Buitenland11 juli 2001

Christenen volgen al eeuwenlang Jezus' gang naar het kruis

Met pelgrims op de weg der smarten

Door A. Muller
JERUZALEM – Al eeuwenlang voelen mensen uit alle windstreken zich geroepen door de bekendste straat van Jeruzalem te lopen. We hebben het over de Via Dolorosa: de weg der smarten, die pelgrims ook wel de treurige weg of de weg van het lijden hebben genoemd.

De ongeveer 800 meter lange route voert door de Oude Stad van de Moslimwijk naar de Heilige Grafkerk in het Christelijke Kwartier. Het straatje loopt niet in een rechte lijn, maar leidt op twee plaatsen door dwarsstegen. Het leidt langs veertien staties: de plaatsen waar Christus zou hebben stilgestaan of geleden toen Hij de kruisweg liep. Talloze pelgrims treden in Zijn voetstappen. Kruisen dragend, zingend, biddend, knielend. Ondertussen proberen de Arabische winkeliers hun T-shirts, kaarsen, kruisen of antiek te verkopen. Maar zij die in een processie lopen hebben geen tijd voor handel. De winkeliers moeten het vooral hebben van de loslopende pelgrims en toeristen.

De Via Dolorosa kent een wonderlijke geschiedenis. De kruisweg is namelijk aan nogal wat veranderingen onderhevig geweest. Eigenlijk heeft alleen maar het eindpunt –Golgotha en het graf– altijd vastgelegen. De rest van de weg lag de ene keer hier en de andere keer daar. De huidige route is historisch gezien onbetrouwbaar. Het is alleen vrij zeker waar Golgotha en het graf lagen. Daar is trouwens de beroemdste kerk van de wereld overheen gebouwd: de Heilige Grafkerk.

Goede Vrijdag
Deskundigen menen dat Christus uit een totaal andere richting gekomen is. Pilatus hield normaal gesproken verblijf in het Paleis van Herodes als hij tijdens de grote Joodse feesten uit Caesarea kwam. Dat lag in de buurt van de citadel bij de Jaffapoort. Deze poort ligt aan de andere kant van de Oude Stad.

Maar bij devotie speelt wetenschappelijke nauwkeurigheid een ondergeschikte rol. De waarde van een heilige plaats ligt in de voorstelling die erbij kan worden gemaakt. En daar hebben de pelgrims geen moeite mee. Franciscanen beginnen elke vrijdagmiddag hun processie bij het Praetorium. Daar is de eerste statie waar Pontius Pilatus de Heere Jezus veroordeelde. De gelovigen trekken achter hen aan. Vooral op Goede Vrijdag is het druk. Westerlingen kijken raar op als ze iemand zien die met namaakbloed besmeurd op de kruisweg loopt, compleet met doornenkroon en als Romeinse soldaten uitgedoste mannen om hem heen.

Vroeger meenden de pelgrims overigens nog meer te zien dan nu. Pelgrims in de Byzantijnse tijd (324-640) begonnen de tocht op de plaats op de Olijfberg waar volgens de traditie de Messias en Zijn discipelen verblijf hielden. Ze liepen via Gethsémané aan de voet van de berg naar de Heilige Grafkerk. In de Sint-Sophia, de kerk die was gebouwd op het huis van Pilatus, konden bezoekers de stoel bewonderen waarop de stadhouder zelf gezeten had. De kerk ging verloren tijdens de invasie van de Perzen in het jaar 614.

In de achtste eeuw was de looproute weer anders. Pelgrims trokken via Gethsémané naar het huis van hogepriester Kajafas op de berg Sion, ten zuiden van de stad. In de Middeleeuwen bestonden er twee routes onder de Latijnse christenen. De reden van de onenigheid was dat de ene groep kerken bezat aan de ene kant, en de andere aan de andere zijde van de stad.

Geestelijke pelgrimage
Aan het begin van de vijftiende eeuw creëerden pelgrims symbolische afbeeldingen van het lijdensverhaal in hun eigen landen. Op deze wijze konden degenen die de reis naar het heilige land niet konden maken, de route toch meebeleven. Ook begonnen boeken te verschijnen over de lijdensweg. Op het titelblad van het in 1563 gepubliceerde boek van Jan van Paeschen valt te lezen: „Een devote maniere om gheestelyck Pelgrimagie te trecken tot den heylighen lande als te Jherusalem, Bethleem, ter Jordanen.” Van Paeschen was er zelf nooit geweest. Hij ging louter af op wat anderen hem vertelden. Zo kon hij gedetailleerd verslag doen van een reis die 365 dagen duurde en Leuven als beginpunt had. Op de 193e dag bereikt hij de tweede statie –het huis van de hogepriester Annas– en pas drie dagen later arriveert hij bij de derde statie – de plaats waar de Romeinen Christus gevangennamen.

Het gevolg van de ”geestelijke pelgrimages” was dat er bepaalde voorstellingen werden gecreëerd. Als de pelgrims vervolgens wel in Jeruzalem kwamen, wensten ze dezelfde taferelen aan te treffen. Op deze wijze overwon de westerse traditie. De route kreeg de veertien staties die christenen in het Westen gewend waren in plaats van de acht die de bewoners van Jeruzalem kenden. De huidige route kwam in de achttiende eeuw vast te liggen. De Franciscanen standaardiseerden de veertien staties pas in de negentiende eeuw. De tegenwoordige veertien staties zijn (1) de plaats waar Jezus ter dood werd veroordeeld, (2) waar de Romeinen Hem het kruis oplegden (Ecce Homo), (3) waar Hij voor de eerste keer viel, (4) waar Hij Maria ontmoette, (5) waar de Romeinse soldaten Simon van Cyrene dwongen te helpen het kruis te dragen, (6) waar een vrouw –Veronica– met een doek de tranen van Zijn gezicht afveegde, (7) waar Hij voor de tweede keer viel, (8) waar Hij sprak tot de dochters van Jeruzalem, (9) waar Hij voor de derde keer viel, (10) waar de soldaten hem ontdeden van zijn kleed, (11) waar ze Hem kruisigden, (12) waar Hij aan het kruis stierf, (13) waar Zijn lichaam van het kruis werd genomen, (14) waar Zijn lichaam in het Graf werd gelegd.

De laatste vier staties bevinden zich in de Heilige Grafkerk. De evangeliën maken melding van negen van deze gebeurtenissen. De overigen vijf voorvallen zijn niet terug te vinden. Dat deert de pelgrims niet: wie zegt dat ze niet hebben plaatsgevonden? Bovendien ligt de waarde van de tocht in de voorstelling en de herleving. Daarom zal de Via Dolorosa nog lang een beroemde straat blijven.

Dit is de eerste aflevering van een serie artikelen over beroemde straten in het buitenland. Deze serie loopt de hele zomer door.