Buitenland 16 november 2000

Schimmige SDB jarenlang ruggengraat ministerie van Binnenlandse Zaken

Servische geheime dienst ontmanteld

BELGRADO (IPS) – Na het verdwijnen van Slobodan Milosevic van het politieke toneel in Servië worden pogingen ondernomen de sporen van het oude regime op te ruimen. De meest ingewikkelde strijd lijkt die met de schimmige Staatsveiligheidsdienst (SDB) te worden.


Samen met de zogeheten Openbare Veiligheidsdienst, zeg maar de Servische politie, vormt de SDB de ruggengraat van het Servische ministerie van Binnenlandse Zaken. Twee jaar lang stond Rade Mirkovic, één van Milosevic' naaste helpers, aan het hoofd van de SDB. Zijn overste, minister van Binnenlandse Zaken Vlajko Stojiljkovic, nam op 9 oktober onder druk van de triomferende democratische krachten ontslag. Maar zelf weigert de 54-jarige Markovic een stap opzij te zetten. In een interview verklaarde hij zich „naar de wet te zullen schikken” maar met zijn ontslag in elk geval te wachten tot na de Servische deelstaatverkiezingen van 23 december.

Deze verkiezingen zijn noodzakelijk geworden na de overwinning van de Democratische Oppositie van Servië in de federale (Joegoslavische) verkiezingen van september. De democraten bereikten met de Socialistische Partij van Milosevic een akkoord over het uitroepen van vervroegde verkiezingen in de dominante deelstaat van de Joegoslavische Republiek.

Bewijsmateriaal
Algemeen wordt verwacht dat de democratische alliantie na de federale ook de Servische verkiezingen zal winnen. Dat zou een definitief einde maken aan 55 jaar communistisch bewind. „Markovic is tijd aan het rekken om bewijzen te vernietigen van de enorme misbruiken die de SDB in het verleden heeft gepleegd”, verklaarde de Servische advocaat Svetislav Djurdjevic. Hij stond begin jaren '90 aan het hoofd van de Servische politie. „Niemand weet hoeveel bewijsmateriaal van illegale activiteiten van de SDB vernietigd moet worden. Zeer waarschijnlijk bestaan er vele documenten over clandestiene operaties of dossiers over politici van de oppositie die in september verkozen werden”, voegde Djurdjevic eraan toe.

Niet alle Serviërs zouden happig zijn op de geheime informatie van de SDB. Telefoontaps, het onderscheppen van brieven en e-mailberichten van tegenstanders van Milosevic' regime maakten deel uit van die illegale praktijken. Er werden dossiers bijgehouden over politici van de oppositie, hun sympathisanten, niet-gouvernementele organisaties, journalisten en Servische perslui die werkten voor buitenlandse media. Leiders van de democratische oppositiebeweging zeiden dat ze meteen na de verkiezingen van december alle dossiers zouden openen. „Mensen hebben alle recht om te weten wat men met hen deed”, zegt Zoran Zivkovic, een van de leiders van de democraten. „Het werk van de staatsveiligheid mag nooit meer een taboe zijn,” voegde hij eraan toe.

Begin jaren '90 was de SDB betrokken bij de vorming van verschillende paramilitaire organisaties die een rol speelden in de Bosnische en Kroatische oorlogen. Sommige eenheden worden verdacht van oorlogsmisdaden tegen niet-Serviërs in Kroatië, Bosnië of Kosovo. „Die bewijzen worden waarschijnlijk vernietigd”, zei Natasa Kandic, hoofd van het Centrum voor Humanitair Recht (HLC). „Jarenlang voelden we aan dat er duistere dingen gebeurden bij de SDB. De tijd is gekomen om al die geheimen op te delven.”

Het HLC ontving onlangs een document van een SDB-werknemer dat aantoont dat de SDB de bekende journalist Slavko Curuvija schaduwde op de dag dat hij omkwam. Tijdens het hoogtepunt van de NAVO-bommencampagne in april 1999 werd Curuvija in het volle daglicht vermoord door onbekenden – de journalist was erg kritisch over Milosevic en diens vrouw Mira.

De SDB wordt ook verdacht van een onopgehelderde autocrash in oktober 1999. Vier medewerkers van de oppositieleider Vuk Draskovic kwamen om. Onderzoek wees uit dat de vrachtwagen die betrokken was bij het ongeluk, eigendom was van de SDB. De naam van de chauffeur die het gebeuren ontvluchtte, raakte nooit bekend.

Ook over de verdwijning van Ivan Stambolic in augustus dit jaar bestaat geen duidelijkheid. Nadat Stambolic door Milosevic in 1987 het presidentschap van Servië was ontnomen, maakte hij de overstap naar de privé-sector. Naar aanleiding van de septemberverkiezingen verscheen hij in de onafhankelijke media, waar hij zich kritisch uitliet over Milosevic. Op 25 augustus werd hij ontvoerd en is tot vandaag nog steeds vermist.

Volgens Slobodan Vucetic, een voormalige rechter van het Hooggerechtshof die door Milosevic eerder dit jaar ontslagen werd, zullen als in Servië de wet in ere hersteld is, de „dingen op hun juiste plaats vallen.”

Erfgenaam
„Het is geen nieuws dat de SDB een ondoorzichtige, clandestiene dienst was”, zei Vucetic. „Men moet voor ogen houden dat deze dienst niet door tien jaar Milosevic zo werd. Milosevic' jaren werden voorafgegaan door 45 jaar communisme, toen dergelijke diensten een substantiële machtsfactor vormden. De SDB is de feitelijke erfgenaam van de communistische eenpartijstaat”, aldus Vucetic. Tot de septemberverkiezingen was Joegoslavië het enige land in de regio waar het communisme officieel aan de macht bleef na de val van de Berlijnse muur in 1989.

Volgens Dragor Hiber, rechtsexpert van de democraten, moet het sedert 1945 onveranderd gebleven staatsbestel ontmanteld worden. Alleen dan kan de SDB transparanter worden. „In elk land is het hoogst delicaat om de functie van de geheime dienst te gaan onderzoeken”, aldus Hiber. „Door de specifieke omstandigheden in Servië geloof ik dat er een lange weg te gaan is. Maar uiteindelijk zullen allen die iets op hun kerfstok hebben, voor de rechter staan”, voegde hij eraan toe.