Buitenland22 februari 2001

Dossier Midden-Oosten

Peres krijgt departement Defensie aangeboden

Sharon: Regering nationale
eenheid spoedig haalbaar

JERUZALEM – De beoogde Israëlische premier Ariel Sharon is er zeker van dat zijn land spoedig een regering van nationale eenheid heeft. Ondanks alle politieke beroering over het terugtreden van beoogd minister van Defensie Barak, kondigde Sharon gisteren aan gewoon door te gaan met zijn formatiepoging. Hij zou Baraks partijgenoot Shimon Peres –genoemd als kandidaat voor Buitenlandse Zaken– nu Defensie hebben aangeboden.


Sharon, voor wie een coalitie met de Arbeidspartij de mogelijkheid is een duurzame regering te vormen, liet weten dat hij geduld zal oefenen. „Er is geen alternatief voor een regering van nationale eenheid en ik geef het dan ook niet op”, zei hij gistermiddag in Jeruzalem. Een op smallere basis steunende rechtse regering van Likud en kleinere partijen, zou waarschijnlijk binnen enkele maanden vallen.

Aanstaande maandag moet duidelijk worden hoe de Arbeiderspartij denkt over deelname aan een coalitie met de Likud-partij. Veel problemen levert dat volgens commentatoren in de media waarschijnlijk niet op, maar niemand durft zich te wagen aan een voorspelling over de uitkomst van het beraad van de 1700 partijraadsleden.

„Het is gemakkelijker omdat een soort oppositie van de baan is – van degenen die voor een eenheidsregering zijn, maar die Barak er niet in willen zien”, zei politiek analist Asher Cohen. Volgens hem zijn nog niet alle hindernissen genomen, maar zijn nu wel de tegenstanders van samenwerking met rechts geïsoleerd.

„Moreel bankroet”
Barak zei gisteren ervan overtuigd te zijn dat er een regering van nationale eenheid komt. Veel leidende figuren in de partij vinden dat ook. Zij leken er ook niet veel moeite mee te hebben dat Sharon twee ultrarechtse partijen in de regering wil opnemen. Alleen de huidige minister van Justitie Jossi Beilin sprak zich daar openlijk tegen uit. Volgens hem koerst zijn partij door deelname aan zo'n regering af op „moreel bankroet.” Deelname van ultrarechts zou volgens sommige analisten te voorkomen zijn als de Arbeiderspartij en Likud een regeerakkoord opstellen met thema's die zozeer in het politieke midden liggen, dat ultrarechts er niets in ziet.

Binnen de Arbeiderspartij kwam het gisteren tot heftige discussies tussen voor- en tegenstanders van Barak, die dinsdag voor de tweede maal binnen twee weken zijn vertrek uit de politiek aankondigde, dit keer omdat hij kennelijk niet wilde deelnemen aan een regering met ultrarechtse partijen. Minister van Binnenlandse Zaken Chaim Ramon –die Barak wil opvolgen als partijvoorzitter– noemde Barak op de radio „een tweederangs politicus.” Een van Baraks bondgenoten, het parlementslid Weizmann Shiri, herhaalde dat het kamp van Barak zich tot het uiterste zal inspannen de grote coalitie met Likud te torpederen.

Schadelijk
De Palestijnen vinden de opschudding in de Israëlische politiek schadelijk voor het vredesproces. Nabil Abu Rudeina, een adviseur van president Arafat, zei dat de Palestijnen „afwachten wat voor soort regering er in Israël komt voor wij een oordeel geven.”

De Palestijnse minister Maher Masri van Economische Zaken noemde de toestand van de Palestijnse economie na vijf maanden Israëlische blokkade ernstig. Deze maand kunnen de salarissen van de ambtenaren niet betaald worden, „tenzij Arabische landen of Europa ons helpen”, zei hij gisteren in Ramallah. Masri benadrukte echter dat er geen sprake van is dat de Palestijnse regering en de economie op instorten staan of door anarchie bedreigd worden, zoals VN-gezant Terje Roed-Larsen vorige week zei te vrezen.