Buitenland 14 juli 2000

Slavernij inzet tijdens verkiezingsstrijd

Van onze correspondent
NEW YORK – „Abraham Lincoln had gelijk, wij kunnen onze geschiedenis niet ontlopen. De slavernij is dé schandvlek van onze geschiedenis en racisme bestaat –ondanks al onze voorspoed– tot op de dag van vandaag”, aldus George Bush, gouverneur van de Amerikaanse staat Texas en Republikeins presidentskandidaat.

Bush zei dit begin deze week tijdens het jaarlijks congres van de NAACP (National Association for the Advancement of Colored People), Amerika's grootste lobbyorganisatie voor gelijke rechten van minderheden. De Republikein Bush bevond zich in het hol van de leeuw. Amerika's zwarten stemmen traditiegetrouw voor het overgrote deel Democratisch. De Republikeinen worden door veel zwarten en ook door de Democraten gezien als de slavernijerfgenamen van Amerika's geschiedenis.

Het is dan ook niet gebruikelijk dat prominente Republikeinen worden uitgenodigd voor het NAACP-congres of dat zij de uitnodiging aanvaarden als zij wél worden uitgenodigd. Vier jaar geleden bijvoorbeeld weigerde toenmalig Republikeins presidentskandidaat Bob Dole de uitnodiging van de NAACP. Spreken tijdens dit zwarte congres lag volgens hem te gevoelig, vooral met het oog op de sentimenten van de conservatieve Republikeinen, die men vooral in de zuidelijke Amerikaanse staten vindt. Deze staten vochten in de jaren zestig van de negentiende eeuw met de noordelijke staten een verbitterde strijd uit, met als een van de belangrijkste inzetten het behoud van de slavernij.

Sprookje
„De slavenhouders in het zuiden tegenover de rechtvaardige moderne geesten in het noorden die de zwarte slaven wilden bevrijden. Het is een mooi beeld, maar het is een sprookje”, aldus hoogleraar geschiedenis Eric Foner van de Columbia Universiteit. Heel Amerika heeft volgens Foner geprofiteerd van de slavenhandel en van slavenarbeid. „De marktwaarde van alle slaven in de Verenigde Staten werd in 1860 becijferd op 3 miljard dollar. Dat was toen meer dan de waarde van alle bedrijven, spoorlijnen en banken van Amerika bij elkaar”, aldus Foner. Hij wijst erop dat er niet alleen slaven werden gebruikt op de zuidelijke katoenplantages, maar dat Amerika vanaf de zeventiende eeuw met slavenarbeid werd opgebouwd.

Slaven vormden een belangrijke bron voor goedkope arbeid. Zéér goedkope arbeid zelfs. Het was dan ook geen wonder dat een groot aantal ondernemers in het noorden die belangrijke belangen in het zuiden hadden, tégen afschaffing van de slavernij waren. Vanuit de handels- en geldstad New York werd de katoenexport gedirigeerd en het was dan ook niet voor niets dat New York bij de noordelijke staten voortdurend aandrong op concessies aan het zuiden. Toen de zuidelijke staten zich van de noordelijke afscheidden, stelde burgemeester Fernando Wood voor New York tot ”vrije stad” uit te roepen.

Ook New York werd met hulp van slavenarbeid opgebouwd en de welvaart van dit belangrijke handelscentrum berustte voor een groot deel op de handel, niet in de laatste plaats slavenhandel... Amerika's slaven werden na de burgeroorlog weliswaar allemaal tot vrije burgers verklaard, maar dat betekende nog lang niet het begin van hun emancipatie. Het waren na de burgeroorlog voornamelijk zwarten die het vuile werk deden, ook in de opkomende olie-industrie die John D. Rockefeller tot een van de rijksten ter aarde maakte.

Perspectief
Dat is dezelfde industrie waarin vice-president, Democratisch presidentskandidaat en 'milieukampioen' Al Gore vandaag de dag zulke grote belangen heeft. Het is verkiezingstijd, dus Gore haalde scherp uit naar Bush' bovenvermeld historisch perspectief tegenover de NAACP toen hij het congres enkele dagen later mocht toespreken. „Het is verstandig om niet op Bush' woorden maar op zijn daden te letten”, aldus Gore, die benadrukte dat hij niet eens in de vier jaar (in verkiezingstijd), maar élk jaar naar het NAACP-congres komt.

Dat laatste is waar, maar Gores daden zijn niet indrukwekkender dan die van George Bush. Vice-president Al Gore diende twee ambtstermijnen onder zijn baas Bill Clinton in een regering die heeft gepraat en gepraat, maar concreet niets heeft gedaan aan verbetering van de kansen voor minderheden en vermindering van de rassendiscriminatie. De meeste zwarte kiezers zijn de overheid dankbaar voor de werkgelegenheid die het gevolg is van de bloeiende economie. Volgens Clinton is die aan zijn bewind te danken, maar hij vergeet gemakshalve dat deze bloeiperiode al begon onder zijn Republikeinse voorganger George Bush (senior). Geschiedvervalsing dus. Hoe is het intussen werkelijk gesteld met de rassenverhoudingen in de Verenigde Staten?

Volgens een opiniepeiling van The New York Times meent een meerderheid van zwarten en blanken dat hun betrekkingen over het algemeen goed zijn, maar zij leven nog steeds grotendeels in gescheiden gemeenschappen. Over en weer worden gemengde huwelijken gemakkelijker aanvaard dan pakweg tien jaar geleden en meent men dat er vooruitgang is geboekt in de betrekkingen tussen beide bevolkingsgroepen.

Maar blanken hebben betere kansen om in de Amerikaanse maatschappij iets te bereiken dan zwarten, zo meent 57 procent van de zwarte ondervraagden. Onder de hogeropgeleide zwarte bevolking vindt men critici die menen dat er sinds de opheffing van de rassenscheiding 35 jaar geleden feitelijk nog maar weinig is veranderd. „De slavernij is afgeschaft en de rassenwetten zijn verdwenen, maar psychologisch duurt de slavernij volgens mij nog voort. Daar kan alle kleine en grote geschiedvervalsing in deze verkiezingsperiode weinig aan veranderen”, aldus professor Foner.