Buitenland 16 juni 2000

„Je lunch staat bij het hondenvoer”

Van onze correspondent
NEW YORK – „Mijn grootmoeder Charity hoorde van haar eigenaar –meneer Lester– dat zij vrij was. Maar vrijheid bleek niet zo simpel, want zij mocht nu in de plantagewinkel kopen, gaf er te veel uit en maakte zichzelf zo weer tot slaaf van haar schulden. Geen wonder overigens, want zij had nooit leren rekenen”, aldus George Dawson, die met 102 jaar zijn eerste boek schreef.

Geschreven is misschien iets te veel gezegd. ”Life Is So Good” is het gezamenlijke product van Dawson en onderwijzer Richard Glaubman. Die las enkele jaren geleden een artikel over Dawson, omdat die met z'n 98 jaren de oudste Texaan was die zich ooit had gemeld voor de cursus alfabetisering voor volwassenen van de Lincoln Instructional School in Dallas waar hij woont.

„Ik was onder de indruk van iemand van 98 jaar die nog de moeite neemt om te leren lezen en schrijven; daarom zocht ik Dawson op en geleidelijk aan is het idee voor ons gezamenlijk boek ontstaan”, aldus Glaubman.

Eenvoudige levensstijl
Hij heeft het levensverhaal van Dawson opgeschreven. Hier en daar ontbreken exacte gegevens, omdat George Dawson tot zijn 98e een leven leefde zonder papier en zonder aantekeningen. Maar deze hoogbejaarde Afro-Amerikaanse burger van Texas heeft een scherp geheugen, volgens hemzelf door zijn eenvoudige levensstijl.

Om vijf uur 's morgens staat hij op. Dan eerst een kop warme chocola en daarop volgt een ontbijt van twee boterhammen plus een glas warm water. Gerookt heeft Dawson nooit. Zijn eerste en laatste biertje dronk hij in 1928. „Ik vond het niet lekker, maar ik was uit met de jongens en dan doe je zoiets.”

„Ik was in die dagen een echte loltrapper; zo heb ik Elzenia veroverd, mijn eerste vrouw.” Dawson verdiende z'n brood als katoenplukker, als sjouwer bij de spoorwegen en later in een melkfabriek. Daar maakten de machines zo'n lawaai, dat hij er een lichte gehoorstoornis aan overgehouden heeft. Verder mankeert hij niets. Alleen heeft hij af en toe een leesbril nodig. „Onder meer om de Bijbel te lezen, want zover ben ik al.”

George Dawson en Elzenia kregen zeven kinderen van wie er nog vijf leven. Hoewel hij zelf niet kon lezen, stuurde Dawson hen allemaal naar school. Dat hij niet kon lezen heeft hij altijd handig weten te camoufleren. „Pas toen mijn oudste zoon George dienst deed in Korea en nooit antwoord van mij kreeg op zijn brieven begon er bij hem iets te dagen”, aldus Dawson.

Lynchpartij
Hij heeft ook honkbal gespeeld in de jaren '20. „In die dagen was het een zwart team niet geraden om te winnen van blanken; je moest bepaalde regels in acht nemen om problemen te vermijden”, zo herinnert Dawson zich. In z'n jonge jaren maakte hij de lynchpartij mee van zijn vriend Pete. Die werd ervan beschuldigd een blank meisje verkracht te hebben. De 'dader' werd onder luide bijval van een grote groep blanken en onder stille verbijstering van een aantal zwarten opgehangen.

Dawson was totaal van streek, maar zijn vader waarschuwde hem. „Zijn lijden is nu voorbij, zoon. Sommige van de mensen die je vanmiddag hebt gezien waren gemeen; sommige anderen waren bang. Het doet er niet toe, maar vergeet niet dat je nooit het recht hebt om over andere mensen te oordelen.”

Dawson zegt dat die les hem in z'n latere jaren vaak geholpen heeft. Vooral in de jaren '20 en '30 die misschien het moeilijkst waren. Maar discriminatie van zwarten bleef aanvaard gedrag onder blanken, ook later.

Toen hij met pensioen ging, bleef hij werken als tuinman. „Ik was een tijdje in dienst bij een mevrouw die op een goede dag zei dat mijn lunch klaarstond achter het huis; het stond op de binnenplaats bij het voer voor de honden waar ik het kon opeten. Ik ben een mens mevrouw, heb ik toen geantwoord, met rammelende maag…”

Na het overlijden van Elzenia vijftien jaar gleden is George driemaal hertrouwd. Al zijn vrouwen zijn overleden. „Daarom heb ik weinig spaargeld, want ik heb hen alle vier een mooie begrafenis gegeven.”

Volle naam
In die situatie is nu verandering gekomen. ”Life Is So Good” is uitgegeven door Random House, dat in eerste druk 100.000 exemplaren uitbracht. De 'schrijvers' Glaubman en Dawson willen niet kwijt wat ze ontvangen hebben, maar Dawson kon in ieder geval z'n krakkemikkige huisje laten afbreken en op dezelfde plaats een stevig nieuw huis laten zetten. Hij woont nu tijdelijk bij z'n gepensioneerde zoon George in, tot hij z'n nieuwe huis kan betrekken. De uitgever nodigde beide schrijvers uit voor een weekeinde in New York. George Dawson logeerde voor het eerst van zijn leven in een hotel, waar hij trots met zijn volle naam tekende in het hotelregister. Geen kruisjes meer onder documenten die hij niet kan lezen…

Komen er nog meer boeken ? Dawson weet het niet. Maar hij weet wel dat het leven voor hem goed is geweest. Ik ben 102 jaar oud geworden. Ik heb een prachtig leven achter de rug, het is tijd om te rusten.”

Hoe is het trouwens afgelopen met grootmoeder Charity ? „Oh, ja, die ontmoette gelukkig een vriend Tom die wél kon rekenen. Die stelde een afbetalingsschema op en hielp haar om haar schulden af te betalen. Zij werden verliefd en zijn met elkaar getrouwd. Hun oudste zoon was mijn wijze vader Thomas.