Buitenland5 juni 2001

Oud-directeur Lovers Rail ziet wat in traject naar Surinaams binnenland

Hoop voor mislukt Lely-spoor

Van onze correspondent
PARAMARIBO – Cornelis Lely, de grondlegger van de Zuiderzeewerken, mag dan als man met grote verdiensten worden aangemerkt als het gaat om zijn inspanningen om het zeewater buiten het Nederlandse vasteland te houden, als gouverneur van Suriname was hij een kleine eeuw geleden de motor achter een faliekante mislukking. Hij liet daar tegen beter weten in een peperdure spoorlijn aanleggen, die echter nooit rendabel werd. De voormalig directeur van Lovers Rail, Peter Sul, heeft het plan opgevat om een deel van het traject nieuw leven in te blazen.

Halverwege de jaren negentig nam het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) zelf het initiatief om de spoorlijn, die in het begin van de twintigste eeuw werd aangelegd, voor toeristische doeleinden weer operationeel te maken. Het traject werd ontdaan van onkruid, de locomotieven en wagons onder het stof vandaan gehaald. Maar kort na de feestelijke ”maiden trip” bloedde het stilletjes dood. Er maakten te weinig toeristen en lokale bewoners gebruik van het spoorlijntje.

De zogeheten Lawa-spoorlijn was het geesteskind van Lely. Als gouverneur van Suriname zag hij kort na zijn aankomst in de kolonie in 1902 het belang in van een verbinding van Paramaribo met de ontoegankelijke jungle. Het goud dat daar uit de bodem werd gehaald, zou per trein eenvoudig naar de hoofdstad kunnen worden vervoerd. In 1903 werd met de aanleg begonnen, waarbij vooral Curaçaose zeelieden werden ingezet.

Op 1 januari was 173 kilometer gereed, de helft van het beoogde traject. Het overige deel is er nooit gekomen. Want veel goud werd er niet vervoerd, omdat er te weinig werd gewonnen. De enigen die er frequent gebruik van maakten waren de bewoners langs de spoorlijn, die hun agrarische produkten naar de stad brachten. De ”goudtrein” ging daardoor ongewild voortaan als ”markttrein” door het leven.

Toeristen
De noodlijdende Lawa-spoorweg bleek al snel een doodgeboren kindje te zijn. Nog enkele decennia profiteerde vooral de lokale bevolking van de voor die tijd snelle verbinding van en naar Paramaribo, maar uiteindelijk viel het doek. Het deel van de spoorlijn tussen Paramaribo en Onverwacht is vandaag de dag niet eens meer terug te vinden. Bij Onverwacht staan nu de verwaarloosde locomotieven en wagons te wachten op hun definitieve ondergang. Lely is de blamage wonderbaarlijk genoeg nimmer persoonlijk aangerekend. In het Suriname van nu draagt het dorp dat vroeger Kofidjompo heette, en inmiddels is uitgegroeid tot een stadje, zelfs zijn naam: Lelydorp.

Dat er opnieuw initiatieven zijn om de resterende 90 kilometer van de Lawa-spoorweg in gebruik te nemen, laat de meeste Surinamers koud. Niemand verwacht ook dat het er werkelijk van zal komen. „Op een spoorlijn toeristisch rendabel te maken, moet je toeristen hebben”, zegt de directeur van een van de grootste hotels in de stad. „Met het handjevol dat er nu komt kun je misschien een keer per maand eens een trein laten rijden. Je hoeft geen econoom te zijn om te beseffen dat dit onmogelijk is.”

Toeristische projecten, zoals die van de spoorlijn van Peter Sul, worden veelvuldig en met veel publiciteit aangekondigd. Om vervolgens doorgaans in de vergetelheid te raken. Soms ligt het aan de initiatiefnemers zelf, in andere gevallen is de overheid de boosdoener. Aanvragen voor vergunningen raken verstrikt in de bureaucratie, gedane toezeggingen worden niet nagekomen. In het geval van de spoorlijn moet het failliete Suriname zelfs 9 miljoen gulden bij elkaar sprokkelen om alles op de rails te krijgen. Een inspanning die, evenals bij zo veel andere projecten, te veel gevraagd is en hoogstwaarschijnlijk tot niets zal leiden.

Imago
Niet dat Suriname geen potentie heeft om als vakantieland te dienen, maar het toerisme komt door uiteenlopende oorzaken niet van de grond. Reizigers worden al snel afgeschrikt door het imago van instabiliteit, chaos en drugshandel dat Suriname met zich meedraagt. En, niet in de laatste plaats, door de extreem hoge vliegtarieven die de KLM en de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM) hanteren op de route Amsterdam-Paramaribo. Ook kan een deel van de schuld worden gelegd bij lokale touroperators en hoteleigenaren, die te weinig kwaliteit bieden voor veel te veel geld. Drie weken vakantie op een prachtig Caraïbisch eiland is veelal goedkoper en beter verzorgd dan tien dagen rondreizen in Suriname.

Hoeveel toeristen jaarlijks Suriname bezoeken is niet precies bekend. Maar meer dan enkele duizenden zijn het er in ieder geval niet, afgezien van de tienduizend Nederlanders van Surinaamse afkomst die jaarlijks hun geboorteland bezoeken. Maar die hebben doorgaans geen belangstelling voor toeristische uitstapjes. Het spoorproject van Peter Sul is daarom, bij gebrek aan voldoende interesse, gedoemd te mislukken zolang er niet een kwalitatieve verbetering komt in de Surinaamse toeristensector. En zolang KLM en SLM hun passagiers op de route Amsterdam-Paramaribo blijven beschouwen als een aantrekkelijke melkkoe.