Buitenland12 februari 2001

Dossier Euthanasie

„Oprechte zorg over euthanasiewetgeving”

CDA in EP stoort zich
aan kritiek van Kok

Van onze buitenlandredactie
BRUSSEL – De CDA-afgevaardigden in het Europees Parlement (EP) storen zich aan de kritiek van premier Kok op hun opstelling in de discussie over de op stapel staande euthanasiewetgeving in ons land. Zij hebben dit gisteren in een open brief aan de minister-president kenbaar gemaakt.

Kok suggereerde vorige week dat de christen-democraten een politieke campagne voeren om de beoogde versoepeling van de bepalingen op het gebied van de actieve levensbeëindiging in een kwaad daglicht te stellen. Mevrouw Martens, de woordvoerster van de CDA-europarlementariërs bij dit onderwerp, schrijft namens de fractie „met grote verwondering” kennis te hebben genomen van deze uitspraak.

Zij benadrukt dat er buiten Nederland „een oprechte zorg” leeft dat de nieuwe regeling in strijd is met internationale verdragen. Zij verwijst bij dit laatste in het bijzonder naar artikel 2 uit het Europees verdrag van de rechten van de mens. De tekst daarvan luidt: „Het recht van een ieder op leven wordt beschermd door de wet.” Ook constateert zij angst voor een grensoverschrijdend effect van de wetgeving.

Vanmiddag, bij de aanvang van de maandelijkse vergaderweek van het EP in Straatsburg, zouden de christen-democraten proberen een meerderheid te verkrijgen voor hun plan om deze week een debat te wijden aan de euthanasiekwestie. „Als er landen- en partijbreed zo'n grote ongerustheid bestaat, achten wij een gedachtewisseling belangrijk, zeker in het geval van een serieuze vrees dat de bescherming van de grondrechten van de mensen in het geding is”, meent Martens.

Hoorzitting
Komende woensdagavond organiseert het Parlement een hoorzitting. Het kabinet besloot afgelopen vrijdag dat minister Borst (Volksgezondheid) niet zal ingaan op de uitnodiging om daarbij aanwezig te zijn. Martens vindt dat die weigering getuigt van weinig moed. „Die roept verbazing op en zal moeilijk uit te leggen zijn in Europa. Vooral ook omdat de minister zo vaak zegt dat zij het wetsontwerp overal graag komt toelichten.”

Voorts laat Martens de premier weten: „Wij vinden het jammer dat het kabinet er de voorkeur aan geeft om via ambassades en diplomaten informatie over het wetsvoorstel uit te dragen. Wij kiezen niet voor stille diplomatie, maar pleiten voor een openbaar parlementair debat.”