Buitenland29 juni 2001

Belgrado kan 3 miljard tegemoet zien

Uitlevering verzekert
Belgrado van hulp

BELGRADO – De Servische regering in Belgrado heeft zich gisteren door de uitlevering van ex-president Milosevic van Joegoslavië verzekerd van de broodnodige internationale economische hulp.

Op de donorconferentie in Brussel vandaag kan Belgrado door de uitlevering nu wel op toezeggingen voor de broodnodige economische hulp rekenen. Ook Nederland had gisteren nog verklaard dat het zonder uitlevering geen geld beschikbaar zou stellen.

Gesproken wordt over ruim 3 miljard gulden hulp die Belgrado in totaal wacht. Belgrado zegt zelf voor de komende jaren ruim 9 miljard gulden nodig te hebben.

Volgens de Servische minister van Economische Betrekkingen met het Buitenland, Goran Pitic, zal Joegoslavië (Servië en Montenegro) in Brussel „een lijst van 36 urgente projecten voorleggen, die in totaal ruim 9 miljard gulden vergen.” Voor de eerstkomende twaalf maanden wil Belgrado volgens Pitic „zeker 2,7 miljard gulden” loskrijgen.

De betrokken projecten bevinden zich in alle sectoren van de economie, van energievoorziening tot transport, mijnbouw, wegen en luchthavens.

De Wereldbank en de Europese Commissie, die de donorconferentie organiseren, schatten de behoefte op 3,9 miljard dollar (10 miljard gulden), uitgesmeerd over vier jaar. Voor dit jaar is 1,25 miljard dollar (3,2 miljard gulden) nodig, het bedrag dat de organisatoren in Brussel hopen in te zamelen. Het geld is niet alleen broodnodig voor investeringen in de gezondheidszorg, de stroomvoorziening en het wegennet, maar evenzeer nodig om simpelweg de lonen van artsen en leerkrachten te kunnen betalen.

Het bewind van president Kostunica, die sinds oktober vorig jaar in het zadel zit, krijgt het geld niet zonder meer. De Wereldbank stelt harde economische eisen. De Unie stelt daarnaast politieke voorwaarden, zoals een verdere democratisering, respect voor minderheden en samenwerking met het VN-tribunaal.