Laat de Russen ons alsjeblieft met rust latenDoor R. R. Zeeman KARABULAK Nog maar twee maanden was Gedda getrouwd toen een kogel uit een Russisch geweer een einde aan het leven van haar man maakte. Hij wilde met alle geweld bij zijn ouders in Grozny blijven. Maar toen hij stierf zijn z'n ouders toch nog weggevlucht. Gedda Birsanova zit op haar bed in het tentenkamp aan de rand van het dorp Karabulak in Ingoesjetië. Ze is een van de 21 bewoners van een tent die hooguit 6 bij 10 meter is. In het midden van de tent brandt een fornuis met daarop een pan met rijst. Sinds een paar weken hebben we gas. Let wel, alleen overdag. Tijdens de wintermaanden hadden we trouwens helemaal geen gas, toen moesten we de tent met hout zien warm te houden, vertelt de Tsjetsjeense vluchteling. Gedda zucht eens diep. Ze zou graag terug willen, maar er is geen weg terug. Mijn huis staat er niet meer. Wie van zijn huis in Grozny nog één kamer overeind heeft staan is een gelukkig mens. Tot die gelukkigen behoor ik niet. In Grozny was Gedda verbonden aan de economische faculteit van de universiteit. Ik heb altijd voor mezelf gezorgd. Maar nu ben ik afhankelijk van anderen. Het valt niet mee te moeten leven van de gunst van andere mensen. Al het werk wil ik aanpakken, maar er is hier geen werk. Slechte naam De 30-jarige vrouw kijkt peinzend naar de planken en kleden die de aangestampte aarde bedekken. Ik zit hier nog maar twee maanden, maar nu ben ik het hier al zat. We hebben geen uitzicht, geen toekomst. Wie wil ons nu helpen om Tsjetsjenië weer op te bouwen? Gedda geeft zelf het antwoord. Niemand. Als volk hebben we een slechte naam. Als ze horen dat je een Tsjetsjeen bent, word je gelijk als een bandiet beschouwd. In het verleden zochten buurvolken onze vriendschap. Wij stonden erom bekend dat we ons leven voor onze vrienden gaven. Nu hoor je op het nieuws dat de Tsjetsjenen niet te vertrouwen zijn. De Tsjetsjeense begint zich op te winden. Wij zijn er ook niet blij mee wat Basajev en de andere rebellen hebben gedaan. Zij hebben ons in een nieuwe oorlog gestort. Voor de burgers hoeft die oorlog niet zo nodig, absoluut niet zelfs. Als zij zo graag willen vechten, laat ze dan ergens heen gaan waar ze hun gang kunnen gaan. Het is gewoon niet eerlijk dat de Russen een heel volk bombarderen om die paar bandieten Is Tsjetsjenië misschien beter af onder Russisch bestuur? Gedda's ogen schieten vuur. Nooit. Rusland heeft mij alleen maar ellende gebracht. Mijn hele leven heb ik nooit één kopeke van de regering gestolen, nooit heb ik met de tram in Grozny zwart gereden. En wat is het gevolg? Ik ben mijn man en mijn huis kwijt. Ik heb niks meer. Met drukke handgebaren. Al jong wordt ons geleerd dat het land waar je bent geboren jouw land is. Ik ben in Tsjetsjenië geboren, dus dat is mijn land. Laat de Russen ons alsjeblieft met rust laten. Het is genoeg geweest. Nu worden we fysiek onderdrukt. Als we straks terug kunnen, zullen ze ons moreel onderdrukken. Tuberculose De jonge vrouw in de blauwe jurk met bloemmotief en het gele hoofddoekje is nu één brok dynamiet. Wij houden van ons land. Als hier in het kamp iemand sterft, zamelen we geld in zodat hij in Tsjetsjenië kan worden begraven. Dat is ons vaderland. Als gevolg van de erbarmelijke omstandigheden overlijden er regelmatig mensen in het kamp, dat vijfduizend vluchtelingen telt. Gemiddeld één per week, weet Gedda te vertellen. In de wintermaanden was het koud en nat. Veel kinderen hoesten nog altijd. Eén man hier in de tent heeft tuberculose. Hij is naar een ziekenhuis geweest, maar wordt niet geholpen. Zelf heb ik als gevolg van de slechte hygiënische omstandigheden uitslag in mijn gezicht. Maar ook daar doen ze niets aan. Gedda kijkt de tent rond, waar langs de kanten allemaal stapelbedden staan opgesteld. Gezinnen hebben hier geen privacy. Een paar kinderen rollen in smoezelige kleren over de grond. Wat kunnen wij die kinderen voor toekomst bieden? vraagt Gedda. Haar ogen rusten op de kleintjes. Als vroeger kinderen oorlogje speelden, speelden ze Duitsland tegen Rusland. Nu is het Tsjetsjenië tegen Rusland. Vroeger leerde je op school dat alle Duitsers fascisten waren. Nu zullen Russische kinderen te horen krijgen dat alle Tsjetsjenen schurken zijn. Opnieuw een verkeerd beeld dus. Want ook alle Duitsers waren in de oorlog geen fascist. In de oorlog bombardeerden de Duitsers hier in de Kaukasus alleen de fabrieken. Maar wat doen de Russen? Zij bombarderen alles. Huwelijk De kinderen in het kamp krijgen sinds twee weken met primitieve middelen les in een grote tent. Gedda vindt het goed dat dit gebeurt. Dat breekt hun dag tenminste even. Natuurlijk is het bovendien goed dat ze les krijgen in rekenen en taal en andere basisvakken. Maar dit kan toch niet altijd zo blijven? Hoe het verder moet weet Gedda ook niet precies. Ze wil terug naar Tsjetsjenië, maar daar is niets. In het tentenkamp is er ook geen toekomst. We moeten maar wachten op wat komen gaat, zegt ze. Geduld heb ik echter niet. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Ik kan toch niet mijn hele verdere leven hier met mijn duimen draaien. Misschien komt er een nieuwe man in haar leven. Voorlopig nog niet, want het is allemaal nog te vers. Straks, als ik geluk heb, want mannen zijn schaars geworden. Door de oorlog zijn er veel mannen omgekomen. Op iedere vijftien vrouwen is er nog maar één man. Een paar dagen geleden was er nog een trouwpartij in het kamp. Wat dat betreft gaat het leven hier gewoon door, vertelt Gedda. Er worden kinderen geboren, er overlijden mensen en mensen huwen. De familie van het meisje was blij met het huwelijk, omdat mannen een zeldzaamheid aan het worden zijn. Ze hebben hier in Ingoesjetië een trouwjapon voor haar gekocht. Om die te kunnen betalen hebben ze al hun juwelen die ze uit Tsjetsjenië hadden meegenomen, verkocht. Die jurk geven ze dan weer door aan andere meisjes die in het kamp hopen te trouwen. Met een lach: Het moet dan wel je maat zijn natuurlijk. Gedda verontschuldigt zich. Ik schaam me eigenlijk om het te vertellen, maar ik ga in Karabulak kijken of er nog voedsel of kleding onder de vluchtelingen wordt uitgedeeld. Misschien krijg ik nog wat. Ze komt direct in de benen en stapt kordaat de tent uit. |