Buitenland9 maart 2001

Regenval houdt aan; ruim 30.000 mensen verlaten hun huizen

Dodental wateroverlast
Oost-Europa loopt op

Van onze buitenlandredactie
KIEV/BOEDAPEST – Het dodental van de overstromingen in Hongarije en Oekraïne is gisteren opgelopen tot vijf. Meer dan 30.000 mensen hebben hun huizen in het westen van Oekraïne en het noordwesten van Hongarije moeten verlaten.

De waterstand in de rivier de Tisza blijft maar stijgen, als gevolg van aanhoudende regenval en overvloedig smeltwater. Bij de Oekraïens-Hongaarse grens werd een waterstand gemeten van 13,22 meter. Dat is acht centimeter onder het record, meldde het ministerie van Noodsituaties in Kiev. De schade aan de Oekraïense infrastructuur is groot; 50 kilometer snelweg en 9 kilometer spoorweg zijn weggespoeld.

In Hongarije is een dijk doorgebroken. Enkele duizenden militairen zijn bij de hulpoperatie betrokken. De Hongaarse president Ferenc Madl riep gisteren alle burgers op te helpen in de strijd tegen het water.

Dalen
Toch meldde de Hongaarse staatssecretaris van Waterstaat dat het waterpeil in de Tisza op sommige plaatsen is gaan zakken. In het gebied bij Tarpa, waar een dambreuk voor overstromingen zorgde, is het water van de Tisza ongeveer 2 meter gezakt.

Gisteren zijn opnieuw honderden mensen uit het rampgebied geëvacueerd. In totaal hebben zeker 36.000 mensen hun huis moeten verlaten. Veel inwoners, vooral ouderen en boeren, weigeren hun huizen te verlaten. De autoriteiten vrezen dat de vele dieren die achterblijven op boerenbedrijven niet kunnen worden gevoed en daardoor zullen sterven. Rottende kadavers kunnen vervolgens risico's vormen voor de volksgezondheid.

President Koetsjma van Oekraïne zal vandaag het gebied aan de grens met Hongarije bezoeken dat getroffen is door overstromingen. Het staatshoofd wil zich persoonlijk op de hoogte stellen van de ontwikkelingen.