Buitenland 16 juni 2000

Albright gaat binnenkort naar Midden-Oosten

Israël en Palestijnen
praten toch verder

Van onze buitenlandredactie
JERZALEM – De Israëlische en Palestijnse delegaties zijn gisteren overeengekomen hun gesprekken in Washington toch voort te zetten. Dit maakte het kantoor van de Israëlische premier, Barak, gisteravond bekend. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Albright, vertrekt binnen tien dagen naar het Midden-Oosten. Dat maakte het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken bekend, eveneens gisteravond.

Madeleine Albright volgt de speciale gezant van de Verenigde Staten voor de regio, Dennis Ross. Zijn bezoek is voor volgende week gepland. De minister is deze maand al twee keer in het Midden-Oosten geweest, voor besprekingen met Yasser Arafat en Ehud Barak en voor de begrafenis van de Syrische president, Hafez al-Assad. De hervatting van de gesprekken werd aangekondigd na een ontmoeting tussen Arafat en de Amerikaanse president Bill Clinton. Arafat verweet de Israëliërs „niet in een akkoord te zijn geïnteresseerd.”

Arafat verlangt van Clinton dat hij zich meer met de onderhandelingen bemoeit. Clinton zei het vredeskarwei in het Midden-Oosten te willen afmaken. De zeven maanden die de Amerikaanse president resten in het Witte Huis, voordat aan zijn tweede ambtstermijn een einde komt, heeft hij hard nodig om een succes te kunnen bijschrijven op zijn conduitestaat. Van een top met de Palestijnse leider en de Israëlische premier is evenwel nog geen sprake.

„Ik denk dat de partijen nog iets dichter bij elkaar moeten komen. Wij hebben niet veel tijd meer. Wij zijn nu bij de lastige punten aangekomen en wij werken er aan. Ik ben hoopvol, maar ik wil geen valse hoop koesteren”, zei Clinton.

Nieuwe problemen
Arafat en Clinton kwamen gisteren op de luchtmachtbases Andrews en Bolling bijeen in de hoop het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen een nieuwe impuls te kunnen geven. Dat is een schijnbaar hopeloze zaak. De onderhandelingen in Washington tussen Israëlische en Palestijnse delegaties stuitten gisteren op nieuwe problemen.

De Palestijnen staakten gisteren de gesprekken met de Israëli's over de zogenoemde interim-overeenkomsten, die bijvoorbeeld gaan over de vrijlating van Palestijnse gevangenen en de volgende Israëlische troepenterugtrekking. Israël wil een voor later deze maand voorziene terugtrekking van de Westoever verschuiven naar later. Daarnaast wil de Joodse staat drie gevangenen vrijlaten, waar de Palestijnen om 250 hebben gevraagd. De partijen praten nog wel over een kaderovereenkomst. Die moet de basis vormen voor een algemene vredesovereenkomst, die voor september op het programma staat.

De Palestijnse autoriteiten hebben gedreigd het vredesproces maar helemaal voor gezien te houden als de Israëli's niet voor 23 juni troepen weghalen overeenkomstig de Oslo-overeenkomsten uit 1993. Israëliërs en Palestijnen hebben afgesproken uiterlijk half september een akkoord te sluiten.

Hoger niveau
Intussen is de hoop op een vredesregeling met Damascus wat toegenomen. Syrië wordt onder de opvolger van de zaterdag overleden president Hafez al-Assad een ander Syrië en er is een goede kans dat zich wezenlijke veranderingen ten goede in het Midden-Oosten zullen voltrekken, meent Barak. Barak gaf woensdagavond in een reactie op de dood van Assad en de berichten dat deze zal worden opgevolgd door zijn zoon Bashar aan dat het vredesoverleg tussen beide landen door deze gebeurtenissen misschien wel een geheel nieuwe impuls zal krijgen.

Als het Bashar al-Assad lukt stevig in het zadel te blijven zitten, dan zal hij Syrië op economisch, diplomatiek en cultureel terrein zeker naar een hoger niveau leiden, zo denkt Barak. De premier uitte enige loftuitingen aan het adres van Hafez al-Assad. Hij zei dat deze zich altijd aan zijn woord had gehouden en bracht in dit verband in herinnering dat zich in het Syrisch-Israëlische grensgebied geen vijandelijkheden hebben voorgedaan sinds Assad na de Jom Kippoerorlog van 1973 een bestandsovereenkomst had getekend.