Buitenland23 maart 2001

Argentinië herdenkt militaire coup

RIJSWIJK – Met een film over het dagelijks leven van drie zonen en drie dochters van verschillende tijdens de militaire dictatuur verdwenen ouders, tal van publicaties en met een grote bijeenkomst in een stadion in de hoofdstad herdenkt Argentinië morgen de staatsgreep van 1976.


Kort voor middernacht op 24 maart 1976 steeg de Argentijnse president Isabel Perón met een legerhelikopter van het regeringspaleis op om naar haar residentie te gaan. De helikopter landde echter een paar minuten later op een militaire vliegbasis. De weduwe van de populistische leider Juan Domingo Perón (1895-1974) werd gearresteerd en de militairen namen de macht over onder generaal Jorge Rafaél Videla.

„De strijdkrachten, een onontkoombare plicht vervullend, hebben de leiding van de staat op zich genomen. Dit besluit volgt uit het voornemen een einde te maken aan het wanbeleid, de corruptie en de subversieve plaag”, aldus het communiqué van de coupplegers. Heel Argentinië haalde opgelucht adem.

Een kwarteeuw later denkt dan ook niemand aan Isabel. Ze leeft sinds 1981 in Madrid, waar onderzoeksrechter Garzón haar heeft bevraagd over de vele Spanjaarden die onder haar presidentsschap verdwenen in Argentinië.

Verdwijningen, terreur, bomaanslagen, guerrilla-aanvallen en allerlei politiek gemotiveerde misdaden waren aan de orde van de dag in het midden van de jaren zeventig. De economie lag vrijwel stil door stakingen en de inflatie was zeker 600 procent.

Borges
De schrijver Jorge Luis Borges verwoordde de aanvankelijke opluchting over te coup door te zeggen dat het land „eindelijk door heren wordt geregeerd.” Minder dan een maand later zaten hij, de schrijver Ernesto Sàbato en enkele andere culturele kopstukken met Videla aan tafel voor de lunch. Sàbato zei destijds dat er over „de transformatie” van Argentinië werd geconverseerd en dat Videla zo'n goede indruk had gemaakt. Tal van politici van verschillende politieke signatuur lieten zich tot ambassadeur benoemen.

Vrijwel niemand bevroedde dat de militairen die dit keer de macht grepen met grootste plannen rondliepen voor een „proces van nationale reorganisatie.” Dit plan zou leiden tot zo'n 300 geheime foltercentra, boekverbrandingen en de dood of verdwijning van duizenden Argentijnen.

Een waarnemer stelt in het dagblad El Clarín dat de staatgreep van 1976 „de meest militaire was die het land in de 20e eeuw had gekend.” De coupplegers schoven resoluut de hele politiek opzij. Ze begonnen hun heilige oorlog tegen „de subversie.” Dat was alles wat misschien links of peronistisch was. Tal van hoge officieren dachten aan een strijd van leven op dood van de christelijke beschaving tegenover het monster van het communisme.

Terwijl deze ”Derde Wereldoorlog in Argentinië” losbarstte, lieten de militairen belangrijke economische zaken over aan prominenten die een radicale liberalisering wilden. Die leefden in hun eigen wereld met hun eigen fanatieke strijd, de strijd om de economie te liberaliseren.

Vrijheid
De toenmalige minister van Landbouw bijvoorbeeld, Mario Cadenas Madariaga, legde pas nog uit waarom hij toen een post in Videla's regeringsploeg nam: „Ik aanvaardde Landbouw omdat werd afgesproken de wisselkoers te laten zweven en de exportbelastingen geleidelijk af te schaffen. Bovendien kreeg ik de vrijheid mijn eigen team samen te stellen. En daar kwamen onder anderen Zorreguieta voor landbouw, Mihura voor veeteelt en Estrada voor economische landbouwzaken in.”

Typerend is dat Cadenas Madariaga eind 1978 niet de regering verliet omdat hij iets te weten was gekomen over de repressie van zijn militaire werkgevers. De reden was puur economisch: „De inflatie steeg weer. Ik stelde eind 1978 voor bepaalde overheidsbedrijven te privatiseren. De directeur van de centrale bank lag dwars. Bovendien zei minister Martínez de Hoz dat de strijdkrachten die privatiseringen niet wilden. Het was daarom voor mij tijd om op te stappen en Zorregiueta volgde me op.”

De zeer radicale privatiseringspolitiek van Martínez de Hoz heeft overigens toch een groot deel van de ondernemingen tot het bankroet gedreven. Na twee jaar van militaire en economische voorspoed zonk het regime weg in schulden en hyperinflatie en kreeg de bizarre repressie steeds meer bekendheid en kritiek. De in diskrediet geraakte militairen gaven, in 1982 vernederd op de Falklands, het landsbestuur in 1983 op.

Vanavond is er in het Ferro-stadion van Buenos Aires een manifestatie ter herdenking van de staatsgreep. De vereniging van moeders van verdwenenen (de moeders van de Plaza de Mayo) organiseren de manifestatie en willen geen stilte, maar een minuut applaus voor de slachtoffers van de militaire dictatuur. De organisatoren hebben artiesten uitgenodigd onder wie Joan Manuel Serrat en Pablo Milanés.