Buitenland27 oktober 2000

Annan opgeroepen tot stellingname tegen Jodenhaat

Zorgen over groeiend antisemitisme

Van onze correspondent
JERUZALEM – Een afvaardiging van Joodse leiders heeft gisteren een gesprek gehad met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, om hem op te roepen stelling te nemen tegen de recente toename van antisemitische incidenten. De Joodse leiders overhandigden Annan een lijst met ongeveer 200 anti-Joodse incidenten van de afgelopen maand.

Volgens rabbijn Marvin Hier, een van de deelnemers aan het gesprek, gaat het om de hevigste opleving van antisemitische incidenten in een korte periode sinds 9 november 1938, toen de nazi's in de zogeheten Kristallnacht in heel Duitsland synagogen, Joodse winkels en woningen van Joodse gezinnen in brand staken en vernielden.

Het Simon Wiesenthal Centrum heeft vorige week een tussentijds rapport gepubliceerd waarin de „antisemitische haatmisdaden” staan vermeld. Frankrijk spant de kroon als het gaat om antisemitische incidenten tussen 29 september en 17 oktober. In dat land zijn meer dan honderd gevallen gemeld. Vooral synagogen moesten het ontgelden.

Volgens Efraïm Zuroff van de in Israël gevestigde afdeling van het Simon Wiesenthal Centrum is de huidige golf van antisemitisme verbonden met de religieuze dimensie van het conflict. De Palestijnse moslims stellen dat de islam in gevaar is. Zij proberen volgens hem van een politiek conflict een religieus conflict te maken. „De Palestijnen doen erg hun best een religieuze dimensie aan het conflict te verbinden”, zegt Zuroff. „Het is logisch dat moslims dan verontrust raken.”

Er is volgens hem nog een tweede reden waarom sommige moslims in het Westen antisemitisch gedrag vertonen. „De grote moslimgemeenschap in West-Europa heeft problemen zich te integreren. In veel gevallen willen de moslims helemaal niet integreren in de samenlevingen waar zij te gast zijn. Zij gebruiken deze tijd om hun frustraties en boosheid op het establishment af te reageren.”

Oost-Europa
In de Verenigde Staten signaleert Zuroff een samengaan van extreem rechtse activisten en moslimfundamentalisten. Hij noemt dit een „zeer gevaarlijke combinatie.” Het aantal moslims in de Verenigde Staten neemt namelijk toe en de rechts-extremisten zijn steeds meer geneigd geweld te gebruiken tegen Joodse doelen.

In Oost-Europese landen echter, waar een lange traditie bestaat van antisemitisme bij het gewone volk, doet zich momenteel geen antisemitisme voor. Volgens Zuroff zijn daar twee redenen voor. In de eerste plaats zijn de mensen zich in deze landen in de postcommunistische periode sterk bewust geworden van de verschrikkingen van de holocaust. Door deze bewustwording worden antisemitische incidenten blijkbaar voorkomen. In de tweede plaats kennen deze landen geen grote moslimgemeenschappen.

De secretaris-generaal van het Joods Wereldcongres, Israel Singer, heeft deze week gezegd dat er sinds de huidige Midden-Oostencrisis meer aanslagen op synagogen zijn geweest dan gedurende de Kristallnacht. Tijdens de Kristallnacht, ”de nacht van gebroken glas”, op 9 november 1938, werden 109 synagogen in brand gestoken. Zuroff weet niet of hij het met deze uitspraak eens is. „Wij krijgen nog steeds gegevens binnen”, zegt hij. „Er is sprake van een slechte toestand.” Het is volgens hem in elk geval zeker dat dit de ergste golf van antisemitisme is sinds de Israëlische invasie in Libanon in 1982.

Verschillen
De Anti-Defamation League, een Joodse organisatie die zich bezighoudt met de bestrijding van antisemitisme, stelde deze week in een persverklaring dat er in de Verenigde Staten sprake is van „een verontrustend patroon van anti-Israëlisch gedrag, dat zich soms uit in aanvallen op Joden.” Volgens de organisatie is er elk jaar tijdens de Joodse feestdagen een toename van antisemitische incidenten. Dit jaar echter gingen deze gepaard met een toename van tegen Israël gerichte gewelddaden en bedreigingen. Op 30 september bijvoorbeeld sloeg in Brooklyn een groep mannen een rabbijn en zijn vrouw in elkaar. Een van de agressievelingen riep: „Dit is voor de Palestijnen.”

Hoe verontrustend de huidige golf van antisemitisme ook is, er bestaan belangrijke verschillen ten opzichte van het antisemitisme van de jaren dertig in Duitsland. Het anti-Joodse geweld wordt nu niet door de overheid goedgekeurd. Er is sprake van een minderheid –moslimfundamentalisten en skinheads– die de misdaden tegen Joden pleegt. De autoriteiten en het grootste gedeelte van het publiek keuren deze aanslagen zonder meer af.