Buitenland27 maart 2001

Franse verpleegsters weten soms niet of ze terminale patiënten weerzien

Officieel strikt verboden,
officieus toegepast

Door Marie van Beijnum
PARIJS – De Franse verpleegkundige Christine Malevre (30) hielp tussen 1997 en 1998 terminale patiënten in een longziekenhuis bij het sterven. Malevre gaf toe dat ze zeker zeven mensen had geholpen bij levensbeëindiging. De vrouw werd overigens beschuldigd van elf maal doodslag. Een voorbeeld.


Frankrijk staat geen levensbeëindiging toe. Officieel, althans, en heeft dat ook nooit gedaan. Frankrijk heeft geen euthanasiewetgeving. De term komt in het Franse strafrecht niet voor, en euthanasie wordt daarom dan ook beschouwd als moord.

Het zogenoemde nationale ethische comité (CCNE, comité consultatif national d'éthique pour les sciences de la vie et de la santé) adviseert echter om medici in nauwkeurig omschreven omstandigheden de vrijheid te geven in te grijpen. Dat advies van het comité heet ”exception d'euthanasie”.

Hiermee probeert het comité de onverenigbare meningen over euthanasie in Frankrijk te verzoenen door middel van compassie, respect voor het leven en solidariteit. Op die wijze wil het comité een brug slaan in Frankrijk tussen voor- en tegenstanders van euthanasie.

Ruim 70 procent van de Fransen overlijdt in een ziekenhuis. Ruim 80 procent van de Fransen zou voorstander zijn van een wettelijke euthanasieregeling. Tenminste, dat beweert de vereniging van voorstanders van euthanasie. Desondanks is het al lang een gegeven dat artsen euthanasie plegen in de Franse ziekenhuizen. Dat gebeurt in de schemerzones van de clandestiniteit en de illegaliteit.

Strafzaak
Hervé Catta van de Franse Orde van Artsen wijst op een strafzaak die momenteel bij het hof van assisen loopt tegen een verpleegkundige die ervan wordt beschuldigd een aantal patiënten te hebben gedood. Ten tijde van de ontdekking van dit strafbare feit zei de toenmalige minister van Volksgezondheid Bernard Kouchner, zelf arts, dat hij de daad van de verpleegkundige „menselijk” vond. Het is waarschijnlijk dat hij dat nu niet meer zou zeggen, want inmiddels blijkt zonneklaar dat deze verpleegkundige besliste wie er zou sterven.

Je kunt je afvragen of verschrikkelijke handelingen zoals deze verpleegkundige die beging, niet een gevolg zijn van een praktijk waar men gemakkelijk met euthanasie omgaat. Onlangs zei een verpleegkundige tegen me: Als ik bepaalde zieken verlaat, weet ik niet zeker of ik hen de volgende dag weer zie.”

„Recent was er een moeder van een gezin die haar gehandicapte zoon had gedood, nadat ze erg lang voor hem had gezorgd. Ze kreeg een voorwaardelijke straf omdat men geen voorbeeld van euthanasie kon vinden...”, voegt Catta eraan toe.

Het euthanasiedebat in Frankrijk beweegt zich tussen twee uitersten. Enerzijds zijn er de voorstanders van het absolute respect voor het leven. Anderzijds zijn er degenen die het recht op een waardig sterven bepleiten. Het CCNE probeert een alternatieve weg te gaan, maar het is de vraag of die succesvol is.

Voor en tegen
De arts Bernard Senet uit de Vaucluse is voorstander van euthanasie. „Een arts mag het leven van een patiënt niet dirigeren, maar mag wel helpen assisteren om het op zijn bestemming te brengen. Als een zieke besluit dat hij geen onwaardig einde of ondraaglijk lijden wil doorstaan, zou men kunnen overwegen de patiënt te helpen. Het moet dan wel om een onherroepelijk dodelijke ziekte gaan.”

Senet geeft toe dat veel artsen euthanasie plegen. „Maar ze zeggen het niet. Ze zwijgen vanwege het medisch geheim en vanwege de juridische risico's.” De Franse arts vindt euthanasie geen juist woord. „Ik gebruik liever assistentie aan stervenden.”

Een tegenstander is de hoogleraar oncologie Claude Jasmin. Werkzaam in het Paul-Brousse-ziekenhuis in Villejuif, zegt hij zelden verzoeken om euthanasie te krijgen. „Wanneer een zieke zich niet alleen of verlaten voelt, wanneer hij zijn wanhoop en gevoelens van pijn kan uitdrukken, lijkt het me vreemd dat hij in de verleiding komt euthanasie te willen. We moeten dus het lijden verzachten.”

Volgens een onderzoek is de helft van het aantal sterfgevallen op intensive-care-afdelingen het gevolg van passieve euthanasie, wat inhoudt dat de artsen hebben afgezien van verdere behandeling. In bijna alle gevallen wordt de familie bij het besluit betrokken. Slechts één arts heeft tot nu toe openlijk toegegeven euthanasie te hebben gepleegd.

Kankerspecialist Leon Schwartzenberg werd als gevolg daarvan in 1990 een jaar uit zijn functie ontheven. En een man die in maart van dit jaar zijn grootmoeder uit haar „verschrikkelijke lijden had verlost”, kreeg ook een milde straf opgelegd. Hij werd veroordeeld tot vijf jaar voorwaardelijk.

Uiteenlopend
Over een eventuele wetgeving lopen de meningen sterk uiteen: politici staan daarbij recht tegenover artsen en de RK-Kerk. De Franse Orde van Artsen is, hoewel passieve euthanasie op grote schaal door artsen wordt toegepast, tegen euthanasiewetgeving, omdat men nu eenmaal „geen wetten kan uitvaardigen die op de dood betrekking hebben.” Zo zei Pierre Haenel, secretaris-generaal van de nationale raad van de Orde van Artsen, dat „hij geen voorstander is van een juridische regeling met betrekking tot de relatie tussen een medicus en zijn zieke.” Een dergelijke relatie rust volgens Haenel op „vertrouwen” en niet op wettelijke voorschriften. Met andere woorden: euthanasie ligt niet zo eenvoudig als men wel wil doen voorkomen en met een wet wordt uiteindelijk niets geregeld. Meer aandacht voor de palliatieve zorg zou volgens Haenel aan te bevelen zijn.

De RK-Kerk acht daarentegen een debat over euthanasie wenselijk, omdat „de maatschappij te lichtzinning over de dood is gaan denken” en wil dat alle aandacht in de toekomst uitgaat naar een betere stervensbegeleiding en naar pijnverzachtende behandelmethodes. Hospices voor terminale patiënten kent Frankrijk maar zeer beperkt.

De arts Roche verklaarde tegenover een groep Franse protestanten dat de vraag om euthanasie in Frankrijk merendeels niet wordt herhaald als er een goede pijnbestrijding is en wanneer de patiënt voelt dat er naar hem wordt geluisterd en dat hij een behandelingsprocedure en echte zorg ontvangt. Volgens Roche komt het vaak voor dat de medische staf of de verpleegkundigen druk uitoefenen op de familie van een patiënt en het advies geven dat de een zachte en snelle dood de beste oplossing is. Vooruitgang in de behandeling van terminaal zieken en de ontwikkeling van de palliatieve zorg en respect voor de ethische codes, zouden volgens hem moeten resulteren in een nee tegen euthanasie.

Alles moet worden gedaan om pijn te verzachten, zei eens de katholieke bisschop van Saint-Denis De Berranger. „En dat niet alleen met een grote dosis pijnstillers. Palliatieve zorg moet worden aangemoedigd. Terminaal zieken behoeven onze grote steun. Dood is heden ten dage een taboe geworden. Maar waar zijn de families en de vrienden?”

Socialisten
Franse politici hebben jarenlang hun vingers niet aan het onderwerp durven branden. Van politieke kant heerste er een stilzwijgen, dat nu door de linkse regering is verbroken. In de socialistische kamerfractie is men van mening dat „euthanasie uit de illegale sfeer moet worden gehaald.”

Ook de Franse euthanasievereniging, die zo'n 27.000 leden telt, pleit voor een euthanasiewet. „Wij zijn voor een goede palliatieve zorg en voor euthanasie. Maar euthanasie zal er hier wel komen. Ook in Nederland heeft het jaren geduurd voordat euthanasie wettelijk was geregeld. En over een aantal jaren zal het hier ook zover zijn.”

Eerdere berichtgeving:
Humane idealen trouw gebleven - 24 maart 2001