mislukt. Het leger had –om de kans op tragedies zoals gisteren zo klein mogelijk te maken– de Palestijnse gebieden afgesloten. Het publiek werd via de media voortdurend opgeroepen alert te zijn en verdachte voorwerpen of figuren te melden. Honderden politieagenten stonden op vele plaatsen in Jeruzalem opgesteld. Maar deze maatregelen konden geen volledige veiligheid garanderen voor het vakantie vierend of winkelend publiek, dat even een hapje wilden eten bij Pizzeria Sbarro of net in de buurt liep.

De aanslag van gisteren werd uitgevoerd door een zelfmoordenaar van de islamitische terreurbeweging Hamas. De Islamitische Jihad eiste aanvankelijk de verantwoordelijkheid op. De Jihad vergiste zich echter. Hun man loopt nog ergens rond en wil zich vandaag of morgen opblazen.