Buitenland20 juli 2001

Pronk: Klimaattop
mag niet mislukken

Van onze buitenlandredactie
BONN – „Alleen als we ons concentreren op de zaken waar het om gaat, kunnen we de belofte waarmaken die we in Den Haag hebben gedaan: geen tweede keer falen.” Dat zei milieuminister Pronk gisteren tijdens de officiële opening van de VN-klimaatconferentie in Bonn.

Pronk benadrukte meerdere malen met klem het belang van de klimaattop. Ministers uit de 180 deelnemende landen moeten uiterlijk zondag een akkoord bereiken over de beperking van de uitstoot van broeikasgassen. „Dat zijn we aan elkaar, aan onszelf, aan onze burgers en aan de toekomstige generaties verplicht”, zei Pronk. Net als gisteren was de conferentievoorzitter optimistisch gestemd over een goede afloop van de klimaattop. In zijn openingstoespraak gaf hij de deelnemende landen een aantal dringende adviezen mee: richt de blik op de toekomst en blijf niet steken in het verleden. Laat andere landen vrij in hun stellingname en probeer ze niet te overtuigen. En bovenal; schuif andere opvattingen niet klakkeloos terzijde, maar neem ze serieus.

Daarmee sprak Pronk duidelijk de VS aan die wel aan de conferentie deelnemen, maar in maart hebben besloten het protocol van Kyoto, over de beperking van de uitstoot van broeikasgassen, niet te zullen ondertekenen. „Wij begrijpen het verlangen van de internationale gemeenschap om snel goede maatregelen te nemen”, aldus de Amerikaanse woordvoerster. „Ontwikkelingslanden met snelle economische groei zijn bezorgd dat beperking van de uitstoot van broeikasgassen hun ontwikkeling zal schaden.” Het is de VS al sinds het akkoord van Kyoto een doorn in het oog dat ontwikkelingslanden geen verplichtingen opgelegd krijgen op het gebied van de bestrijding van klimaatverandering.

Ook Japan blijft vasthoudend. Het land lijkt vooral bezwaren te hebben met de terughoudende opstelling van de VS. Zonder gewijzigde economische groei en beperking van het energiegebruik zal de CO2-uitstoot van de VS in 2010 ongeveer 35 procent hoger liggen dan in 1990. De Japanse delegatie vindt dit onacceptabel. Pronk acht het zo goed als uitgesloten dat er in Bonn een oplossing komt zonder de steun van Japan. „Wiskundig gezien is het mogelijk, maar politiek gezien wordt het extreem moeilijk.”