Hezbollah pakt drie Israëli's op

CHEBAA – De in Zuid-Libanon opererende sjiitische terreurbeweging Hezbollah heeft zaterdag op klaarlichte dag een Israëlische legerpatrouille overvallen en drie soldaten gevangen genomen.

De Hezbollah eist in ruil voor hun vrijlating dat vijftien in Israël gevangen zittende Libanezen, onder wie twee leiders van de beweging, worden vrijgelaten. Deze twee werden respectievelijk in 1989 en 1994 vanuit hun huizen in Zuid-Libanon door Israëlische commando's ontvoerd en naar Israël overgebracht.

Diplomatieke inspanningen om een dergelijke ruil te realiseren zijn inmiddels op gang gekomen. De Libanese premier Salim Hoss had gisteren een onderhoud met Henri Fournier, de vertegenwoordiger in Beiroet van het Internationale Rode Kruis, dat in het verleden vaker een bemiddelende rol bij de ruil van gevangenen heeft gespeeld. Ook sprak Fournier met Hezbollah's verbindingsofficier Wafiq Safa. Volgens Hezbollah bracht Fournier een eerste Israëlische voorstel voor een ruil mee. Ingewijden zeiden echter dat de Rode-Kruisvertegenwoordiger had geëist de drie Israëlische soldaten te zien te krijgen of op z'n minst zekerheid te krijgen over hun gezondheid. De Hezbollah weigerde dat.

Ook Egypte is op diplomatiek terrein druk doende om de Israëlische militairen vrij te krijgen. De Egyptische president Hosni Mubarak verklaarde met de presidenten van de Verenigde Staten, Syrië en Libanon te hebben gesproken over de gevangenname.

Tegenaanval
De drie soldaten werden ontvoerd in de regio Chebaa, welke door de Hezbollah wordt beschouwd als door Israël bezet Libanees gebied. Israël veroverde dit stukje land op Syrië in de Zesdaagse oorlog van 1967.

In mei van dit jaar trok Israël zijn troepen terug uit de zogeheten veiligheidszone in Zuid-Libanon. Deze bufferzone was 18 jaar eerder ingesteld om het noorden van de joodse staat te beschermen tegen aanvallen van in Libanon opererende guerrillagroepen. Zaterdag voltrokken zich in het grensgebied de ernstigste gewelddadigheden sinds het Israëlische leger uit de bufferzone werd teruggetrokken.

Het geweld brak uit toen rond de 500 betogers uit woede over de manier waarop de Israëlische veiligheidstroepen proberen af te rekenen met de Palestijnse protesten in de Palestijnse gebieden en in Israël zelf, poogden de afrastering bij de grenspost Yarin over te klimmen. De aanwezige Israëlische militairen openden het vuur om de betogers aan de Libanese kant van de grens te houden, waarbij één betoger werd gedood en veertien gewond raakten.

Korte tijd later vond de aanval op de Israëlische patrouille plaats. Tegelijkertijd vielen andere Hezbollah-eenheden zeven posten van het Israëlische leger aan, waardoor deze militairen niet de kans kregen hun in het nauw verkerende kameraden te hulp te komen.

De Hezbollah zei in een verklaring drie leden van de patrouille te hebben ontvoerd en de overige te hebben „afgemaakt.” Het Israëlische legercommando bevestigde dat drie militairen waren ontvoerd en zei dat er voorts zes gewond waren geraakt. Over dodelijke slachtoffers werd niet gerept.

Israël ging onmiddellijk met gevechtshelikopters tot de tegenaanval over. Bij een van deze acties werd een auto geraakt. De vier inzittenden raakten gewond.

„We hebben Israëliërs gevangen genomen om hen te kunnen ruilen (voor Libanese gevangenen) – er is geen andere oplossing”, zei Hezbollah-leider sjeik Hassan Nasrallah in een interview op de Libanese televisie. Het andere doel van de actie, aldus Nasrallah, was de mensen eraan herinneren dat Chebaa bezet gebied is. Volgens Libanon en Syrië is Chebaa Libanees grondgebied. De VN Israël in zijn opvatting dat Chebaa niet bij Zuid-Libanon hoort omdat het gebied is dat in 1967 op Syrië is veroverd en dat het dus in mei ook niet ontruimd hoefde te worden.