Buitenland 20 juli 2000

Voormalige grensovergang ademt nog steeds dreigende DDR-sfeer

Oog van de naald tussen Oost en West

Door Beatrice Jansen-de Graaf
WOLFSBURG – Wie over de A2 van Hannover naar Berlijn rijdt, passeert ter hoogte van Wolfsburg de voormalige grensovergang tussen West- en Oost-Duitsland. Vóór 1990 werd al het verkeer, met uitzondering van het diplomatieke en geallieerde, daar van de snelweg afgeleid. Op het 35 hectare omvattende terrein rechts naast de snelweg inspecteerden ruim duizend DDR-beambten nauwgezet het transitoverkeer tussen met name de Bondsrepubliek en West-Berlijn. Marienborn was daarmee na 1974 de grootste, drukbezochtste en belangrijkste DDR-grensovergang, afgezien van Berlijn.

In de jaren 1985-1989 werden bijvoorbeeld 4,9 miljoen vrachtwagens, 140.000 bussen, 10.500.000 personenauto's en motoren en 34,6 miljoen reizigers gecontroleerd. Op 1 juli van dit jaar werd het documentatie- en informatiecentrum ”Gedenkstätte Deutsche Teilung Marienborn” geopend. In een mooie videoruimte en uitvoerige expositie kunnen bezoekers zich hier over de geschiedenis en het functioneren van deze grensovergang informeren.

De voormalige grensovergang is een passende plaats om heel concreet nog eens uitvoerig op de Duitse deling en de praktische gevolgen daarvan in te gaan. Wel worden deze thema's vanuit het perspectief van de West-Duitsers behandeld en in beeld gebracht. Voormalige DDR-burgers hebben namelijk nauwelijks herinneringen aan de grensovergang, aangezien slechts een handjevol geprivilegieerden toestemming had om naar het Westen te reizen.

Het controlepunt Marienborn-Helmstedt werd 1 juli 1946 door de geallieerde mogendheden aan de rijkssnelweg respectievelijk spoorlijn Berlijn-Hannover opgericht. Aanvankelijk bestond de controlepost slecht uit een aantal provisorische houten gebouwtjes direct aan de zonegrens. Langs deze controlepost liep al het verkeer van de westerse geallieerden van en naar Berlijn. Al in de jaren veertig ontwikkelde deze grenscontrolepost zich tot een 'seismograaf' van de Oost-Westbetrekkingen. De grens dwars door Duitsland was immers de frontlijn van de Koude Oorlog.

Duidelijk te merken was dit van 24 juni 1948 tot 12 mei 1949, toen Stalin zijn Berlijnblokkade afkondigde en alle toegangswegen tot de stad liet afsluiten. Sovjetmilitairen en westerse geallieerden stonden dreigend tegenover elkaar.

In 1950 nam de DDR, die al vanaf haar oprichting in 1949 actief met het bouwen van grensversperringen was begonnen, het commando aan de grensovergang Marienborn over. Nadat het DDR-regime in 1952 een 5 kilometer brede ”Sperrzone” (verboden gebied) langs de Duits-Duitse grens had ingesteld en in 1961 met de bouw van de Muur Oost-Berlijn hermetisch van West-Berlijn had afgesloten, werd de grensovergang Marienborn het ”Nadelohr zwischen den Welten” (oog van de naald tussen twee werelden).

De capaciteit van de controlepost bleek echter veel te klein te zijn om het volume van deze verkeersslagader tussen Oost en West te kunnen verwerken. Daarom begon de DDR in 1972 met het aanleggen van een nieuwe grensovergang, op ongeveer 1,5 km afstand van de grens. In 1974 was het terrein klaar, hoewel men tot aan de val van de Muur bezig bleef met het perfectioneren van de grensversperringen.

Voelbaar
De sfeer van de intimiderende controles door functionarissen van een totalitair systeem is nog steeds een beetje voelbaar. Het terrein van de grensovergang ligt erbij alsof het pas een paar dagen buiten gebruik is. De ramen van de wachthuisjes zijn ingegooid, maar de stoelen, kasten en bureaus van de grensposten staan er nog gewoon.

Al lopend over de enorme, uitgestorven betonnen vlakte, probeer ik me de bedrijvigheid van toen voor te stellen. Hier werden reizigers ondervraagd, hun vervoermiddelen en getransporteerde goederen ijverig uit elkaar geschroefd en onderzocht op verstekelingen en illegale lectuur. Een tot ver in de DDR reikend bewakingssysteem verhinderde, in samenwerking met de eigenlijke grensversperringen aan de grensovergang, alle vluchtpogingen van DDR-burgers.

In het documentatiegebouw is na de ”Wende” in dit kader nog een bijzondere vondst gedaan: onder de trap begint een tunnel, die ondergronds naar verschillende controleposten leidt, en waardoor men dus ongezien en onverwachts troepen kon verplaatsen.

Om aan de fantasie van de bezoeker tegemoet te komen zijn onderdelen van de grenscontrole in een expositieruimte, die zich in een voormalig kantoorgebouw bevindt, in scène gezet. Met een spiegel op wieltjes aan een lang handvat speurden de DDR-beambten naar vluchtelingen die hangend of verstopt onder een auto de vrijheid hoopten te bereiken. Maar ook de papieren van de reizigers werden aan een uitvoerige controle onderworpen.

Betrokken bij deze papiercontrole waren medewerkers van de Oost-Duitse staatsveiligheidsdienst, de Stasi. De controle van het grensverkeer viel weliswaar onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Defensie –de medewerkers van de grensovergang Marienborn waren ook allen geüniformeerd en droegen militaire kentekenen– maar onder hen bevonden zich ook ettelijke Stasi-ambtenaren. Uitgerust met hoge militaire neprangen imponeerden zij zo 'verdachte' reizigers, die zich er niet van bewust waren door de Stasi aan de tand gevoeld te worden. Veelal wisten de grenswachten zelf niet eens wie voor de Stasi werkte en wie echt officier was.

Verraderlijk doolhof
Voor DDR-burgers was het door dit uitgebreide controlesysteem bijna onmogelijk om over deze grensovergang het land te ontvluchten. Was men de eerste bewakingsposten veilig gepasseerd, dan kwam er nog een route van 5 kilometer voordat men de feitelijke grens bereikte. Het gebied van de grensovergang zelf bestond dan nog eens uit een verraderlijke doolhof van slagbomen en wegversperringen.

Het gemeenste apparaat dat bij vluchtpogingen ingeschakeld werd, had van de DDR-wachtposten de cynische benaming ”Fifi” gekregen. Fifi was een betonnen slagboom, die dit koosnaampje waarschijnlijk had gekregen, omdat hij als 'waakhond' functioneerde die definitief elke vluchtauto tegen wist te houden. Deze slagboom was namelijk niets anders dan een enorme betonnen stormram, die binnen luttele seconden het wegdek volledig kon afsluiten. Dat ging zo snel en met zo'n geweld, dat auto's er volledig door verfrommeld en verpletterd werden. Wat dat voor de inzittenden betekende is wel duidelijk.

Op deze manier zijn er zeker enkele slachtoffers gevallen – hoeveel precies is nog niet helemaal duidelijk, naar de aantallen slachtoffers wordt nog onderzoek verricht. Elke nacht werd deze stormram getest. Omwonenden herinneren zich nog steeds het enorme kabaal dat deze betonnen palen maakten als ze tussen drie en vier uur 's nachts werden uitgeprobeerd. Aan de rand van het terrein staat een commandotoren, waar te zien is hoe de gewone en de dodelijke slagbomen in werking werden gesteld. Boven in de toren had de dienstdoende officier het overzicht over het gehele terrein. Voor zich had hij een soort ongevaarlijk, goedkoop uitziend groen schakelbord met een paar zwarte knopjes en één rode. De zwarte knopjes waren voor de normale slagbomen, de rode was voor Fifi. Degene die hier op drukte, kon dus onmiddellijk de gevolgen daarvan waarnemen en wist wat hij deed...

Lift
Omdat vluchtpogingen over het terrein van de grensovergang nauwelijks kans van slagen hadden en soms ook met de dood eindigden, probeerden sommige DDR-burgers hun geluk ook wel eens over de snelweg zelf. De enige motorvoertuigen die hier ongestoord door konden rijden en niet over het door de DDR gecontroleerde gebied hoefden, behoorden tot het geallieerde of diplomatieke verkeer. Door lopend deze snelweg te bereiken en over de versperring te klimmen kon men proberen de aandacht van een Amerikaans, Engels of Frans voertuig te trekken. Vooral de Amerikanen stonden erom bekend dat ze Oost-Duitsers in dat geval maar al te graag een lift naar het Westen gaven.

Ook dan kon het echter misgaan. Zo is een geval bekend van een Oost-Duitser die al over de afrastering was geklommen en zich net strategisch aan de rand van de snelweg wilde opstellen, toen een Rus uit de dichtbijgelegen geallieerde commandotoren naar de WC moest, hem zag en arresteerde.

De tentoonstelling in het documentatiecentrum gaat uitvoerig in op de vluchtpogingen. Aan het eind van de rondgang door de expositieruimte hangt een levensgrote lijst met de namen van ongeveer duizend slachtoffers die aan de 1393 km lange beveiligde Duits-Duitse grens (inclusief de Berlijnse Muur) zijn gevallen. Op 1 juli 1990 verloor dit afschrikkings- en controlesysteem zijn functie. Zes jaar later werd een begin gemaakt met de opbouw van de Gedenkstätte Deutsche Teilung Marienborn.