Buitenland9 oktober 2000

Resolutie zwijgt over geweld tegen Israëli's

V-raad keurt acties
tegen Palestijnen af

NEW YORK – De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft zaterdag een resolutie aangenomen waarin het excessieve geweld tegen de Palestijnen wordt veroordeeld. Toen de resolutie, waarop door de Palestijnen was aangedrongen, in stemming werd gebracht, onthielden de Verenigde Staten zich. In de resolutie werd tevens opgeroepen tot een onmiddellijke hervatting van het vredesoverleg tussen Israël en de Palestijnen en werd steun uitgesproken voor een „snel en objectief onderzoek” naar de onlusten.


Daarnaast zei de Veiligheidsraad de „provocatie” van 28 september bij Jeruzalems heiligste plek te betreuren, alsmede het geweld dat daarop volgde, hetgeen een duidelijke verwijzing was naar het bezoek dat de Israëlische oppositieleider Ariel Sharon aan de Tempelberg heeft gebracht en dat volgens de Palestijnen de vlam in de pan heeft doen slaan. In de resolutie werd opgeroepen tot een onmiddellijke beëindiging van het geweld en tot maatregelen om te garanderen dat „verdere provocatieve acties uitblijven.”

De resolutie was het resultaat van drie dagen van gesteggel tussen de landen die achter de Palestijnen staan en vooral de Verenigde Staten, die Israël niet met zoveel woorden in de resolutie wilden zien veroordeeld.

De Amerikaanse VN-ambassadeur Richard Holbrooke liet onomwonden weten dat de uiteindelijke resolutie de VS ook niet zint, maar dat de regering van president Bill Clinton had besloten zich van stemming te onthouden in plaats van een veto uit te spreken om alle mogelijkheden open te kunnen houden om een belangrijke bemiddelende rol te spelen in het vredesproces in het Midden-Oosten. Holbrooke liet er geen misverstand over bestaan dat Washington de resolutie eenzijdig en partijdig vindt, omdat er met geen woord wordt gerept over het geweld tegen de Israëliërs.

De Israëlische VN-ambassadeur Yehuda Lancry noemde de resolutie het „eindproduct van een serie ontwerpresoluties die nog onevenwichtiger en partijdiger waren.” Lancry zei dat de zaken niet moeten worden voorgesteld alsof een geoliede Israëlische oorlogsmachine over ongewapende Palestijnse burgers heenwalst. „Wij verdedigen onszelf tegen gewapende Palestijnse politiemensen en tegen gewapende miliciens. Dat is de realiteit.”

Partijdig
De Palestijnse waarnemer bij de VN, Nasser Al-Kidwa, zei dat de resolutie enkele heel belangrijke elementen bevat, waaronder een veroordeling van het geweld tegen de Palestijnen en een impliciete verwijzing naar Sharons provocatie en Israëls gebruik van excessief geweld. „Ik hoop dat de resolutie een positief effect zal sorteren op de feitelijke situatie op de grond, en ook op het vredesproces in zijn geheel”, aldus Al-Kidwa.

De Franse minister van Buitenlandse Zaken Hubert Védrine vroeg Arafat en Barak gisteren zich bewust te zijn van hun „historische verantwoordelijkheid.” Hij stelde dat de twee leiders als geen van hun voorgangers zich als „partners betrokken voelen bij het zoeken naar vrede.”

Tegelijkertijd had het Europees Joodse Congres kritiek op de opstelling van Frankrijk in het Joods-Palestijnse conflict. Volgens de raad van Joden in Europa heeft Frankrijk, dat momenteel het voorzitterschap van de Europese Unie bekleedt, zich partijdig opgesteld. Het Congres riep de EU op Arafat onder druk te zetten om het geweld een halt toe te roepen.

Volgens Israël besloot Arafat op aanraden van de Franse president Jacques Chirac vorige week op de top met Barak in Parijs geen handtekening te zetten onder een verdrag dat het geweld in de Palestijnse gebieden en Israël zou moeten beeindigen. Chirac zou de Palestijnse leider hebben gezegd dat hij meer toezeggingen van Israel kon krijgen in ruil voor zijn handtekening.

Syrië stelt Israël verantwoordelijk voor het geweld. De Syrische president Bashar Assad heeft Clinton telefonisch gevraagd Israel onder druk te zetten om de spanningen te verminderen.