Buitenland2 juni 2001

Nieuwe Russische liberale partij verkiest invloed boven principes

Pragmatisme wint het van Sacharov

Van onze correspondent
MOSKOU – Tijdens het oprichtingscongres van de liberale democratische partij Unie van Rechtse Krachten (SPS) vorig weekend waren nog maar weinig principes en idealen van de Russische democratische beweging van het eerste uur terug te vinden. Net als in de Russische samenleving heeft pragmatisme het in straatlengten gewonnen van het erfgoed van de mensenrechtenactivist Andrej Sacharov.

De afgelopen maanden vonden er in Rusland drie belangrijke jubilea plaats. De wijze waarop de Russen hiermee omgingen geeft in notendop aan welke plaats het erfgoed van de vroegere invloedrijke democratische beweging tegenwoordig in de Russische samenleving inneemt. Het verklaart tegelijk waarom het huidige boegbeeld van de liberaal-democratische beweging SPS geen boodschap meer heeft aan de principes van de romantische democraten van weleer.

Zo ging de 80-jarige geboortedag van wijlen Andrej Sacharov, dissident en winnaar van de Nobelprijs van de vrede, eerder deze maand vrijwel onopgemerkt aan de Russen voorbij, terwijl hij toch jarenlang gold als het democratische geweten van Rusland. Eind jaren tachtig behoorde hij tot de eerste oppositieleden in de toenmalige Opperste Sovjet die pleitten voor meer vrijheid en democratie in het land. Maar nu werd hij slechts door een handjevol Russen herdacht en ook president Poetin wijdde geen enkel woord aan hem.

Aandacht
De man die Sacharov in 1986 na zeven jaar verbanning vanuit Gorki naar Moskou liet terugkeren maar veel beperktere ideeën had over vrijheid en democratie dan de dissident, Michail Gorbatsjov, werd op zijn 70e verjaardag niet door Poetin vergeten. De voormalige Sovjetleider, die ondanks zijn goede naam in het Westen op weinig sympathie kan rekenen in zijn eigen land, kreeg zowaar enige positieve aandacht in de Russische pers. Daarbij stond echter wel vooral zijn nieuwe rol als adviseur van president Poetin centraal, die hij „het voordeel van de twijfel geeft” en „het waard acht te ondersteunen.”

Het derde jubileum dat verreweg de meeste aandacht van de Russen kreeg was de eenjarige viering van de inauguratie van president Poetin. Op die dag verzamelden zich onder meer „spontaan” maar liefst 11.000 studenten bij de Kremlin-muren die een T-shirt droegen met daarop het gezicht van Poetin en de Russische tekst ”Vsjo Poetjom”, dat naast een woordspeling op Poetins naam „alles gaat in de goede richting” betekent. Ook werd de president door vele politieke leiders van links tot rechts geprezen.

Kritisch geluid
Slechts enkele democraten van het eerste uur lieten een kritisch geluid horen. „Teenagers die portretten van hun leider op hun buik dragen zijn bereid een zwarte massa te worden en hun persoonlijkheid kwijt te raken”, aldus reageerde de weduwe van Sacharov, Jelena Bonner, op de 'spontane' Poetin-manifestatie. Het politieke leven in Rusland is de afgelopen paar jaar aanzienlijk ingeperkt en speelt zich nog voornamelijk af rondom de persoon van Poetin.

En die legde in deze periode van drie jubilea persoonlijk de laatste hand aan een nieuwe ingrijpende wet die het aantal politieke partijen en groeperingen in Rusland zeer drastisch moet gaan inperken. Het zijn vooral de kleinere en vaak toch al noodlijdende democratische partijen die hier het meest onder te lijden zullen hebben. Deze wet, die inmiddels zonder veel morren door de Poetin-gezinde Doema is aangenomen, vormde tevens de directe aanleiding voor een aantal van deze democratische partijen om de handen definitief ineen te slaan.

Al sinds de parlementsverkiezingen van 1999 werkten deze al samen in de coalitie Unie van Rechtse Krachten (SPS). Deelnemende partijen hieraan waren onder meer Jong Rusland van voormalig vice-premier Boris Nemtsov, Gemeenschappelijk Zaak van Irina Chakamada, de Stem van Rusland van Aleksej Kara-Moezra en de illustere Democratische Keuze van Rusland van hervormingspionier en intellectueel Jegor Gajdar.

Fakkel
Deze laatste partij had begin jaren negentig de democratische fakkel overgenomen van wijlen Andrej Sacharov en kende onder zijn leden veel bekende democraten van het eerste uur, zoals wijlen Galina Staravoitova en Sergej Joesjenkov en ook voormalige dissidenten en mensenrechtenactivisten zoals Sergej Kovalov en Valentina Novodvorskaja. Het was vooral deze partij van idealisten, getalsmatig een belangrijke bloedgroep in SPS, die grote moeite had met de opheffing van haar eigen partijorganisatie en de definitieve aansluiting bij de nieuwe partij.

Al vanaf het begin van de samenwerking eind 1999 bestond er onenigheid over de te volgen koers bij SPS. Een van de meest principiële vragen was en is nog steeds in hoeverre de liberale partij een eigen principiële presidentskandidaat naar voren moet schuiven of dat ze een andere moet steunen die weliswaar niet geheel de SPS-ideologie uitdraagt maar die wel kans maakt om daadwerkelijk president te worden.

Uiteindelijk koos de meerderheid van de SPS-leden vorig jaar om te stemmen op presidentskandidaat Poetin vanwege zijn liberale economische hervormingsprogramma. Toen hij eenmaal president was bleven velen hem steunen. Toch was er binnen SPS ook veel kritiek op hem, met name op het gebied van mensenrechten en persvrijheid.

De heftige discussies die voor het officiële oprichtingscongres van SPS de afgelopen weken op grote schaal waren losgebarsten draaiden dan ook vooral rond de vraag in hoeverre SPS de zoveelste ”Poetin-partij” zou worden of dat ze zich toch tot een oppositiepartij zou ontwikkelen die principieel zou vasthouden aan haar westerse liberaal-democratische principes. Pragmatici als de invloedrijke Boris Nemtsov, Sergej Kirijenko en Anatoli Tsjoebais meenden dat SPS heel goed een tussenpositie zou kunnen innemen: hartstochtelijk voorstander van het liberale economische programma van Poetin en enige passen op de plaats wat betreft zijn mensenrechtenbeleid en zijn opvattingen over persvrijheid.

Nieuwe stijl
Het zijn uiteindelijk deze pragmatici die de strijd in de nieuw gevormde SPS hebben gewonnen. Sommige democraten van het eerste uur, onder wie Sergej Kovaljov en Sergej Joesjenkov, konden zich hier niet in vinden en hebben zich uiteindelijk niet bij SPS aan gesloten. Zij menen dat er in het nieuwe partijstatuut te weinig van het vroegere democratische gedachtegoed is terug te vinden en zijn bang dat de partij te dicht zal aanschurken tegen het Poetin-regime. Zij hebben verklaard een echte democratische oppositiepartij te zullen oprichten waarbij ze onder meer willen gaan samenwerken met de „dissident nieuwe stijl” en „politieke emigrant” Boris Berezovski. Die heeft al eerder laten weten een dergelijke oppositiepartij te willen gaan financieren.

Nieuw gekozen SPS-partijleider Boris Nemtsov is er echter van overtuigd dat een dergelijke principiële democratische partij weinig meer kan uitrichten in het 21e-eeuwse Russische politieke landschap. Hij verwijst daarbij naar de oppositionele sociaal-liberale partij Jabloko van Grigori Javlinski, die met haar nadruk op mensenrechten en andere burgerlijke vrijheden steeds meer tot een roepende in de woestijn is geworden. Typerend voor de nieuwe pragmatische opstelling van de Russische democraten van weleer is het feit dat er tijdens hun oprichtingscongres geen woord werd gewijd aan de oorlog in Tsjetsjenië of aan de bedreiging van de persvrijheid. Met het ideeëngoed van Sacharov heeft SPS dan ook nog maar weinig te maken.