Buitenland | 6 november 2000 |
Niet schaarste aan graan, maar geldgebrek is India's probleemVoedsel genoeg, en toch hongerBANGKOK (IPS) In India, het thuisland van eenvierde van de hongerlijdende wereldbevolking, is grote vooruitgang geboekt op het vlak van voedselbevoorrading. Maar Amerikaanse voedselexperts zeggen dat er nog werk aan de winkel is, want het voedsel moet wel bij de hulpbehoevenden terechtkomen. Daarvoor is een grotere koopkracht nodig voor het grootste gedeelte van de bewoners van het Indiase platteland. Dat zegt een rapport van de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties.
Volgens Singh is de ondervoeding in India de afgelopen jaren te langzaam teruggedrongen. We zouden graag het tempo opvoeren. Daarom richt de overheid haar aandacht nu op de meest kwetsbare en behoeftige mensen. Dat is cruciaal om het doel te bereiken dat werd geformuleerd op de voedselconferentie van 1996 in Rome. Toen werd vastgelegd dat in 2015 de honger in de wereld met de helft moet zijn afgenomen. Ongeveer 200 miljoen van de miljard Indiërs genieten niet de minimale voedselwaarden en verhongeren. The State of Food Insecurity in the World, een FAO-rapport dat eind oktober werd gepubliceerd, verwacht dat door een afnemende bevolkingsaanwas en een sterke economische groei India en China zouden kunnen worden geholpen om de ondervoeding terug te dringen. Die bedroeg in de periode 1996-98 16 procent van hun gezamenlijke bevolking. In 2015 zou dat 7 procent moeten zijn. Voedselexperts van de FAO denken echter dat demografische stabiliteit en economische groei niet voldoende zijn om de hongersnood in India te bezweren. De hongerlijders India's voedselvoorraden puilen uit, omdat overheidsinstanties 40 miljoen ton extra opkochten bij boeren over het hele land. De omvang van de nationale voedselreserves wordt echter te groot voor de bestaande distributiecapaciteit. Geconfronteerd met de onhanteerbare omvang van het voedsel, overweegt de Indiase regering naar verluidt een deel van de voorraad uit te voeren. Een ander probleem vormt het tekort aan informatie over ondervoeding. Daarom helpt de FAO samen met andere internationale ontwikkelingsorganisaties de Indiase overheid de blinde vlekken van de ergste honger te lokaliseren. Het in kaart brengen van hen die behoeftig en kwetsbaar zijn, is essentieel, zegt Singh. India moet ervoor zorgen dat zijn methodes om de voedselzekerheid te spreiden verfijnder en effectiever worden. India's veertig jaar oude systeem van voedselvoorziening bestaat uit een netwerk van 300.000 winkels over het hele land. Daar wordt aan de armen graan onder de marktprijs verkocht. Drie jaar geleden bleek het systeem ernstige gebreken te vertonen. Er was corruptie op grote schaal en er klonk kritiek dat de winkels te veel op de steden waren gericht. De regering installeerde een systeem van identiteitskaarten voor de armsten, die geïdentificeerd werden met behulp van de lokale overheden. Het zijn boeren zonder land, arme landbouwers, traditionele ambachtslui van het plattelanden en sloppenbewoners in de steden. De eerste jaren moeten zo'n 60 miljoen mensen op die manier bereikt worden. Voedsel voor werk Als we dit voedsel op de juiste wijze kunnen aanwenden, doen we twee dingen tegelijk: de hongersnood verlichten en de werkgelegenheid vergroten, zette Singh uiteen. De FAO gelooft dat werkgelegenheid voor de armen cruciaal is voor het bestrijden van de honger. Armoede en honger nemen niet altijd af op het moment dat de nationale economie groeit. Die groei gaat vaak voorbij en kan zelfs schade berokkenen aan sommige bevolkingsgroepen, zo staat te lezen in het verslag van de FAO. Het rapport stelt dat vijftig jaar modernisering in de landbouw de productiviteit enorm heeft doen toenemen, maar waarschuwt dat ze ook zeer asymmetrische effecten heeft tussen landbouwgemeenschappen. Bijvoorbeelden tussen het inkomen en de productiviteit van kleinschalige boeren enerzijds en de agro-industrie anderzijds. |
![]() |