Buitenland22 juni 2001

Amerikaanse moet in Peru boeten voor hulp aan marxistische Tupac Amaru

Twintig jaar voor Lori Berenson

Van onze correspondent
LIMA – Na een geruchtmakend strafproces dat precies drie maanden in beslag nam is de Amerikaanse studente Lori Berenson in Peru veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar wegens het verlenen van hulp aan de marxistische guerrillabeweging Tupac Amaru. De Amerikaanse moet de Peruaanse staat bovendien een schadeloosstelling van bijna 1 miljoen gulden betalen. De drie rechters van het tribunaal, dat gevestigd is in de hoofdstedelijke strafinrichting voor opgepakte guerrillero's San Juan de Lurigancho, waren unaniem in hun oordeel.

Rechtbankvoorzitter Marcos Ibazeta schreef in zijn toelichting op het vonnis dat de argumenten die Lori Berenson aanvoerde in haar verdediging „ontoereikend” waren. „Dit tribunaal kan geen geloof hechten aan een verhaal dat leest als een lange reeks toevalligheden”, aldus Ibazeta. De rechtbank zag er evenwel van af om mevrouw Berenson te vonnissen als een volwaardige militant van de guerrillagroepering zoals het openbaar ministerie dat verlangde. Dit bespaarde Lori Berenson een veroordeling tot levenslang. Rechter Ibazeta benadrukte na afloop van het proces dat twintig jaar de wettelijk vastgelegde minimumstraf is voor het bijstaan van de guerrilla.

Idealen
Lori Berenson herhaalde na het vernemen van haar vonnis dat zij onschuldig is. „Ik ben geen terrorist en ik verafschuw geweld”, aldus de jonge vrouw. Wel geeft de Amerikaanse zonder schromen toe te sympathiseren met sommige idealen die de guerrilla uitdraagt. „Ik ben net als hen begaan met het lot van de onderdrukten in Peru, maar heb in geweldplegingen nooit een oplossing voor de sociale problemen gezien”, aldus Lori Berenson.

De advocaat van de Amerikaanse zal reeds begin volgende week bij de Hoge Raad beroep aantekenen en wil de zaak eveneens voorleggen aan het Interamerikaans Hof voor de Rechten van de Mens, een orgaan van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS). De beroepsprocedure in Peru zal waarschijnlijk vier maanden in beslag nemen, terwijl het proces bij het mensenrechtentribunaal zeker drie à vier jaar zal vergen.

De interim-president van Peru, Valentín Paniagua, liet via een zegsman weten Lori Berenson geen gratie te kunnen verlenen omdat dit een „beleidsbepalende maatregel” zou zijn die hij als waarnemend staatshoofd niet mag nemen. De gekozen president van het land, Alejandro Toledo, zal volgens zijn woordvoerder de kwestie-Berenson aansnijden tijdens zijn komende staatsbezoek aan de Verenigde Staten. Waarnemers in Lima vermoeden dat Toledo dadelijk met enige bombarie Lori Berenson uit gevangenschap zal ontslaan om zodoende de betrekkingen met de VS te verbeteren.

Lange weg
Over de schuld van Lori Berenson hoeft, alle tekortkomingen van de Peruaanse rechtspraak ten spijt, weinig twijfel te bestaan. Rechter Marcos Ibazeta overdreef niet toen hij schreef dat haar argumenten rammelen en als een fabeltje klinken.

Lori's lange weg naar een kille cel in Peru begon in 1988, toen zij een studie aan het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT) verbrak om naar het toen in burgeroorlogen verwikkelde Centraal-Amerika af te reizen, waar zij werk vond als secretaresse van een Salvadoraanse guerrillaleider. Zes jaar later arriveerde Lori Berenson in Peru, waar zij via een Panamese kennis in contact kwam met enkele leden van de guerrillabewegingTupac Amaru.

Officieel bevond Lori Berenson zich in het Andesland als buitenlandcorrespondente van twee obscure links-radicale Amerikaanse publicaties. In Lima huurde zij een grote villa in de wijk La Molina. Gewapend met haar perskaart bracht ze bezoeken aan het parlement en verschillende ministeries.

In november 1995 pakte de politie de Amerikaanse nepjournaliste op toen zij uit een stadsbus stapte en haar huis wilde binnengaan. Op het moment van de arrestatie bevond Lori zich in het gezelschap van Nancy Gilvonio, de echtgenote van Tupac Amaru-leider Néstor Cerpa. Cerpa kwam een jaar later om het leven tijdens de bezetting, gedurende 126 dagen, van de Japanse ambassade door de guerrillabeweging.

Toen de politie enkele momenten na Lori en Nancy te hebben ingerekend de villa wilde binnenvallen, ontmoette zij een regen van kogels. Pas na een vuurgevecht van bijna tien uur slaagden de agenten erin het tot vesting omgebouwde huis te nemen. Twaalf guerrillastrijders –onder wie Miguel Rincón, de nummer drie van de beweging– werden in de boeien geslagen. Het was een grote vangst die voor sensatie zorgde in Peru. De woning bleek een hoofdkwartier van de Tupac Amaru. Behalve allerlei strijdplannen trof de politie ook grote hoeveelheden wapens, munitie en springstoffen aan.

Herkansing
In de stapels buitgemaakte papieren vonden de agenten onder meer verschillende door Lori Berenson getekende plattegrondjes van het parlementsgebouw, een door haar opgestelde lijst met namen van volksvertegenwoordigers die het gijzelen waard waren en een vervalste Peruaanse identiteitskaart waarop de foto van de Amerikaanse prijkte.

In maart 1996 verscheen Lori Berenson voor een militair tribunaal. Het gelaat van haar rechters ging schuil achter middeleeuws aandoende puntkappen. Ze kreeg geen advocaat en mocht evenmin het woord voeren om zichzelf te verdedigen. Deze uitzonderlijke manier van rechtspraak was volgens de regering van de inmiddels verdreven president Alberto Fujimori nodig om de rechters te behoeden voor vergeldingen van de guerrilla. De verkorte procedure moest tevens verhinderen dat de revolutionairen door vormfouten of het toedoen van gewiekste advocaten hun vrijheid konden herwinnen.

De militaire rechters veroordeelden Lori Berenson zonder omhaal tot levenslang. Dat was destijds het standaardvonnis voor guerrillastrijders. De Amerikaanse verdween naar een ijzige gevangenis op ruim 4000 meter hoogte in de Andes, waar zij haar dagen moest slijten in een onverwarmde cel waar de temperatuur slechts bij uitzondering boven het vriespunt komt.

Nietig
In mei 1999 verklaarde het Interamerikaans Hof voor de Rechten van de Mens in Costa Rica het vonnis dat tegen Lori Berenson was uitgesproken nietig omdat haar een deugdelijke en evenwichtige behandeling door de justitie was onthouden. Toenmalig president Fujimori besloot hierop zijn land terug te trekken uit het mensenrechtentribunaal.

Maar na Fujimori's door corruptieschandalen gemotiveerde vlucht uit Peru besloot de nieuwe regering de Amerikaanse een berechting te gunnen door een civiel tribunaal en volgens de normale wetsregels. Rechter Marcos Ibazeta wees er herhaaldelijk op dat Lori Berenson uitvoerig verhaal mocht doen en zich vertegenwoordig wist door prominente advocaten.

Haar voornaamste pleitbezorger, José Luis Sandoval, gaf toe dat het proces „redelijk eerlijk” verliep, maar zei dat er wel politieke factoren meespeelden die met de schuldvraag niets van doen hadden. „Desondanks vond het proces in alle openheid plaats, hetgeen al een hele verbetering is ten opzichte van Lori's eerste berechting.” Het wachten is nu op een eventueel presidentieel pardon. Volgens rechtsdeskundigen is het onwaarschijnlijk dat de Hoge Raad van Peru het gisteren uitgevaardigde vonnis zal vernietigen.